Iran geeft niet toe op zijn kernprogramma. Kan het daartoe worden verplicht?

Zelf ontkent Teheran in alle toonaarden. Maar eigenlijk twijfelt niemand eraan dat Iran een atoombom wil maken. Het land zegt dat het, zoals elk ander land, het recht heeft om onderzoek te doen naar de productie van kernenergie voor burgerlijke doeleinden. Maar sinds de islamitische revolutie van ayatollah Ruhallah Khomeiny eind jaren zeventig van de vorige eeuw heeft het Westen nog maar weinig vertrouwen in de Iraanse geestelijke leiding. Het aantreden van president Mahmoud Ahmadinejad midden vorig jaar heeft dat gevoel niet veranderd – wel integendeel. De nieuwe president zorgt met zijn oorlogszuchtige kreten aan het adres van, vooral, Israël voor nog meer onrust in de nu al erg instabiele regio.

Iran verbrak vorige week de zegels van een onderzoekscentrum voor de verrijking van uranium. Het maakte daarmee een einde aan een kat-en-muisspelletje dat al maanden duurt. Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk wilden tot een onderhandelde overeenkomst komen, maar geven het nu op. Ze waren maandag in Londen bijeen met Amerikaanse, Russische en Chinese diplomaten om uit te maken wat er nu moet gebeuren. Ze vragen het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) om het dispuut tussen Iran en de internationale gemeenschap aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties voor te leggen.

Wat bezielt Iran? Waarnemers vermoeden dat het land zich niet bijzonder veilig voelt, nu aartsvijand Amerika aan twee kanten troepen aan zijn grenzen heeft – in Irak en in Afghanistan. Afgezien van Israël beschikken ook Pakistan en India sinds enkele jaren over kernwapens. De Iraanse beslissing om naar een atoombom te streven, dreigt het hele verdrag tegen de verspreiding van kernwapens verder uit te hollen. De verwachting is dat als Iran een bom maakt, landen zoals Saudi-Arabië, Syrië en Turkije dat ook zullen doen. En dan is het hek helemaal van de dam.

Het is de bedoeling dat de Veiligheidsraad Iran sancties oplegt, en die kunnen alleen met de uitvoer van gas en olie te maken hebben. Dat is niet vanzelfsprekend. Want zelfs als het Westen Rusland bereidt vindt om dat idee te steunen, dan nog beschikt ook China over een vetorecht. Peking betrekt een groot deel van de olie voor zijn gulzige economie uit Iran. Dat geldt overigens ook voor de Amerikaanse bondgenoot Japan. Het Witte Huis wil ook graag nauwere banden met India, terwijl dat land met de gedachte speelt om zich door middel van een pijplijn in Iran van energie te voorzien. Iran dreigt ermee om de controleurs van de IAEA helemaal aan de deur te zetten. Het wijst er ook fijntjes op dat sancties zeker tot een stijging van de olieprijs zullen leiden – en daar heeft niemand zin in.

De Amerikanen dreigen vaag met militaire actie, maar specialisten van de NAVO bestempelden een aanval op Iran jaren geleden al als pure zelfmoord. Toch houdt de botsing tussen de islamitische republiek en internationale diplomatieke en economische belangen het risico in van een grote knal. Er valt met president Ahmadinejad echt niet te lachen.

HUBERT VAN HUMBEECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content