De eigenschappen van de moeder bepalen mee het succes van haar nakomelingen.

Het is een raadsel: hoe kunnen genetisch identieke wezens die in hetzelfde milieu opgroeien toch verschillen ontwikkelen? Je zou verwachten dat ze exacte kopieën van elkaar zijn.

Een studie in Nature wijst uit dat een belangrijke factor de leeftijd van de moeder is, alvast bij kleine draadwormen die voor onderzoek in laboratoria worden gebruikt. Wetenschappers schakelden genetisch identieke moeders in, die in exact hetzelfde milieu leefden. Jongere moeders kregen wormpjes die het er minder goed afbrachten dan wormpjes van oudere moeders. Ze groeiden trager, bleven kleiner en kregen zelf minder jongen. Het verschil bleek te wijten aan een eiwitcomplex dat jonge wormen nodig hebben: jonge moeders produceren er minder van dan oude.

Bevindingen voor wormen kunnen natuurlijk niet zomaar naar mensen worden geëxtrapoleerd, hoewel we een aantal genen gemeen hebben. Onderzoek in Human Reproduction wijst op een belangrijk verschil bij mensen: hoe ouder je moeder was bij je geboorte, hoe minder kans je hebt om zelf kinderen te krijgen. Tienermoeders krijgen gemiddeld dus meer kleinkinderen dan vrouwen die later zwanger worden.

Misschien zijn er epigenetische factoren in het spel die mee bepalen welke genen actief worden. Zo wijst The American Journal of Preventive Medicine erop dat vrouwen met zwaar overgewicht kinderen krijgen die later belangrijke gedragsproblemen ontwikkelen. Het effect is vooral merkbaar bij zonen. Ook hier is de bepalende factor nog niet bekend.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content