Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Tiger Woods komt er niet meer bij te pas, John Daly heeft problemen met zijn vierde vrouw, en Bob Hope is dood. Hij was pas honderd. Lees meer over het rampzalige golfseizoen 2003.

Thomas Björn, de Deense golfprof, is de zoveelste in het rijtje van kerels die zich het niet lezen van Knack eeuwig zal beklagen. Wat stond er in dit blad de dag voor de recente British Open van start ging? ‘Opgelet voor de baan van Royal Saint George’s, en vooral voor de venijnige bunkers die er op verborgen liggen. Aan sommige ervan hadden zelfs de Duitsers een puntje kunnen zuigen.’

Niet gelezen, of raad in de wind geslagen, wie zal het zeggen? Feit is dat de ongelukkige Björn twee holes voor het einde een zekere overwinning in The Open liet schieten. Belandde op de zestiende in de bunker naast de green, mepte de bal er te kort uit zodat hij van het gras opnieuw de put in rolde, en deed dat stuntje nog een keer over. Dat was dus drie keer na elkaar in het zand. Waarna de Deen zo kwaad werd dat hij zijn derde bunkershot een heel eind voorbij de pin zag terechtkomen. Bijna aan de andere kant de green af.

Van twee strokes voorsprong verzeilde Björn naar één stroke achterstand en kon niet verhinderen dat de complete outsider Ben Curtis The British Open won. Bij zijn eerste deelname. Dat was geleden van 1913, toen de Amerikaan Francis Ouimet heel Groot-Brittannië in shock bracht door de Britten op hun eigen golflinks te komen verslaan. Het wordt door historici beschouwd als het beginpunt van de Amerikaanse hegemonie in het golf. Curtis, 26, was voordien nooit in de top-tien van een PGA-toernooi geëindigd en stond 396e op de wereldranglijst. Hij stak een cheque van 1,1 miljoen dollar in zijn zak, vijf keer meer dan hij in zijn hele carrière aan prijzengeld had gewonnen.

De ongelukkige Björn, die de eerste dag ook al een quadruple bogey, dat is vier boven par, had laten noteren in de bunkers van de zeventiende hole, kon niets anders doen dan zichzelf verwensen en zijn sandwedge, de club waarmee je een bal uit het zand lift, tegen de muur keilen. Volgens Henry Longhurst is het grootste genot in golf trouwens het woedend weggooien van een club. ‘De arm- en polsbeweging waarmee je dat ding lanceert, gevolgd door het unieke gonzende geluid als van een vlucht spreeuwen, kent in de hele sportwereld zijn gelijke niet. Ik denk dat ik met elke club in mijn tas het afstandsrecord heb gevestigd.’

WOODS OP DE SUKKEL

Tiger Woods eindigde vierde op Saint-George’s, voor zijn normale doen matig maar voor zijn doen dit seizoen uitstekend. Op de Masters was hij namelijk vijftiende, op de US Open twintigste, en op de US PGA liefst negenendertigste, zijn slechtste uitslag ooit in een major en de allereerste keer in zijn hele carrière dat hij in alle vier de rounds boven par eindigde. Het sensationele daarvan is natuurlijk dat hij in alle voorgaande toernooien, tachtig in getal, dus wél minstens in één ronde op of onder par eindigde, maar dat was tot nu toe het vermelden niet waard. Sterren als Woods leven nu eenmaal in een omgekeerde wereld. Voor de vier majors samen had hij nu 32 strokes meer nodig dan vorig jaar.

Het was voor het eerst in vijf seizoenen dat hij geen major won. Zijn teller is blijven staan op acht, het record van achttien op naam van Jack Nicklaus is plots weer een wat verdere droom geworden. Niet vergeten dat ook Walter Hagen met elf en Ben Hogan en Gary Player met negen overwinningen nog voor hem staan. ‘Ik zal beter moeten worden’, zuchtte een vermoeide Tiger. Hij moet beter worden! Woods! Wat moeten wij dan zeggen?

Nu had hij tot op zekere hoogte wel gelijk: zoals hij rondstrompelde op Oak Hill, waar de US PGA zijn beslag kreeg, dat was bijna meelijwekkend. Twaalf boven par, zestien strokes achter de verrassende winnaar Shaun Micheel, die op de achttiende en laatste hole uitpakte met een verbluffende slag, in die omstandigheden zo goed als nooit vertoond, die hem vanaf 150 meter tot op 5 centimeter van de hole bracht. Birdie, winst, en een miljoen dollar. ‘ A shot for ages‘, titelden de Engelse kranten die zelden neen zeggen tegen een mooie overdrijving.

