John Vandaele
John Vandaele Journalist MO* en auteur van 'De melkboer en de geschiedenis' (EPO)

De Aarde-top in Johannesburg is afgelopen. Is de wereld nu veranderd?

‘De strijd was lang en brutaal’, zei Olivier Deleuze (Ecolo), staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en hoofd van het Belgische team dat deelnam aan de Aarde-top in het Zuid-Afrikaanse Johannesburg. Vertegenwoordigers van 190 landen worstelden daar negen dagen lang met woorden, zinnen en alinea’s – en met elkaar – om tot een actieplan te komen dat voor iedereen aanvaardbaar was. Dat actieplan moest de Agenda 21 – duurzame ontwikkeling in de 21e eeuw – die tien jaar eerder op de eerste Aarde-top was vastgelegd, in de praktijk brengen.

Het actieplan moet antwoord geven op de vraag’hoe brengen we ontwikkeling voor alle mensen zonder dat we ons milieu om zeep helpen’? De discussies in Johannesburg gingen dus om niks meer of minder dan een beleidsmodel voor de wereld. Beslist moest worden hoe ver kon worden afgeweken van het neoliberale model dat de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en het Internationaal Muntfonds (IMF) al jaren aan de wereld opleggen. Voor de Verenigde Staten duidelijk niet al te veel. Deleuze: ‘De VS wil de markt, niks dan markt. Meer dan wat vrijwillige partnerships tussen bedrijven, civiele samenleving en regeringen hoefde voor hen niet.’

Dat was niet de mening van de Europese Unie, en dan vooral van Duitsland, Zweden, België en verrassend genoeg het Verenigd Koninkrijk. Zij wilden een voluntaristischer aanpak met concrete doelen: vijf procent van onze energieconsumptie uit hernieuwbare bronnen tegen 2010, een halvering van het aantal mensen zonder riolering tegen 2015 (‘sanitation’ in het jargon). Een Amerikaanse onderhandelaar bekende: ‘De VS vindt milieu belangrijk, maar dan vooral het eigen milieu. Kennelijk is de EU meer in staat zich in te leven in de situatie van andere landen.’

Niet dat de EU zich ontpopte tot een heilig boontje. Als het om het geloof in vrijhandel ging – bescherming van eigen landbouw en open grenzen bij ontwikkelingslanden -, bleef de EU erg strijdlustig. De Unie bleek zelfs bereid haar eis om meer sociale normen in de wereldeconomie goeddeels te laten vallen, in ruil voor het behoud van die subsidies. De G77 + China, de heterogene groep van ontwikkelinglanden, was daar blij mee. In de regel juicht die alles toe wat haar ontwikkeling bevordert. Ecologische en sociale normen worden gezien als nieuwe vormen van protectionisme. Toch is de G77 niet één blok: de olieproducerende landen willen bijvoorbeeld fossiele brandstoffen blijven verbranden, terwijl een stopzetting daarvan juist een zaak van overleven is voor kleine eilandstaten als Tuvalu, die door het broeikaseffect in zee dreigen te verdwijnen.

Een van de grote veldslagen van Johannesburg draaide om paragraaf 14, e van het actieplan. Aanvankelijk stond er dat overheden duurzame consumptie en productie alleen mogen stimuleren als dat in overeenstemming is met de regels van de WTO. Na nachtelijke discussies – en dankzij Ethiopië en Tuvalu!- werd die voorwaarde geschrapt.

Maar het geloof in een handelsregime dat aan arm en rijk dezelfde normen inzake handelsopenheid oplegt, bleef overeind. Meer zelfs: nog altijd beschermen rijke landen hun economie meer dan arme landen. Zij subsidiëren hun landbouw en beperken de textielinvoer, iets wat de armen niet (kunnen) doen. Premier Guy Verhofstadt (VLD) noemde in zijn toegejuichte speech het vasthouden aan het EU-protectionisme een van de grote mislukkingen van de top. Anderen betwijfelen of het afschaffen van subsidies volstaat. De Senegalees Ndiogou Fall van het West-Afrikaanse Netwerk van Boeren: ‘Door de WTO moeten onze boeren concurreren met Europese landbouwers die al een halve eeuw massaal door de staat worden gesubsidieerd. Afrika moet hetzelfde recht op marktafscherming en zelfvoorziening krijgen dat de EU al een halve eeuw heeft.’

BELGIË BOVEN?

Zoals gebruikelijk was het geven en nemen op de top. ‘Sanitation’ werd een van de felst bevochten overwinningen van de EU en de G77, maar toen die binnen was, kon je op je klompen aanvoelen dat die andere EU-eis – hernieuwbare energie – zou sneuvelen. Op die manier kwam een actieplan tot stand dat velen ontevreden stemde.

