?Acteren is zo persoonlijk. Je moet er zuinig mee zijn.? Antje De Boeck over de monoloog ?Colometa? en de keuzes van de acteur.

NA Chris Lomme met ?Het mens? gaat nu ook Antje De Boeck voor het eerst solo. Ze wordt, in een productie van De Korre, geregisseerd door Bob De Moor. Het gaat om een bewerking van het boek van de Catalaanse schrijfster Mercé Rodoreda : ?La Plaça del Diamant?, in het Nederlands verschenen als ?Colometa?.

De Boeck kreeg het boek van een vriendin en was meteen onder de indruk. Ze wou het eerst zelf regisseren, maar kwam uiteindelijk met De Korre overeen om de monoloog zelf te spelen. Meteen haar eerste solo. Op het einde van het seizoen volgt haar regiedebuut, eveneens in De Korre.

Velen kennen Antje De Boeck als Nette uit de Daens-film van Stijn Coninx of als Jeanne in ?Manneken Pis? van Frank Van Passel, twee vertolkingen waarvoor ze internationale erkenning kreeg.

Was het aanvankelijk uw bedoeling om filmactrice te worden ?

ANTJE DE BOECK : Aanvankelijk had ik geen bedoeling. Ik dacht, laat ik eens proberen en van het één is het ander gekomen. Maar het is normaal dat meer mensen mij kennen van de film, want daarmee bereik je ook ineens meer mensen. Het zou natuurlijk prettig zijn mocht dat met theater ook kunnen, maar dat lijkt me nog niet mogelijk.

U bent halfweg de jaren ’80 begonnen bij De Witte Kraai van Sam Bogaerts, wat qua bestaanszekerheid niet zonder risico was.

DE BOECK : Ik denk dat het voor mij een heel goede start was. Ik ontmoette er acteurs als Warre Borgmans en door deze mensen bezig te zien, word je heel fris. Daar was ook samenwerking mogelijk tussen mensen die al langer in het vak stonden en jonge spelers. Wie naar een gevestigd gezelschap ging, kwam in een vergrijsde situatie terecht waar de ouderen al moegestreden waren. Ik vond dat de energie van de acteurs moest gaan naar wat je samen maakt en niet moest dienen om één of ander instituut te bevechten.

U gaat dit seizoen als regisseur debuteren. Betekent regisseren voor u aan de andere kant staan en dingen opleggen ?

DE BOECK : De regisseurs met wie ik tot nu toe het liefst heb gewerkt, zijn mensen die niet zozeer iemand iets opleggen, maar die de speler toestaan zichzelf te zijn, kwetsbaar te zijn. Voor mij is een regisseur een tussenpersoon die de acteur helpt en geruststelt. Ik vraag van de speler dat hij zich goed voelt, zodat hij de dingen uit zichzelf kan laten opkomen. Ik moet de stress wegnemen.

Met ?Colometa? gaat u mee in het verteltheater dat De Korre nu al een hele tijd beoefent.

DE BOECK : Het boek is in de ik-vorm geschreven en nodigt daar sterk toe uit, en ik heb een heilig respect voor schrijvers. Ik wil het dus niet ontheiligen. Wat ik mooi vind in het verhaal is de grootheid van gevoelens en de onmacht die daar heel vaak mee samengaat. Het is ook zeer herkenbaar. Het gaat over hoe ieder van ons dingen aanvoelt en goed wil doen. Maar ik ben die Colometa niet. Ik neem een zekere afstand tot haar verhaal. Ik kleed me op en kom het vertellen voor een publiek van hier en nu. Ik kan het vergelijken met de manier van vertellen van, bijvoorbeeld, grootouders die over de oorlog bezig zijn. Hun verhaal krijgt langzaam vaart en ze zijn bij momenten geëmotioneerd. Zo werkt dat. Maar het is moeilijk uit te leggen omdat het zo simpel en vanzelfsprekend is.

Het is blijkbaar moeilijk praten over acteren ?

DE BOECK : Ja. Je moet het doen. Mensen die een toneelvoorstelling gezien hebben, kunnen makkelijker uitleggen wat acteren eigenlijk is. Zij hebben een overzicht. Wie erin staat heeft dat niet. Het publiek is rechter. Als acteur vraag je het publiek of je het goed of slecht hebt gedaan. Uit jezelf weet je het maar een beetje.