Ook voor Micheel, 34 al, de eerste grote overwinning in zijn carrière. De vier majors van dit jaar gingen alle vier naar kerels die er voordien nog geen hadden gewonnen. Mike Weir, nota bene een Canadees, in de Masters, Jim Furyk in de US Open, Ben Curtis in de British Open, en dus Shaun Micheel in de US PGA. De vorige keer dat zoiets zich voordeed was in 1969.

Voor Woods is dat geen troost. Hij verliet op de slotdag al de achttiende hole een uur vóór de leiders op de eerste tee moesten verschijnen. Dat was een voor hem ongebruikelijke en nogal pijnlijke dagindeling. De horden toeschouwers en fotografen die Tiger altijd om zich heen trekt, leken nu meer op ramptoeristen. Prinses Anne, die een gedreven amazone was, heeft eens gezegd: ‘Als ik naar de waterbak galoppeer, waar tientallen fotografen en honderden toeschouwers liggen te wachten op het moment dat ik erin val, ben ik blij dat het paard niet weet wie op zijn rug zit.’

Datzelfde ondervond Woods. Zijn synchronisatie stokt, beweren de experts. De harmonie tussen de beweging van zijn armen en de beweging van zijn lichaam is weg. Een euvel waarmee ook veel amateurgolfers kampen. De meesten eigenlijk. En ook Tiger ging van lieverlee de redmiddeltjes van de doordeweekse knoeier toepassen: in volle seizoen veranderde hij van merk van driver, en greep terug naar zijn geliefde Titleist.

Een beetje merkwaardig omdat Woods bij Nike een sponsorcontract ten belope van twintig miljoen dollar per jaar heeft, maar dat verplicht hem niet om ook met Nike-clubs te spelen. Men mag van de toegeeflijkheid van een golfprof ook geen misbruik maken. In het begin van vorig seizoen was Woods toch overgeschakeld op Nike-clubs, waarmee hij liefst twee majors en negen toernooien won, dus zo slecht zijn die spullen niet, maar daar kwam hij deze zomer van terug. Het verschil tussen een driver van Titleist en een van Nike, voor wie zich dat zou afvragen, is in essentie hetzelfde als dat tussen Freya en Luc Van den Bossche: de eerste heeft een smalle kop en een scherpe tong, de tweede een brede kop en een dikke tong.

Maar laat u niets op de mouw spelden: als het met een golfer de verkeerde kant uit gaat ligt dat zelden aan de clubs. Een golfer wordt niet alleen geconfronteerd met zijn tegenstander, het weer, en de lokale topografie, maar vooral ook met zijn eigen zenuwstelsel en zijn eigen algehele onbenulligheid. Golf is de enige vorm van sado-masochisme die publiekelijk en in de open lucht wordt bedreven. In plaats van zoveel boeken te publiceren over hoe je moet beginnen met golf, zouden ze beter één standaardwerk uitbrengen over hoe je er moet mee ophouden.

Afgelopen weekend speelde Woods de NEC Invitational op de Firestone Country Club, waar hij eerder al drie keer had gewonnen. Bij het ter perse gaan was de uitslag ons niet bekend, maar val niet achterover mocht Tiger daar opnieuw met de zege hebben aangeknoopt. Want ondanks de slechtere resultaten in de majors staat hij nog altijd nummer één op de wereldranglijst, heeft hij dit seizoen al vijf miljoen dollar aan prijzengeld verdiend, en heeft hij al vier toernooien op zijn naam geschreven. Dat zijn er vier meer dan de meesten van ons.

DALY NOG MEER OP DE SUKKEL

Woods is erg, maar het kan erger. Neem nu Knacks poulain John Daly. Met hem is het ook niet goed gegaan. Daly is de rouwdouw die in 1991 op Crooked Stick tot ieders en nog het meest zijn eigen verrassing de US PGA won, hoewel hij maar als negende invaller op de eindtabel was geraakt. Daly ontpopte zich tot een van de hardste meppers op de baan. Helaas ook op zijn vrouw, wat hem tal van echtelijke en gerechtelijke procedures kostte. Daarnaast dronk John overmatig. Meerdere ontwenningskuren, onder andere in de befaamde Betty Fordkliniek, hadden slechts kortstondig succes. ‘Ik drink niet meer,’ juichte Daly toen hij er de eerste keer voortijdig was gaan lopen, ‘alleen nog bier’.

Terwijl iedereen hem al had opgegeven won hij de British Open van 1995, nota bene op de heilige Old Course van Saint-Andrews in Schotland, dé bakermat van het golf. Maar nadien liep het toch weer herhaaldelijk mis. Gewelddaden, balsturig gedrag, en zuipen, zuipen… mensen toch.

