De kust is goed voor bijna de helft van de toeristische omzet in Vlaanderen. Minister voor Werkgelegenheid en Toerisme Renaat Landuyt (SP.A) wil met zijn Kustactieplan nieuwe klemtonen leggen. ‘We moeten dringend gaan beseffen dat ons beste product de natuur zelf is.’

Onze kust is amper 67 kilometer lang en nagenoeg volgebouwd. Toch blijven projectontwikkelaars en architecten, vaak in samenspel met lokale gezagsdragers, azen op elke vierkante meter open ruimte. Maar er is hoop. Van De Panne tot Knokke laat de afdeling Natuur van de Vlaamse overheid hele kuststroken in hun oorspronkelijke staat herstellen: met natuurbeschermingsstatuten en pakken geld in de hand.

Dat gebeurt nu in het bijzonder in de gemeenten De Panne, Koksijde, Nieuwpoort, Oostende, Bredene, Zeebrugge, Knokke-Heist en misschien zelfs in Het Zoute. Al blijft het daar wachten op de verkoop ‘in der minne’ van de Zwinbosjes door de Compagnie Het Zoute aan het Vlaamse Gewest. De Compagnie wil niet verkopen zolang minister van Ruimtelijke Ordening Dirk Van Mechelen (VLD) de gewestplanbestemming niet wijzigt van de cafetaria aan het vervallen zwembad en van de parking dichtst bij de wandeldijk. Op die exclusieve plek, daarom Finis Terrae genoemd, wil de Compagnie namelijk twee appartementvilla’s optrekken met een nokhoogte van 18 meter. Die worden dan meteen de duurste appartementen aan de kust.

Voor zo’n 3,70 miljoen euro heb je dan wel een uitzonderlijke flat met uitzicht op zee, het Zwin én wellicht ook op Electrabels eerste vijftig windmolens. Federaal minister van Leefmilieu Magda Aelvoet (Agalev) heeft daar vorige week dinsdag de vergunning voor toegekend, maar Leopold graaf Lippens, eigenaar van de Compagnie en burgemeester van Knokke-Heist, gaat daartegen in beroep bij de Raad van State. Zelfs de groenen onderschatten al eens de potentiële uitstraling van de ongerepte natuur.

De kust is goed voor 36 procent van alle daguitstapjes van de Belgen en voor bijna de helft van de toeristische omzet in Vlaanderen. Met paars-groen kreeg Vlaanderen voor het eerst een voltijdse minister van Toerisme, die ook bevoegd is voor Werkgelegenheid. Het Kustactieplan 2000-2004 van minister Renaat Landuyt (SP.A) is goed voor 12,5 miljoen euro per jaar. Tussen 2000 en 2006 komt daar nog eens 100 miljoen euro bovenop van het Europese Doelstelling-II-programma. Naast de vijf reeds gelanceerde projecten komen er dit jaar nog acht bij.

Renaat Landuyt: ‘Naar Nederlands voorbeeld moeten wij dringend beseffen dat ons beste product de natuur zelf is. Als minister van Werkgelegenheid kan ik, via tewerkstellingsprojecten, het natuurbehoud ondersteunen en als minister van Toerisme nog andere middelen aanwenden om onze natuurrijkdom te laten renderen. Vlaanderen kan slechts een volwaardig toeristisch product zijn, als het er ook voor de eigen mensen goed leven is.’

ILLEGALE CAMPINGS

Een van de pijnpunten van het kustbeleid blijft de uitvoering van het campingdecreet van 1993. In mei 2000 werd de sanering van de campings aan de provincies toevertrouwd. Zij moesten een en ander nog maar eens onderzoeken ( Knack 20/9/00). In juni 2001 werd de lijst van campings die voor regularisatie in aanmerking kwamen goedgekeurd. In juni 2002 telde Vlaanderen 342 ’terreinen voor openluchtrecreatie’. 138 daarvan liggen in de tien kustgemeenten. Vandaag zijn 49 van deze 138 kampeerterreinen wettelijk nog niet in orde. Een aantal niet-vergunde zonevreemde terreinen kreeg tot juni 2003 de tijd om zijn zaken in orde te brengen. Zo zijn er twee in Blankenberge, twee in Knokke-Heist en telkens één in De Haan, Koksijde, Middelkerke en Nieuwpoort. Andere campings als die van Landsverdediging in Lombardsijde, de Noordduinen in Koksijde of Cosmos en Jacques-junior (ex-Cristal Palace) in de strandduinen van Westende/Middelkerke blijven planologisch zonevreemd, kunnen nooit een vergunning krijgen, maar doen verder alsof er niks aan de hand is.

