HET JONGSTE NUMMER van het literaire tijdschrift Yang opent met een tekst die in alles op een overlijdensadvertentie lijkt. Maar de bedoeling ervan is om net het omgekeerde mee te delen : dat de auteur Willy Roggeman nog altijd alive and well and kicking, dit wil zeggen aan het schrijven is. Daarmee wil het tijdschrift een wat plomp maar vooral ondubbelzinnig literatuurpolitiek statement maken.

Dat blijkt ook al uit de eerste woorden van de inleiding bij het nummer, waarin wordt verwezen naar ?het door opgeklopte relletjes en non-events beheerste literaire leventje in Nederland en Vlaanderen?. Versta : er is veel gedoe om niets in dat leventje (vandaar dat het een leven tje is), en net daarom kan daarin geen aandacht zijn voor het serieuze werk, bijvoorbeeld dat van Roggeman.

Roggeman is lang in één adem genoemd met wijlen Daniël Robberechts. Beiden zijn zogeheten opus-schrijvers, auteurs van boeken die in een groot project kaderen, ze hadden gemeen dat ze zogenaamd ?moeilijke?, ja ?onleesbare? auteurs heten te zijn, wat dan zou verklaren waarom ze er na een paar, kennelijk onverkoopbare publicaties, niet meer in slaagden nog uitgevers voor hun werk geïnteresseerd te krijgen.

VIRTUEEL.

Het praktische resultaat is dat hun werk niet meer beschikbaar was (is) voor de modale lezer, tenzij na hun dood, zoals in het geval-Robberechts, of via kleine, niet-commercieel verspreide publicaties. Het klopt dat ook rond Roggeman (zie een interview met hem in Knack van 28 februari 1996) een lichtelijk mythische glans is gaan hangen. Maar, zo waarschuwt Yang, dat betekent niet dat zijn oeuvre virtueel van aard is. Hij schreef eerst een dertig delen tellend Opus Finitum (waarvan acht delen ongepubliceerd bleven) en startte al vijftien jaar geleden met de nieuwe cyclus Usque ad finem.

Aan die virtualiteit wou Yang iets doen met de uitgave van een reeks fragmenten uit het werk van Roggeman uit de voorbije twintig jaar. Zo’n tijdschriftaflevering doet een oeuvre per definitie ook al niet aan marginaliteit in het literaire systeem ontsnappen, maar het krijgt er tenminste een minimale openbaarheid door.

Het werk van Roggeman zelf is van een even cultuurpolitiek gehalte. Het getuigt van de blijvende levensvatbaarheid van een kritisch (en dus ook zelfkritisch) modernisme. Geen wonder dus dat in dit nummer ook door Roggeman gemaakte vertalingen van een brief van Franz Kafka en van fragmenten van essays van Carl Einstein zijn opgenomen.

M.R.

Yang nr.175, 116 blz., 290 fr. Adres : postbus 245, 9000 Gent ; abonnement : 1150 fr.

Willy Roggeman : blijvend modernisme.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content