Daly slaagde er zelfs in om de grootste twee uit de golfgeschiedenis, Jack Nicklaus en Arnold Palmer, dodelijk te beledigen. Op het toernooi van Jack Nicklaus had hij op de achttiende zes putts nodig, omdat hij ze eenhandig sloeg. Dat was zoveel als tegen Nicklaus zeggen: ‘Jouw toernooi interesseert me geen bal.’ Op de Bay Hill, die door Arnold Palmer georganiseerd wordt, had hij op de zesde achttien strokes nodig. Achttien! Op een par vier. Daly sloeg zeven ballen na elkaar in hetzelfde meertje. Dat hij dat met opzet deed was meer dan duidelijk. Met zoiets wordt in golf niet gelachen.

Tijdens de US Open op de Congressional in 1997 stapte hij zonder boe of ba op tijdens de wedstrijd. Zonder zijn twee speelpartners of zijn caddy te verwittigen. Niemand op de baan wist waar Daly was, tot ze vanuit het clubhouse de boodschap kregen dat hij daar in de whisky was gedoken. De laatste jaren krijgt hij geen poot meer aan de grond. Hij is weggezakt tot de tweehonderdste plaats op de Amerikaanse ranglijst, en zijn fortuin is net als dat van Mike Tyson gesmolten als sneeuw voor de zon. Daly is tegenwoordig zelfs verplicht om met een aftandse mobilhome naar de toernooien te rijden.

Zijn tweede vrouw verliet hem terwijl hij in een ontwenningskliniek zat, zijn derde eveneens, en zijn vierde en voorlopig laatste, Sherrie Miller, werd van de zomer samen met haar vader aangeklaagd wegens drugshandel en het opzetten van een illegaal gokcircuit. Wat The Guardian tot de wel zeer dubbelzinnige kop inspireerde: ‘Daly in trouble on the fourth.’ In het gofljargon bedoelt men daar meestal ‘de vierde hole’ mee. Sherrie riskeert celstraffen tot twintig jaar. Zij en John hebben samen één kind, we mogen wel zeggen: het arme schaapje.

ER IS GEEN HOPE MEER

En het kan nóg erger dan met Woods en Daly. Bob Hope is namelijk dood. Overleden op 27 juli. Die dag verloor de wereld, en de golfwereld in het bijzonder, een van zijn kleurrijkste figuren. Begaafd komiek, aartsconservatieve patriot tot in het diepst van zijn vezels, maar een man die in het golfmilieu op handen werd gedragen. Vanwege zijn liefde voor de sport en de geestige opmerkingen die hij uit zijn mouw schudde zoals een goochelaar gemerkte kaarten. ‘Golf is goed voor de gezondheid’, zei hij altijd, ‘ook al kan het mensen geestelijk totaal ruïneren. Kijk naar mij: ik ben de gezondste idioot op de wereld.’ Bob is honderd geworden.

Hope speelde zelf graag en verre van slecht, maar ook lang niet zo goed als hij zelf had gewild. Na een rondje met Arnold Palmer vroeg hij: ‘Arnie, wat is er niet goed aan mijn spel?’ Waarop Palmer: ‘Als je het over golf hebt, dat is jouw spel niet. Was ik jou, ik zou het eens proberen als komiek.’ Bob zelf vergeleek zijn manier van golfen met een polospeler die zijn paard vergeten heeft, maar hij bleef onverdroten lessen nemen bij de beste profs van de wereld. Onder begeleiding van Ben Hogan bracht hij zijn handicap terug tot vier. Toen nam hij ook deel aan de Senior Tour, waarover hij vertelde: ‘Je hebt er geen gedacht van hoelang sommige van mijn tegenstanders al meedraaien. Die van gisteren tekende zijn scorecard af met een veer.’

Zoals alle groten organiseerde Hope ook zelf. De Bob Hope Classic in Palm Springs stond bij alle golfers met rood in hun agenda aangestipt. En de pro-ams (wedstrijden voor profspelers en amateurs) die Bob opzette voor allerlei goede doelen verdienen een plaats in het Pantheon van het golf. Meestal had Bob de zittende Amerikaanse president en het gros van zijn nog in leven zijnde voorgangers op de baan. In 1995 speelde hij op zijn 92e op de Indian Wells Country Club een volstrekt unieke foursome met Bill Clinton, George Bush senior, en Gerald Ford. Na afloop meldde Hope: ‘Clinton had de beste score, Ford de meeste fouten, Bush de meeste strokes, en ik heb het best vals gespeeld.’

