Dave Mestdach

Een editie met weinig uitschieters maar met een verdiende Gouden Palmwinnaar, dat is de communis opinio over het 62e filmfestival van Cannes. De Oostenrijkse regisseur Michael Haneke schoot er de hoofdvogel af met zijn heimatkroniek Das Weisse Band.

Daarin brengt Haneke het groepsportret van een Noord-Duitse dorpsgemeenschap die anno 1913 wordt opgeschrikt door enkele bizarre, gewelddadige incidenten. Tegelijk toont hij hoe de verschillende klassen er op gespannen voet met elkaar samenleven, en vooral: hoe de rigide religieuze moraal en de al even strenge onderwijsmethodes sporen nalaten bij de lokale kinderen.

Hoewel de insteek enigszins doet denken aan de suspensethriller The Village, is Das Weisse Band vooral een politieke allegorie over het ontstaan van het fascisme, maar dan zonder Hanekes bekende choquante exploten of brechtiaanse vervreemdingstechnieken.

‘Het is mijn duurste, meest klassieke en toegankelijke film’, aldus de laureaat. ‘En misschien ook wel de synthese van mijn oeuvre. Al mijn vaste thema’s passeren namelijk de revue: de impact van fysiek en psychologisch geweld; het failliet en de pervertering van religie en ideologie; en de crisis binnen het traditionele, patriarchale gezin.’

Ondanks het etiket van toegankelijkheid hoeft u van Haneke dus ook nu weer geen weekendfilm te verwachten. ‘Mijn films zijn polemische statements tegen de Amerikaanse consumptiecinema en zijn ontkrachting van de kijker’, zo vatte hij zijn artistieke canon ooit samen. ‘Ze zijn een constante oproep tot een cinema van pertinente vragen in plaats van valse antwoorden, van provocatie en dialoog in plaats van consumptie en consensus.’

Dat Haneke die theorie ook in de praktijk weet om te zetten, mag blijken uit zijn vaak confronterende oeuvre. Zo speelde hij in 1997 al een plagerig spel met de conventies van de huiverfilm in Funny Games, waarin een burgergezin puur voor de lol wordt gefolterd. En ook in de psychologische thriller Caché uit 2005 krijgt een bourgeoisfamilie het ongemeen hard te verduren wanneer een onbekende indringer hen confronteert met enkele dubieuze daden uit hun verleden.

Toch wist Haneke, die al jaren tussen Wenen en Parijs pendelt, nog het meeste oproer te creëren met zijn Elfriede Jelinekverfilming La Pianiste uit 2001, in Cannes ook al bekroond met de Grand Prix – de officieuze Zilveren Palm. Daarin zoomt de Oostenrijkse zwartkijker in op de seksuele uitspattingen van een frigide pianolerares die een affaire begint met een van haar minderjarige studenten, een gewaagde rol voor het Franse filmicoon Isabelle Huppert. Dat die laatste dit jaar de Cannesjury voorzat, hoeft echter geen reden te zijn om de juryleden te verdenken van vriendjespolitiek. Ten slotte behoort Haneke al jaren tot ’s werelds meest consistente en intellectueel uitdagende arthouse-auteurs, met als zoveelste bewijs: het uitmuntende, in suspense badende kostuumdrama Das Weisse Band.

Dave Mestdach

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content