Landuyt: ‘Misschien moet ik het campingdecreet van 1993 veranderen. Het decreet zegt dat de Vlaamse overheid, Toerisme Vlaanderen dus, moet vaststellen wie een camping uitbaat zonder vergunning. De ambtenaren van Toerisme Vlaanderen zijn nu bevoegd om overtredingen ter zake vast te stellen. Op basis van die processen-verbaal kan de procureur des Konings een strafdossier samenstellen en kan de rechtbank eventueel een dwangsom en schadevergoeding opleggen. De ambtenaren van Toerisme Vlaanderen zijn evenwel niet bevoegd om een illegale camping te sluiten. Daarom heb ik als Vlaams minister van Toerisme de parketten-generaal gewezen op de normvervaging waarvoor een aantal campings model staan. Illegale campings krijg je niet weg zolang de parketten geen voorrang geven aan de 38 overtredingen die Toerisme Vlaanderen en de politie al in processen-verbaal hebben vastgelegd. De regering moet signalen kunnen geven aan het parket om bepaalde politieke prioriteiten ook daar bij voorrang te laten behandelen. Maar een jaar later is mijn frustratie alleen maar groter geworden. De parketten zijn niet kordaat genoeg, en ik heb niet de bevoegdheid om die campings te sluiten . Iedereen moet de wet respecteren. Ook het gerecht.’

BRUGGE AAN ZEE

Om alle gewestelijke, gemeentelijke en private instanties in het kader van zijn Kustactieplan op elkaar af te stemmen, werkt minister Landuyt met (zes) projectmanagers. Zo wordt de kust gepromoot als bestemming voor congressen en incentive-reizen; wordt de vissershaven in Zeebrugge verfraaid als antwoord op de uitbreidingsplannen van de industriehaven ( Knack 22/5/02); wordt in Nieuwpoort gezorgd voor de samenhang tussen de ontwikkeling van het natuurreservaat aan de IJzermonding en de heraanleg van de andere oever; wordt de pier van Blankenberge niettegenstaande de onverwachte meerkosten toch verder gerenoveerd en wordt een fietsroute langs de kust aangelegd, waar ook de kusttram met huurfietsstallingen zal op aansluiten.

Landuyt: ‘De fietsroute, die volgende zomer grotendeels klaar zal zijn, is meer dan een fietspad. De route legt een structurele band tussen een aantal bezienswaardigheden en anders ontoegankelijke natuurgebieden. Ook voor de wandelaar. Door bijvoorbeeld een toegangsweg voor auto’s voorbij de Doornpanne in Koksijde af te sluiten, wordt wellicht het aaneengesloten natuurgebied gerealiseerd waar de afdeling Natuur van de Vlaamse overheid al zolang van droomt. De vzw Natuurpunt helpen wij dan weer een handje door in het kader van de sociale tewerkstelling geen 15 maar 30 ‘natuurarbeiders’ in dienst te nemen. Ook zij kunnen de natuurwaarden alleen maar aantrekkelijker maken voor het toerisme. Anderzijds hebben wij het Europese Doelstelling-II-programma uitgebreid van Oostende tot en met Heist. Daardoor kan een verwaarloosd gebied als Zeebrugge voortaan ook Europese steun krijgen, op voorwaarde dat de overheid en de privésector op hun beurt investeren.’

‘Het havenbestuur van Brugge is geneigd uitsluitend aandacht te hebben voor de haven en vergeet algauw zijn kustgemeenten. Maar met een industriehaven ben je toeristisch en cultureel niks. Als wij erin slagen zowel de vissershaven van Zeebrugge als de polders toeristisch te ontwikkelen, dan wordt Brugge meer dan een cultuurstad en Zeebrugge meer dan een desolaat haventerrein. De polders in de achterhaven zijn overigens van groot cultuur-historisch en ecologisch belang. Precies daarom worden ze beschermd door de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen en zijn ze geselecteerd als een van de Grote Eenheden Natuur (GEN) om deel uit te maken van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). Brugge heeft meer te bieden dan de Damse vaart. Er is onder andere de unieke Dudzeelse Polder in de achterhaven. De Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen (MBZ) wil ook die resterende 174 hectaren onder het beton zien verdwijnen. De MBZ zal dan toch eerst moeten bewijzen welke “de dwingende reden van groot openbaar belang” is die een uitzondering op de natuurbeschermingsstatuten kan rechtvaardigen. De MBZ zal ook moeten uitleggen hoeveel arbeidsplaatsen zij precies daar zal creëren. En mochten er dan toch voldoende argumenten zijn om groen te doen wijken voor havenactiviteiten, dan zal het verlies aan natuurgebied andermaal gecompenseerd moeten worden door nieuwe natuurgebieden te beschermen – al wil ik niet dat collega van Landbouw en Leefmilieu Vera Dua (Agalev) hiervan een symbooldossier maakt.’

