De Blankenbergse politie verwelkomt Nederlandse jongeren met een waar- schuwing.

Een frikadel, frieten en een frisdrank. Dat krijgen jonge Nederlandse toeristen sinds kort op hun bord bij hun aankomst in Blankenberge. De gemeente trakteert, maar dan enkel om de noorderburen van bij het begin van hun vakantie de les te spellen. Het gemeentebestuur heeft namelijk de buik vol van lallende jongeren die zich op hun nachtelijke tocht tussen de cafés bezondigen aan vandalisme, wildplassen en luidruchtigheid.

‘Het is onmiskenbaar een probleem’, geeft oppositielid Piet Wittevrongel (Dwars) toe. ‘We weten dat een Nederlandse reisorganisator elke week twee bussen inlegt voor een langgerekte kroegentocht. Blankenberge is nu eenmaal bekend als uitgaansstad.’ Dat imago botst de laatste jaren steeds vaker met de demografische realiteit: de stad van Tien om te zien en de Vlaamse vedettetempel Het Witte Paard veroudert zienderogen. ‘We zijn echt een soort Sun City geworden’, zegt Wittevrongel, doelend op de Amerikaanse trend waarbij exclusieve verkavelingen gebouwd worden voor mensen op rust die niet meer gestoord willen worden bij hun dagelijkse zwempartij, petanque of wandelingetje met de hond.

Burgemeester Ludo Monset (VLD) dreigde zijn tanden stuk te bijten op de nachtelijke overlast. Hij vervroegde het sluitingsuur, bestrafte wildplassen met een geldboete en verbood alcoholgebruik op straat. ‘Ik pleit voor stewards die zich onder de jongeren mengen om vechtpartijen en nachtelijk gebral te beperken’, zegt Wittevrongel. ‘Met wat humor en veel inlevingsvermogen kun je de meeste problemen gemakkelijk oplossen.’

Politie-inspecteur Philippe Denoyette heeft zo zijn eigen manier om de jonge Nederlanders toe te spreken bij het welkomstdiner. ‘Diner is een groot woord. Maar voor de Nederlanders is een frikadel met een frisdrank al heel wat.’ Denoyette vertrekt voor zijn speech overigens van de stelling dat ‘Nederlanders mondiger zijn dan Belgen’. ‘Maar’, vervolgt hij, ‘we zijn hier niet in Nederland. Dus als een politieagent je op straat vraagt om iets te doen of te laten, doe dat dan gewoon zonder erover te mekkeren.’ De inspecteur vindt ook dat de jongelui van boven de Moerdijk net iets luider kabaal maken dan een doorsnee-Belg. ‘En ze willen altijd weten waarom ze iets niet mogen. Maar discus- siëren doen we hier niet.’

‘Ach’, zucht Wittevrongel. ‘We zijn allemaal jong geweest. En de burgemeester wil zich maar niet neerleggen bij het feit dat Blankenberge de kustgemeente voor het gewone volk is. Hij wil zijn stad wat meer cachet geven, maar hij vergeet dat die zogenaamde ’terroristen’ meer geld uitgeven dan zij die elke namiddag in Knokke één koffie gaan drinken op de Place m’as- tu vu?. De redenering luidt nog altijd: het geld van de toeristen is welkom, maar hun vuiligheid moeten we niet.’

H.C.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content