Vlaanderen kan nog een belangrijke rol spelen in de autosector, stellen Thierry Vanelslander (UA) en Joeri Van Mierlo (VUB), namelijk door te focussen op hybride en elektrische auto’s. ‘Als de overheid het juiste beleid voert, kan het snel gaan.’

‘Decennialang is de autoassemblage een sleutelsector geweest in de Vlaamse economie. Nu het duidelijk is dat Opel Antwerpen zal uitdoven, geloven velen dat onze rol uitgespeeld is in de autosector, maar dat hoeft niet zo te zijn. We moeten naar de toekomst kijken en onze rol herdenken’, zegt Thierry Vanelslander, onderzoeker aan het departement transport en ruimtelijke economie van de Universiteit Antwerpen. ‘Vlaanderen kan zeker nog een rol spelen in de autosector’, stelt ook Joeri Van Mierlo van de vakgroep Elektrotechniek en Energietechniek aan de Vrije Universiteit Brussel. ‘Iedereen is bezig met de verdere ontwikkeling van hybride en elektrische auto’s en daar liggen zeker mogelijkheden voor Vlaanderen. Maar we mogen niet te lang treuzelen.’

Het is al langer bekend dat de auto-industrie in Europa kampt met overcapaciteit: er worden te veel auto’s geproduceerd en te weinig verkocht. De financieel- economische crisis heeft die situatie alleen maar verergerd. Gevolg is bijvoorbeeld dat Opel Antwerpen zijn deuren zal moeten sluiten, ook al wordt het bedrijf geroemd om zijn productiviteit. ‘Onze loonkosten liggen hoger dan in bijvoorbeeld India of China en dat kun je niet eeuwig blijven compenseren met productiviteits- en technologieverbeteringen’, aldus Vanelslander. ‘Op een bepaald moment stel je gewoon vast dat je de concurrentie met andere regio’s niet meer aankunt. Dan moet je uitkijken waarmee je nog wel toegevoegde waarde en werkgelegenheid kunt creëren.’

Zowel Vanelslander als Van Mierlo gelooft dat er voor Vlaanderen nog mooie kansen liggen in de autosector, maar dan volgens een heel ander concept dan we vandaag kennen. ‘De markt van hybride en elektrische auto’s zal blijven groeien’, zegt Van Mierlo. ‘De redenen liggen voor de hand. De olieprijs zal ongetwijfeld nog stijgen, want de voorraden zijn niet oneindig. En iedereen is gevoeliger geworden voor problemen als de opwarming van de aarde, te hoge ozonconcentraties en fijn stof. Die worden voor een deel veroorzaakt door de benzine- en dieselauto’s.’

In ons land lanceerden Toyota, Lexus, Honda en Mercedes al hybride wagens, uitgerust met een benzine- én een elektrische motor. Van Hool levert hybride bussen, en er zijn ook heel wat toepassingen voor bijvoorbeeld bulldozers. Een aantal kleinere spelers, zoals Reva en Goupil, verkopen elektrische stadswagentjes. Je hebt ook de elektrisch aangedreven Tesla Roadster, die niet te onderscheiden is van een benzinewagen. Grote merken als BMW, Opel, Renault en Nissan willen nog voor 2012 hun elektrische auto op de markt brengen.

Ruimtevaart

‘Elektrische auto’s zijn nu al perfect geschikt als tweede gezinswagen’, zegt van Mierlo. ‘Je kunt er niet in één ruk duizend kilometer ver mee rijden, maar hun actieradius van veertig of vijftig kilometer volstaat ruimschoots voor een groot deel van het woon-werkverkeer. De gemeentes zouden het goede voorbeeld kunnen geven en elektrische auto’s in hun wagenpark opnemen. Dat zou zelfs interessante informatie opleveren om de auto’s nog te verbeteren, want zo’n vloot kun je goed opvolgen.’

‘Er is ook duidelijk vraag naar de elektrische wagen’, aldus Vanelslander. ‘Het is niet alleen een aanbodgedreven verhaal. Warenhuisketen Colruyt bijvoorbeeld is vragende partij. Die wil nu al graag hybride vrachtwagens, die diesel verbruiken op de autosnelweg en op elektriciteit overschakelen zodra ze in de stad zijn. Dan zou Colruyt ook ’s nachts zijn winkels kunnen bevoorraden en de files van overdag mijden.’