Al lopen de meningen uiteen. De ngo’s noemen het glas halfleeg. Staatssecretaris Deleuze, VN-secretaris-generaal Kofi Annan en de Zuid-Afrikaanse organisatoren vinden het glas veeleer halfvol. Voor de honderdduizenden armen die op enkele kilometers van de conferentiezaal in het chique Sandton leven, is het niet per se een troost dat de helft van de mensen zonder riolering tegen 2015 wordt geholpen. Als ze niet bij de goede helft zijn, blijven ze in de ondraaglijke stank van uitwerpselen leven. Bij het bezoeken aan de vele zwarte townships van Johannesburg, bekroop een mens wel eens de vraag waarom de rijke landen armoede zoveel minder prangend vinden, als ze buiten de eigen grenzen ligt. Is dat nog wel passend in tijden van globalisering?

Wie ‘in’ het onderhandelingsproces zat, weet dat noordelijke politici moeite hebben het concept duurzame ontwikkeling te verkopen aan hun bevolking. Bovendien remden de States elke vooruitgang af. Zij waren in de eerste plaats bezig met de oorlog tegen Irak. Daarnaast wegen zakelijke belangen heel erg door bij de huidige VS-regering. Nadine Gouzée van de taskforce duurzame ontwikkeling op het Planbureau: ‘Momenteel is er geen politiek elan voor een grote stap. Daarom ben ik al blij dat de principes van Rio bevestigd zijn en dat we enkele kleine stappen vooruit hebben gezet. Meer zat er niet in.’ De ngo’s konden zich niet bij die realpolitiek neerleggen. Dus gaven ze het actieplan 22 op 100 en floten de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, uit.

België maakte in Johannesburg een erg progressieve indruk. Belgische ngo’s en vakbonden waren tevreden over hun onderhandelaars. ‘Ze voeren ons programma uit’, stelde Geert Fremout van de koepel-ngo Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling (VODO). Ronald Janssen van het ACV was ontevreden over het resultaat van de top – te weinig aandacht voor sociale normen en werkgelegenheid -, maar loofde de onderhandelaars van Deleuze en van het ministerie van Arbeid. In de regeringstop had hij minder vertrouwen.

Premier Verhofstadt scoorde voor het publiek, maar insiders bleven sceptisch. ‘Ook de premier spreekt vooruitstrevende taal’, beaamde Deleuze. ‘Tenminste in Johannesburg’, voegde hij er fijntjes aan toe. Zegt een insider die liever anoniem blijft: ‘Verhofstadt vindt duurzame ontwikkeling maar blablabla. Hij trekt niet echt aan de kar. Er springen geen vonken over als we met hem praten. Met Dehaene was dat anders.’

Feit is dat Verhofstadt het dossier nog niet door en door kent en enkele schoonheidsfoutjes maakte op zijn persconferentie na de top. Dat belet niet dat het joenk dat ooit de hele Belgische sociale zekerheid wilde privatiseren, in Johannesburg kandideerde voor de post van meest progressieve regeringsleider van het Westen.

Wat is er nu veranderd na Johannesburg? Na lang bakkeleien staan de juiste woorden in het actieplan, maar verbinden die woorden de regeringen tot iets? Alles staat of valt met de opvolging van de gemaakte afspraken. Daarom zei Kofi Annan terecht dat het werk nu pas echt begint. Verhofstadt trok er al drie conclusies uit voor ons land: meer schuldvermindering voor ontwikkelingslanden, een klimaatactieplan en strijd tegen EU-landbouwsubsidies. Maar de 70 pagina’s van het actieplan gaan over zoveel meer. Wat gebeurt daarmee?

Afgaande op de niet nagekomen beloften van Rio, kun je je afvragen waarom regeringen zo verbeten vechten om elk woord en elke komma. Tenslotte gaat het hier om zogenaamde soft law die niet echt afdwingbaar is. Marc Pallemaerts, adjunct-kabinetschef van Deleuze: ‘Soft law komt altijd eerst, maar normaal wordt die later omgezet in harde verdragen. En wat nu op papier is gezet, dient meestal als basis voor die verdragen. ‘

De opvolging van alle bestaande akkoorden inzake milieu en ontwikkeling is een titanenwerk dat smeekt om meer globale bestuurscapaciteit. Nu al zijn er driehonderd milieu-akkoorden waarvan de naleving vaak te wensen overlaat. Klaus Töpfer, directeur van het milieuprogramma van de VN, verwacht veel van de rechterlijke macht. Kleine eilandstaten zoals Tuvalu overwegen de VS en Australië voor het Internationaal Gerechtshof te dagen, omdat die weigeren het Kyotoprotocol te ondertekenen en zo het zeeniveau doen stijgen. Maar: wie belet de VS een arrest van het Internationaal Gerechtshof naast zich neer te leggen? Het gevoel dat ’s werelds enige supermacht momenteel sterk neigt naar unilateralisme, hing als een schaduw over Johannesburg.

John Vandaele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content