Is klein van gestalte zijn een handicap voor een actrice ?

DE BOECK : Ik heb er geen problemen mee. Uitzicht, gestalte, eventuele handicaps spelen geen rol in zover ze voor de persoon zelf geen rol spelen. Betrokkenheid, dat is belangrijk. Of je nu oud, dik of lelijk bent, als je als actrice betrokken bent bij wat je doet en je meent het en je wilt dat vertellen aan de mensen die komen kijken, dan ga je open en de mensen voelen dat. Het zijn tenslotte niet de imperfecties die de eigenheid van de persoon uitmaken. De mentaliteit is nu dat je als vrouw maar 40 kilo mag wegen en er jong moet uitzien. Maar als je dat als actrice naast je kan neerleggen dan geef je het publiek wat het toekomt. Wat loont is dat de mensen voelen dat wat op het toneel gebeurt met hen te maken heeft.

Ziet u een lijn in wat u tot nu toe op het toneel en in de film hebt gedaan ?

DE BOECK : In alles wat men mij heeft aangeboden, heb ik altijd eerst gezocht naar de raakpunten met mezelf. Ik heb me altijd afgevraagd waarom ik het zou vertellen en hoe ik het zou doen. Vind ik geen raakpunten, dan doe ik het niet. Liever geen werk, dan daar maar wat staan uit te kramen. Daarvoor vind ik mijn verantwoordelijkheid als actrice te groot. Staan liegen tegen een publiek is even erg als staan liegen tegen je lief of je vader, en het ergste is : als speler staan liegen tegen jezelf.

Ik zoek ook nooit rechtlijnigheid noch perfectie in de karakters die ik speel. Ik zoek wat er schoon is in de zogenaamde slechtheid van de mens, wat gewiekst is in zijn zogezegde goedheid. Een mens is complex. Hij kan een beest worden omdat er op zijn ziel is getrapt.

Ook als acteur weet je niet hoe een mens precies in elkaar zit. Dat is juist het boeiende : nagaan wie iemand is en hoeveel respect hij verdient. In ieder van ons zit poëzie en eenvoud. Niet te verwarren met banaliteit. We hoeven niet zo banaal te zijn als de commerciële wereld wil dat we zijn. Dat geeft de meerwaarde aan het theater, dat de mensen komen om iets van zichzelf te ontdekken.

U klinkt zo idealistisch.

DE BOECK : Ik maak me kwaad over mensen die verdriet hebben over dingen die het niet waard zijn dat men er verdriet over heeft : een tweede auto, enkele kilo’s meer of minder. Daarom heb ik ook de pretentie op een podium te gaan staan en het publiek deelachtig te maken in de kans die ik krijg om me op een bepaalde manier kwaad te maken. Is dat ijdelheid ? Dat is een gezonde zin voor verantwoordelijkheid, vind ik.

Hoor ik nu de strijdbare Nette uit ?Daens? ?

DE BOECK : Men vraagt me wel eens wat er van mezelf zit in de rollen die ik speel. Dat is een zeer persoonlijke vraag en eigenlijk onzin. Een rol is geschreven, ze is dode letter. Nette bestaat niet vóór ze is gespeeld. Ik geef aan die rol een uitleg, maar een andere actrice zou er een andere en wellicht een even goede betekenis aan geven. Belangrijk is dat de essentie erin zit.

Acteren is een mooi beroep en ik heb ondervonden wat je er mee kunt geven door mijn collega’s bezig te zien. Maar het is ook zo persoonlijk. Je moet er zuinig mee zijn. Als je een verhaal vertelt omdat het voor jezelf veel betekent, dan geef je ook veel van jezelf prijs. Dan blijkt dat het ook voor anderen, het publiek iets betekent. Is dat strijdbaarheid ? Misschien is het een reden om het beroep te blijven doen. Strijdbaar wil ik dat niet noemen. Want ik heb niet veel om tegen te schoppen buiten de dingen waartegen iedereen zich verzet, zoals de commercialisering van alles en dat alles zo ver van de mens af gaat staan. Ik vind mezelf dus niet veel moediger dan de andere mensen.

Roger Arteel

Antje De Boeck : Acteren is op zoek gaan naar wat schoon is in de zogenaamde slechtheid van de mens.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content