Specialisten gaan ervan uit dat de elektrische auto binnen tien jaar echt zal doorbreken. ‘De elektrische auto’s die nu op de markt komen zijn interessant, maar er is al een volgende generatie elektrische voertuigen in de maak’, zegt Van Mierlo. ‘Die zullen nog efficiënter zijn door de energie-inhoud van de batterij te vergroten en tezelfdertijd de kosten te reduceren. Zo kunnen er elektrische motoren ontwikkeld worden met minder magneten. Er zijn dus nog heel wat ontwikkelingsmogelijkheden.’

‘En daar kan Vlaanderen zeker een rol in spelen’, vult Vanelslander aan. ‘We moeten af van het oude concept van de assemblagebedrijven. Vlaanderen kan zeker ook onderdelen ontwikkelen en vervaardigen voor de auto van de toekomst. Vergelijk het zo: we bouwen ook geen eigen raket, maar in Vlaanderen zijn er wel heel wat bedrijven die tot de wereldtop behoren als toeleverancier voor de ruimtevaart.’

Van Mierlo: ‘In heel de wereld groeit de interesse voor de elektrische auto, van de Verenigde Staten tot Japan. Ook de Europese Unie trekt er nu geld voor uit. Het draait allemaal om nieuwe technologie- en en innovatie. Hier op de VUB hebben we al heel wat kennis opgebouwd over batterijtechnologie. Al sinds de jaren 1970, toen de eerste oliecrisis uitbrak, zijn we daarmee bezig.’ Vanelslander: ‘Het is nu zaak om iedereen die op dit terrein onderzoek doet met elkaar in contact te brengen en netwerken uit te bouwen. Daar is Vlaanderen trouwens traditioneel sterk in.’

Weefgetouwen

Ook in andere sectoren zijn bedrijven bezig met nieuwe technologieën die mogelijk in de auto-industrie kunnen worden toegepast. Zo werkt een spin-off van weefgetouwenfabrikant Picanol aan elektronica om weefgetouwen aan te sturen. Van Mierlo: ‘Veel bedrijven zijn bezig met elektrische machines en elektronica. Ze beseffen het misschien zelf niet, maar ze zouden een nuttige bijdrage kunnen leveren voor de verdere ontwikkeling van de elektrische auto. De Vlaamse overheid zou een rol kunnen spelen om iedereen bij dit project te betrekken, want alle neuzen wijzen nog niet in dezelfde richting. Bij ons is de roadmap voor de elektrische auto nog onvoldoende uitgetekend, terwijl men elders in Europa wel duidelijker weet welke richting men uit wil. Als de overheid het juiste beleid voert, bijvoorbeeld met financiële voordelen, kan het vlug gaan. Kijk maar naar de zonnepanelen die nu overal op de daken worden geplaatst. De Vlaamse overheid gaat ook al wel in die richting: ze denkt er bijvoorbeeld aan om op termijn de verkeersbelasting aan te passen aan de milieuprestaties van een voertuig.’

‘Ook Flanders Drive trekt mee aan de kar’, zegt Vanelslander. ‘Dat is een netwerk van onder andere de bedrijven Be- kaert, Bosal, LMS International en Tenneco Automotive, met steun van Agoria en de Vlaamse Gemeenschap. De krachten moeten snel gebundeld worden, want elders in Europa zit men ook niet stil. En kennis verspreidt zich tegenwoordig heel snel in de economische wereld.’

Maar is dat een oplossing voor de 2600 werknemers van Opel Antwerpen, die nu tot het besef komen dat het doodvonnis over hun fabriek is uitgesproken? Van Mierlo: ‘Meewerken aan de verbetering van de elektrische auto is in elk geval een toekomstproject.’ Vanelslander: ‘De verdere ontwikkeling van de elektrische auto is natuurlijk een hoogtechnologisch project, maar daarbij kunnen zeker ook banen voor lagergeschoolden worden gecreëerd. Want hoe je het ook draait of keert: onze toekomst ligt niet in de traditionele autoassemblage, maar in het ontwikkelen van onderdelen voor nieuwe energie- en milieuvriendelijke auto’s. En die boot mogen we niet missen.’

DOOR EWALD PIRONET

‘Iedereen is bezig met de verdere ontwikkeling van hybride en elektrische auto’s en daar liggen zeker mogelijkheden voor Vlaanderen. Maar we mogen niet te lang treuzelen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content