Steeds meer Vlamingen zijn geregeld op een chatbox te vinden. Terwijl ze veilig en anoniem achter hun computer zitten, leren ze tientallen mensen kennen. Sociaal contact wordt zo wel heel makkelijk, te makkelijk volgens sommigen.

‘Asl? asl? asl?’ Het is woensdagnamiddag. De chatbox van Radio Donna zit vol tieners op zoek naar een lief. Dus vragen ze iedereen meteen naar hun asl: age, sex, location. En dat werkt al snel op de zenuwen van de vaste chatters. ‘Donna is geen datebox en dat willen we zo houden’, luidt het. De door de wol geverfde chatters willen keuvelen met virtuele vrienden of onbekenden, de verveling verdrijven of antwoord krijgen op prangende vragen.

Op de Donnabox, een van de duizenden chatboxen op het net, zitten ’s avonds gemiddeld 350 babbelaars. Op andere vallen dagelijks maar een paar mensen binnen of zitten daarentegen constant meer dan duizend chatters door elkaar te ‘praten’. De bezoekers stappen er in een virtuele wereld, met eigen regels en gebruiken. Ze melden zich aan onder een zelf gekozen naam, een nick name. Niemand weet wie schuilgaat achter ‘sniper’, ‘katje’ of ‘F*! %16’. Tientallen gesprekken rollen zin per zin over het scherm.

Algemene chatkanalen zoals Donna, Studio Brussel of Kanaal Vlaanderen zijn dan wel geen dateboxen, het flirten is nooit veraf. Het is zoals op café: we gaan er niet naartoe om iemand op te pikken, maar keuren toch de hele tijd het volk om ons heen. In algemene babbelboxen wordt vooral over koetjes en kalfjes gepraat: muziek, seks, het weer, het avondeten, de prijs van een nieuwe autoruit of hoe een voetbalwedstrijd op tv verloopt. Alleen op gespecialiseerde kanalen, waar het in principe over één onderwerp gaat, blijven de chatters meestal bij de les. Wie een afspraakje wil, trekt beter meteen naar dateboxen. Op andere plaatsen wordt het niet geapprecieerd als je constant de hele goegemeente het hof maakt.

Al zijn er nog ergere dingen in het chat- leven. ‘Racisme, scheldpartijen en reclame maken, mag bij ons niet’, zegt Marc Thomis, operator van de Donnabox. Operatoren of ops houden het virtuele gebabbel in de gaten en kunnen chatters die de regels niet respecteren tijdelijk of voor altijd van de box gooien. Er wordt ook gebruik gemaakt van zogenaamde bots, computerprogramma’s die de conversaties controleren. ‘Als een bot bijvoorbeeld een hele regel zonder spaties detecteert, gooit hij de betrokkene eruit’, zegt Walter Vereecken, operator bij Studio Brussel. De regels variëren van kanaal tot kanaal. Bij Studio Brussel mag je bijvoorbeeld niet in kleuren typen, maar bij Donna kan dat zonder problemen. Bij Donna reageren de bots dan weer op een honderdtal bad words. Als iemand een woord uit die lijst gebruikt, zoals ‘nazi’, vliegt die er meteen uit. Ook al typte hij ‘een nazi is een slecht mens’. De ops zijn niet altijd even streng, op rustige momenten en tijdens nachtelijke babbels mag al wat meer pikante taal gebruikt worden. Bovendien voeren veel bezoekers gesprekken op privékanalen waar ze ontsnappen aan het alziend oog van de chatpolitie.

ALS EEN SOAPSERIE

Studenten en werklozen, tieners en bejaarden, bedrijfsleiders en poetsvrouwen. Chatters komen uit alle lagen van de bevolking. Al bestaat de grootste groep uit vrouwen. Ook jongeren hangen opvallend graag in de boxen rond. Maar niet iedereen is piepjong: steeds meer volwassenen raken ? vaak via hun werk ? vertrouwd met de computer en ontdekken dus ook de chatwereld. De meeste oudere chatters leven alleen of hebben veel vrije tijd. Vaak zijn het werklozen, huisvrouwen, alleenstaanden of gepensioneerden.

Niet dat gebrek aan vrije tijd een onoverkomelijke hindernis vormt. Heel wat mensen chatten stiekem op hun werk, anderen doen het ’s avonds om bij te komen van een harde werkdag of beperken zich tot de weekends. Nog anderen maken er een nachtelijk avontuur van. Zo ontstaan binnen een box subgroepen die elkaar op vaste uren vinden. ‘Tussen zeven en tien uur ’s avonds is het de beurt aan scholieren’, zegt Dieter De Maere, operator van Studio Brussel. ‘Dat zijn voor ons de drukste uren: veel slecht taalgebruik, veel overtredingen. Dus zijn op dat moment de meeste operatoren on line.’