‘Ik zie evenwel geen afdoende argumenten om nog meer natuurgebieden op te offeren. Integendeel, de bestaande haventerreinen kunnen beter benut worden. Zowel de werkgelegenheid als de levenskwaliteit kunnen beter. Dezelfde redenering geldt ook voor de aanpassingen aan de N31, de expresweg Brugge-Zeebrugge. Ook hier is de leefbaarheid van de omwonenden in Zwankendamme, Lissewege en Dudzele mijn eerste prioriteit. Heeft de haven daar baat bij, des te beter. Maar wij kunnen niet dulden dat de havenautoriteiten Zeebruggedorp dermate isoleren dat het een tweede Doel wordt. De dorpskern van Zeebrugge wordt al te lang verwaarloosd. Laten we nu eerst de kaaien van de oude vismijn en van de jachthaven in Zeebrugge opwaarderen met een nog aan te leggen promenade. En laten we ook hier de sfeer scheppen die velen nu in Normandische haventjes als Honfleur opzoeken. Zowel de vissers als de winkeliers en de projectontwikkelaars staan klaar om de Zeebrugse jacht- en vissershaven nieuw leven in te blazen.’

NEWPORT AAN DE IJZER

Flanders New Port-2002, een groots project ter verdubbeling van de jachthaven van Nieuwpoort, komt er dus niet – mede door de aarzelende houding van burgemeester Roland Crabbe (CD&V). Ook het getouwtrek tussen de jachtclubs blijft duren. De heraanleg van de oevers van de IJzermonding gaat wel door ( Knack 29/8/01). De sloping van de vroegere marinebasis is achter de rug en de Vlaamse overheid herstelt het gebied nu als natuurreservaat in zijn oorspronkelijke staat. Zo moet de IJzermonding met duinen, slikken en schorren opnieuw een uniek estuarium worden. Op de andere oever vordert de aanleg van een geplaveid fietspad en van de houten promenade tussen Nieuwpoort-bad en Nieuwpoort-stad. Die paden lopen langs de IJzermonding en straks wellicht ook langs een nieuwe jachthavenkom, met aanpalende laagbouw in de withouten Newportstijl, vernoemd naar het pittoreske haventje tussen New York en Boston.

Landuyt: ‘Toen wij in Nieuwpoort mogelijkheden zochten om niet alleen de rechteroever met het natuurreservaat te herwaarderen, werd een oud plan opgevist om op de linkeroever een goeie honderd vijftig bijkomende ligplaatsen uit te graven met daaromheen woon- en winkelgelegenheden. Vanaf de nieuwe promenade, die nu bijna voor de helft klaar is, komen kijkposten die uitzicht bieden op het natuurreservaat, de monding van de IJzer, de zee en de jachthavenkommen. Het plan is haast klaar, maar nu moeten alle betrokkenen zich daarin nog zien te vinden. Daarom werd ook hier een projectmanager aangesteld.’

AAN FORT NAPOLEON

Dat ‘de koningin der badsteden’ aan een opknapbeurt toe is, was allang duidelijk. De karakteristieke hoerenbuurt verhuisde van de Van Iseghemlaan naar de Hazegraswijk, maar daarmee is de verkrotting nog niet verdwenen. De Visserskaai werd heraangelegd, waardoor de typische restaurantjes hun uitzicht op de vissershaven verloren. Maar ook hier is er hoop. Naar aanleiding van de overigens nog steeds (zelfs voor de Raad van State) betwiste aanleg van een opgespoten strand tussen het Casino-Kursaal en het Klein Strand, groeiden de plannen om deze kant van de haven meteen te renoveren. Naast het zogenaamde groeistrand komt een strekdam. En daarbovenop een nieuwe metalen pier, die uitkijkt op het aloude houten staketsel, de haven, de zee en de stad.

