De volgende Vlaamse regering zal moeten kiezen: meer besparen of minder uitgeven.

De Vlaamse overheid zit er warmpjes in terwijl de federale staat zogoed als failliet is. Die boutade werd het afgelopen jaar geregeld gebruikt om eisen voor een nieuwe staatshervorming kracht bij te zetten of om de Vlaamse regering ertoe te bewegen de een of andere genereuze geste te doen. De bewering houdt ook steek. Op 1 januari 2009 kon Vlaams minister van Begroting Dirk Van Mechelen (Open VLD), die jarenlang een heel voorzichtig begrotingsbeleid had gevoerd, trots aankondigen dat Vlaanderen schuldenvrij was. De euforie duurde evenwel maar drie weken. Toen moest de Vlaamse regering alweer geld lenen om het noodlijdende KBC op het droge te trekken. Maar dat vormde slechts een onopvallend vlekje op het budgettaire blazoen van de ploeg van Kris Peeters (CD&V).

In vijf jaar werd in Vlaanderen immers een schuld van 1,7 miljard euro weggewerkt. De regering legde ook conjunctuurprovisies aan, die in het Toekomstfonds werden gestort als ze niet gebruikt hoefden te worden. Ondertussen nam de Vlaamse overheid nog 642 miljoen euro schulden over van de gemeenten, en loste die af. De centen kwamen ook vlot binnen. Onder meer doordat steeds meer mensen uit zichzelf schenkings-, successie- en registratierechten begonnen te betalen nadat die waren verlaagd.

Aan het einde van de bestuursperiode volgde echter een valse noot: de regering diende een al te optimis-tische begroting in voor 2009. Zelfs Dirk Van Mechelen heeft ondertussen toegegeven dat de begroting dit jaar wellicht in het rood zal gaan.

1De schuldenbeperken

‘Volgend jaar zal de Vlaamse regering het door de crisis met 1,5 tot 2 miljard euro minder moeten doen’, waarschuwde federaal premier Herman Van Rompuy (CD&V) onlangs. Daarmee reageerde hij op de verkiezingsbeloftes van de verschillende Vlaamse partijen, waaronder de verdubbeling van de jobkorting die de Open VLD voorstelt en de Vlaamse kinderbijslag van CD&V. Het Durfplan van de SP.A gaat dan weer uit van een begrotingsevenwicht en een beleidsmarge van 1,8 miljard euro over vijf jaar, maar dat zit er volgens de voorspellingen niet in. Van Rompuy adviseert de Vlaamse politici dan ook om de kiezers niet al te veel te beloven.

Ook in Vlaanderen zijn de vette jaren voorbij. Omdat er minder belastinggeld bij de federale overheid binnenkomt, zal die ook minder aan de gemeenschappen en gewesten doorstorten. De meeste dotaties van de deelstaten zijn aan de economische groei gekoppeld. Volgens berekeningen van economieprofessor Koen Algoed zal de federale dotatie van Vlaanderen dit jaar dan ook met 232 miljoen euro inkrimpen. Door de crisis zullen ook de gewestelijke belastingen, zoals de successierechten, terugvallen. Daarbij komt nog dat de vergrijzing de komende jaren ook op Vlaams niveau voor meer uitgaven zal zorgen. Bovendien bestaat de kans dat de federale overheid Vlaanderen opnieuw zal vragen om een afgesproken bedrag niet uit te geven, zodat het federale niveau meer kan spenderen dan het in kas heeft.

De belangrijkste uitdaging voor de volgende regering is dus om de overheidsschuld binnen de perken te houden. Als er nieuwe maatregelen worden genomen, zullen die alleen maar kunnen worden bekostigd als elders wordt bespaard. Wil de nieuwe regering bijvoorbeeld alles op alles zetten om de wachtlijsten in de zorgsector weg te werken, dan zal op een andere uitgavenpost moeten worden ingegrepen. Vandaar dat tijdens de verkiezingscampagne zoveel wordt gepalaverd over de afslanking van het overheidsapparaat. De voorbije zeven jaar zijn er nog 7000 Vlaamse ambtenaren bij gekomen, en dat kost de overheid handenvol geld. Hoe dan ook, de volgende Vlaamse regering zal moeilijke keuzes moeten maken. En dat zijn ze in Vlaanderen niet gewend.

2 Efficiëntere PPS-constructies

Door de Belgische afspraken om aan het Europese stabiliteitspact tegemoet te komen, mag Vlaanderen geen geld lenen om investeringen te bekostigen. Om toch te kunnen investeren, zocht de Vlaamse regering de voorbije jaren naar creatieve oplossingen, zoals publiek-private samenwerking (PPS). Want de afscheidnemende Vlaamse coalitie wilde vooral een krachtige investeringsregering zijn, en door middel van PPS-constructies hoopte ze haar achterstand op verschillende terreinen versneld te kunnen wegwerken. Met middelen uit de private sector wilde ze onder meer nieuwe scholen, jeugdhuizen en sporthallen bouwen. Maar zo’n vaart liep het niet. Zo werden vaak nogal ondoorzichtige en behoorlijk risicovolle constructies opgezet, en liepen veel projecten vertraging op. Eerder dit jaar maakte het Rekenhof een doorlichting van elf investeringsprojecten die de Vlaamse regering door middel van PPS uitvoert of wil realiseren. Conclusie: zowel de onderbouwing, de voorbereiding als de informatieverstrekking is voor verbetering vatbaar. Nu wordt bij dergelijke projecten te veel en te lang geïmproviseerd en geëxperimenteerd. Volgens het Rekenhof heeft de Vlaamse regering de kostprijs en de risico’s de voorbije jaren ook onvoldoende ingeschat. Als de volgende regeringsploeg wil blijven inzetten op PPS-projecten en daar ook resultaten mee wil behalen, zal ze die dus efficiënter en transparanter moeten organiseren. Bijkomend probleem is dat sinds het begin van de economische crisis steeds minder bedrijven en banken zin hebben om in projecten van de Vlaamse overheid te investeren.

3Het zwaard van Damocles: de financieringswet

De manier waarop de gemeenschappen en gewesten vandaag worden gefinancierd is een steeds groter probleem. Zonder verregaande hervorming van de Bijzondere Financieringswet kan de federale overheid haar financiële verplichtingen wellicht niet blijven nakomen. Die financieringswet, die de overdracht van een groot deel van de personenbelasting en de btw naar de gemeenschappen en gewesten regelt, werd in 2001 in tijden van economische groei herzien om het Franstalige onderwijs uit de problemen te helpen. Daardoor konden ook in Vlaanderen substantiële overschotten worden gecreëerd. Met het oog op de economische crisis en de federale overheidsschuld is het haast onvermijdelijk dat die wet in de komende jaren grondig zal moeten worden hervormd. Aangezien de dotaties van de federale overheid op dit moment goed zijn voor 69 procent van de inkomsten van de gemeenschappen en gewesten, kan de Vlaamse regering daar maar beter op voorbereid zijn. Zoals het er nu voor staat, willen de meeste Vlaamse partijen de federale dotaties het liefst inruilen voor fiscale autonomie. Maar als de Vlaamse regering straks gewapend aan de onderhandelingstafel wil aanschuiven, zal ze een veel breder voorstel moeten uitwerken.

De regeringsploeg die na 7 juni in Vlaanderen aantreedt, kan zich er dus maar beter heel goed van bewust zijn dat er moeilijker tijden aankomen. En is het best ook zo verstandig meteen de tering naar de nering te zetten.

DOOR ANN PEUTEMAN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content