Zoals soapseries mensen dag na dag aan de buis kluisteren en de personages haast geruisloos hun leven binnensluipen, wordt de box een vertrouwd onderdeel van het dagelijks leven van de chatters. Het lijkt dan ook geen toeval dat de meesten nog amper televisiekijken en minder slapen. Virtuele babbelaars beschouwen chatten als een tijdverdrijf of gewoon als een manier om te communiceren. Marc Thomis: ‘Ik heb een winkel en terwijl ik werk, ben ik meestal on line. Tussen de klanten en het papierwerk door ga ik af en toe kijken wat op de box gebeurt.’

De meesten hebben een paar favoriete stekken en blijven die lange tijd trouw. ‘Meestal blijf je plakken op de eerste plaats waar je mensen tegenkomt met wie het klikt’, zegt Thomis. De criteria zijn een beetje zoals voor een goed café: ambiance, mensen die op dezelfde golflengte zitten, een minimum aan ambetanteriken en gewillige schouders om op uit te huilen. Alleen kun je op café moeilijk met twintig mensen tegelijk praten en dat kan op een chatkanaal wel. Ervaren babbelaars zijn immers vingervlug en vertoeven veelal in verschillende boxen tegelijk. Op het hoofdkanaal een gesprek over voetbal voeren, privé over de dood van iemands moeder praten en ondertussen ook nog een lief oppikken? Het kan allemaal, zolang de chatter behendig van gesprek wisselt.

De meeste chatfanaten zijn er zich heel goed van bewust dat hun hobby een verslaving kan worden. ‘Meestal chatten mensen in het begin heel intens en neemt dat na een tijdje af’, zegt Donna-operator Tommy Struys. Hij spreekt uit ervaring. ‘Aanvankelijk zat ik tot vier uur ’s ochtends achter mijn scherm, waardoor ik de volgende dag met rode oogjes naar de les ging. Toen mijn rechterarm op een dag stijf was van het manoeuvreren met de muis, wist ik dat ik het wat moest temperen.’

Stoppen met chatten blijkt echter niet altijd even makkelijk te zijn. ‘Ik heb er geregeld genoeg van, dan neem ik me voor er niet meer te herbeginnen. Maar na een tijd begin ik gewoon opnieuw’, zegt chatter Elke Suys. Sommigen blijven wél van de box weg, omdat de roep van de realiteit te luid wordt of omdat ze er gewoon genoeg van krijgen. Een minderheid komt er echter niet meer van los. Vaak zijn dat mensen die nogal geïsoleerd leven, moeilijk contacten leggen of eenzaam zijn.

Kun je verslaafd raken aan chatten? De specialisten zijn er nog niet uit. Wel staat vast dat computergebruik problematisch kan zijn. Hulpverleners vergelijken het vaak met een telefoon-, gok- of contactverslaving. ‘Extreem mediagebruik is vaak geen verslaving op zich’, zegt Jan Van den Bulck, directeur van het Centrum voor Publieksonderzoek van de KUL. ‘Het is een symptoom voor iets anders. Wie zich niet goed in zijn vel voelt, vlucht soms in het chatten. Dat kan je iets geven waar je moeilijk buiten kan of iets wat je mist in je dagelijkse leven, zoals het idee bij een groep te horen.’

NAAKT EN ZONDER SCHROOM

Waarom gaan die mensen niet gewoon uit? Op een cursus bloemschikken of een chirofuif ontmoet je toch ook allerlei mensen? Dat is ook zo, maar in een chatbox ben je anoniem en dan is een blauwtje lopen of een belediging incasseren een stuk makkelijker. En dat is net wat chatten zo aantrekkelijk maakt. Alle sociale drempels vallen weg. In de virtuele wereld bepaal je zelf wie, wat en waar je bent. Of zoals een gehandicapte zei: ‘In de box heb ik weer benen.’ Bovendien is er altijd wel iemand als je zin hebt in een babbel, en dat is volgens Dirk De Grooff, hoofddocent Communicatietechnologie aan de KUL, de grote aantrekkingskracht. ‘Volgens mij is de chatbox populair omdat je daar op een heel eenvoudige manier met anderen in contact kan komen’, zegt hij. ‘Bovendien speelt uiterlijk niet mee. Je moet je bij wijze van spreken uitkleden, naakt, zonder schroom naar andere mensen gaan.’