Geen president keerde van dat soort partijtjes voldaan huiswaarts zonder dat hij door Bob met een paar sarcastische oneliners was afgemaakt. Gerald Ford, volgens Hope de gevaarlijkste driver sinds Ben Hur, was zijn geliefkoosde doelwit. Op een slotbanket sprak hij eens tot Ford: ‘Mijnheer de president, u hebt vandaag van golf een contactsport gemaakt. De volgende keer laat ik op uw golfcart een rood kruis schilderen. Maar u hebt ook bewezen dat u midden de mensen staat. Vooral bij shots twee tot en met acht. Was er toch maar iemand die u ervan kon overtuigen dat je een golfbal niet dwars door een boomstam kunt slaan.’ Toen Ford president was woedde de Koude Oorlog nog volop. Wat Hope deed uitroepen: ‘Als Andrej Gromyko ontwapeningsgesprekken voert met Gerald Ford, is het eerste punt op de agenda de golftas van de president.’

Hope speelde tegen de presidenten ook altijd om geld. En zorgde ervoor dat de camera’s erbij waren als moest worden uitbetaald. Toen Ford hem twintig dollar schuldig was, sprak Bob: ‘Ik ben blij dat ik op deze manier een beetje kan recupereren van al het geld dat ik al aan de staat heb betaald.’ Berucht is ook de scène met Dwight Eisenhower, die van Bob had verloren, tien dollar moest betalen, maar tot ongeloof van alle omstanders geen rooie duit op zak bleek te hebben. ‘Weet je wat?’ zei Eisenhower. ‘Ik heb vanmorgen vijftig miljoen dollar aan Bolivia geleend. Ga ze daar maar vragen.’ Waarna Bob terugsloeg: ‘ President Eisenhower has just given up golf for painting. It takes fewer strokes.

Hoe grover Bob, des te geweldiger de presidenten het vonden. Spiro Agnew, als vice-president van Richard Nixon betrokken bij de laatste opflakkering van de oorlog in Vietnam en als gouverneur van Maryland beschuldigd van belastingfraude, kreeg na een wedstrijd te horen: ‘Over deze score kan hij tenminste niet liegen. Het enige wat je moet doen is omkijken naar de fairway en het aantal gewonden tellen.’

Bob Hope kwam ter wereld in Engeland op 29 mei 1903, maar emigreerde al op zijn vierde naar Cleveland. Hij begon zijn carrière als komiek op de radio, schakelde later over naar die typische Amerikaanse comedyshows op televisie, en speelde in heel wat films. Meerdere keren met die andere grote golfliefhebber Bing Crosby, die ook een eigen toernooi had waar filmvedetten de revue passeerden en werden uitgelachen. Jack Lemon bijvoorbeeld, over wie Crosby zei: ‘Jack heeft in meer bunkers gestaan dan Eva Braun.’

Hope en Crosby konden het uitstekend met elkaar vinden. ‘Tot op het moment dat ze de rekening brengen’, pleegde Bob daaraan toe te voegen, omdat Crosby nogal van de gierige kant was. Volgens Hope was Bing naast de moeilijke veertiende hole op Pebble Beach gaan wonen om gratis aan ballen te raken. Toen Sam Snead op het einde van de Bing Crosby National Pro-Am de symbolische winnaarscheque van 500 dollar overhandigd kreeg, sprak hij: ‘Als het voor u hetzelfde is, mijnheer Crosby, zou ik liever cash betaald worden.’

Zijn grote populariteit dankte Bob Hope aan zijn veelvuldige optredens voor de Amerikaanse soldaten, van in de Tweede Wereldoorlog over Korea tot in Vietnam. Bovenal was hij een groot sportman en sportliefhebber. Als jonge man was hij bokser onder de schuilnaam Packy East, en hij speelde voor grof geld poolbiljart. Later, toen de showbizz en de film van hem een onmetelijk rijk man hadden gemaakt, werd hij mede-eigenaar van het baseballteam van de Cleveland Indians.

Van golf was hij ronduit bezeten. ‘Ik treed alleen maar op om mijn green fees te kunnen betalen’, vertelde hij. Hij schreef meerdere boeken met grappige verhalen en puntige commentaren over golf, volgens hem de zekerste manier om in minder dan vijf kilometer vijanden voor het leven te maken. Die vijanden had Hope misschien door zijn politieke overtuigingen, in het golf laat hij alleen vrienden achter.

Koen Meulenaere

‘golf: de enige vorm van sm die in de open lucht wordt bedreven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content