Het oostelijk staketsel zal in een latere fase vervangen worden door een nieuwe strekdam zodra ook de havengeul van Oostende uitgediept en verbreed wordt ( Knack 21/2/01). De uitvoering van het project is nu gepland voor 2003. Intussen onderzoeken alle betrokken autoriteiten, onder begeleiding van Vlaanderens bouwmeester Bob Van Reeth, hoe de rommelige oostelijke havenkant, tussen Fort Napoleon en de kaaien, heringericht kan worden tot een stedenbouwkundig en misschien zelfs ecologisch aantrekkelijke buurt. De verlanglijstjes van Oostende en Bredene, twee door de SP.A gedomineerde gemeentebesturen, houden de mogelijke natuurontwikkeling bij de oostelijke strekdam voorlopig evenwel tegen.

Landuyt: ‘Oostende gaat niet onnodig concurreren met de grootste wereldhavens. Oostende zoekt zijn meerwaarde in eigen streek en wil aanvullend zijn in het kader van een mogelijke Vlaamse havenpolitiek. Uit dat oogpunt zijn de investeringen in Oostende goed overwogen en doelgericht. Als Oostende meer en grotere cruiseschepen wil aantrekken, dan weet Oostende dat het deze markt aankan. Waar anders dan in Antwerpen en Oostende kunnen de passagiers zomaar van hun kajuit de stad in? Zoals wij Zeebrugge tot een aantrekkelijke toegangspoort tot Brugge willen uitbouwen, kan ook de Oostendse haven aantrekkelijker worden gemaakt. Zeker op de oostelijke oever. De overheid kan ook daar een dermate gepast kader scheppen dat de privésector erop afkomt en iedereen er wel bij vaart. Havenbazen moeten beseffen dat zij niet alleen aandeelhouders maar ook buren hebben en dat havens niet meer kunnen uitbreiden ten koste van de leefbaarheid van hun omgeving. Zo niet verliezen zij hun maatschappelijk draagvlak.’

MON JARDIN

Voor sommigen blijft de honderdjarige Royal Ostend Golf Club, net zoals een paar andere koninklijke clubs, behoren tot ‘het erfgoed van de Belgische golfgemeenschap’. En die wil daar, ongeacht de nieuwe staatsstructuren, aparte rechten aan koppelen. Zo hoopt ze in Vlaanderen aan de natuurbeschermingsstatuten te ontkomen en nog meer open ruimte in te palmen. Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening Dirk Van Mechelen (VLD) liet zich vorig jaar voor de kar spannen van de Koninklijke Belgische Golf Federatie om zowaar alle 1000 ha, die het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen tot 2007 voor bijkomende recreatie voorziet, meteen te reserveren voor nieuwe golfterreinen. Daarom alleen al werd Van Mechelens Golfmemorandum door zijn collega’s en door Natuurpunt weggelachen ( Knack 24/4/02).

Landuyt: ‘Onze regel is dat groen boven alles gaat en dat de bestaande natuurbeschermingsstatuten nageleefd moeten worden. De golfclubs moeten zich leren aanpassen. En als een golfclub niet te reglementeren valt, moet ze verhuizen. Wij zullen de golfspelers en de kampeerders niet van vandaag op morgen uitdrijven, maar beide groepen moeten weten dat bepaalde activiteiten wettelijk niet meer kunnen. Toerisme is een sterk argument, maar kan geen reden zijn om de wet te overtreden. Voor de Royal Ostend Golf Club, die in natuurgebied ligt, biedt Oostende zelf een prachtig alternatief, namelijk het terrein van de Wellington-renbaan. Bovendien is dit reeds een recreatiezone op het gewestplan.’

‘De ondertekenaars van de petitie voor het behoud van de Royal Zoute Golf Club (die de gemeente Knokke-Heist sinds kort laat circuleren) moeten weten dat dit gebied als parkgebied op het gewestplan is ingekleurd en dat het beschermd is in het kader van de Europese Habitatrichtlijn, met alle verplichtingen en verbodsbepalingen vandien. Maar daar zwijgt burgemeester Leopold Lippens uiteraard over, want hij is ook de eigenaar en de voorzitter van de Royal Zoute Golf Club die hij, naar verluidt, ‘ mon jardin’ noemt. Wij wachten nog steeds op de herwerkte golfnota van collega Van Mechelen. Wij zijn niet tegen golfterreinen, als ze maar op de juiste plaats liggen en de wet respecteren. En geef toe dat er andere prioriteiten zijn om de kust een nieuw elan te geven.’

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content