Vingervlugge surfers met originele ideeën en een luisterend oor prijken hoog op de sociale chatladder. Bovendien gaat chatten iets trager dan spreken, waardoor je even bedenktijd krijgt om een vraag te beantwoorden of ad rem uit de hoek te komen. Bij de veelvuldige en vaak korte ontmoetingen komt het erop aan snel je gesprekspartner af te tasten. Daarvoor is een cyberdialect ontstaan, een mengelmoes van Nederlands, Engels, dialecten, afkortingen, tekeningetjes en letterwoorden (zie kader).

De anonimiteit zorgt voor een veilig gevoel waardoor chatters makkelijker vrijuit praten. Mensen die op de trein of in de wachtkamer bij de dokter nooit iemand zouden durven aan te spreken, storten in een babbelbox hun hart bij wildvreemden uit. ‘Ik heb een chatvriendin die ik nog nooit heb gezien, maar toch weet ze alles van mij. Ik vertrouw haar en weet dat ze mijn geheimen bewaart’, aldus Elke Suys. En als zo’n boezemvriendin toch begint te zeuren, zet je de computer gewoon af. ‘Je voelt je niet alleen, maar je bent het wel en dat is lekker veilig’, zegt chatter Kitty Tarzia. ‘Je hebt contact met mensen, maar je hebt de touwtjes zelf in handen. Als je uitgaat, word je vaak lastiggevallen. Maar in een chatbox ben je beschermd.’

Maar chatten is niet allemaal love & peace. De anonimiteit en onzichtbaarheid doen het laagje beschaving over de brave burger snel wegsmelten. Waarom sociale regels eerbiedigen als niemand weet wie je bent en je geen klappen riskeert als je iemand beledigt? Iemand met de nick ‘Wendy18’ krijgt doorgaans een bombardement van indiscrete voorstellen over zich heen. Van mannen én van vrouwen. Van vrouwen die zich voordoen als man. Van jongetjes die zich voordoen als mannen… Die verbale exhibitionisten willen soms alleen maar shockeren, maar meestal denken ze zo wat aandacht te krijgen. Voor het minste barsten sommigen al uit. Slordige taal en dialecten tieren welig op de box, maar wee degene die een dt-fout op de chat gooit: ‘Debiel!’ ‘Kalf!’ ‘Leer spellen!’ En dat is nog maar het begin.

Sommige chatters lijden net niet aan mondloop. Ze ‘lurken’: ze volgen stilzwijgend de gesprekken zonder zich erin te mengen. De box is dan ook een uitgelezen biotoop voor mensen met voyeuristische trekjes. Voor gefrustreerden, pedofielen, lastpakken of perverten vormt het web zelfs een waar paradijs. ‘Op het net kan je zijn wie je wil’, zegt Walter Vereecken. ‘Als ik me een identiteit aanmeet waar ik me aan hou, is alles mogelijk. Als ik een briefje naast mijn scherm hang zodat ik niet vergeet dat ik een meisje van veertien ben, in het tweede middelbaar zit en graag dans, kan ik dat lang volhouden.’

Veel chatters zijn zich van geen kwaad bewust. ‘Er zijn mensen die meteen alles vertellen en hun adres en telefoonnummer geven’, aldus Struys. Vooral kinderen zijn makkelijke prooien, ze geven snel persoonlijke informatie door. Ook al gaan ze niet altijd op een uitnodiging in, toch kan er nog veel fout gaan. ‘Als een kind van twaalf een link krijgt naar een harde pornosite, maakt dat wel degelijk indruk’, zegt Vereecken.

Maar het zijn niet alleen mensen van kwade wil die afspraakjes regelen. Meer nog, voor veel chatters komt er een moment waarop ze hun virtuele vrienden ontmoeten. De operators nodigen hun chatters geregeld uit voor een concert of fuif, sommige virtuele vrienden nemen zelf het initiatief. ‘Pas na een half jaar heb ik die stap gezet’, aldus Suys. ‘Ik heb ondertussen al verschillende chatvrienden in levenden lijve gezien. Soms klikt het, soms niet. Maar je hebt een voorsprong: je hebt elkaar leren kennen zonder dat het uiterlijk meespeelt. Daardoor kom je in contact met mensen die je in het dagelijks leven nooit zou aanspreken.’

Soms wordt een virtuele vriendschap in het echte leven verdergezet. ‘Het is ongelooflijk hoeveel mensen elkaar vinden’, aldus Vereecken. ‘Maar soms lopen huwelijken ook door dat gechat op de klippen. Ikzelf beniet met chatten begonnen om een vriendin te vinden, maar het is me toch overkomen. Na een maand spraken we eens af, enu wonen we samen.’

Lieve Reynebeau

‘Chatten kan je iets geven wat je in je dagelijkse leven mist, zoals het idee bij een groep te horen.’

In een chatbox ben je anoniem en dan is een blauwtje lopen of een belediging incasseren een stuk makkelijker.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content