Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

?Het object als bemiddelaar?.

Vier verdiepingen volgestouwd met objecten verzameld uit de traditionele culturen van de wereld : het Etnografisch Museum van Antwerpen aan de Suikerrui is, zoals wel alle musea in zijn soort, in aanleg een ratjetoe. De orde die er tegen wil en dank wordt betracht, is slechts zichtbaar voor het geestesoog der ingewijden die de context er zo bij denken, want voor leken is het ene masker het andere, de ene relikwie de andere waard zeker als het zijn bestaan in een uitstalkast moet slijten, afgesneden van zijn betekenis. Geregeld gooit Antwerpen de boel dan nog eens open, maar derwijze dat iedereen de nieuw gesuggereerde verbanden kan volgen. Nu is de tentoonstelling ?Het Object als bemiddelaar? (tot 15/3) zo’n poging om bruggen te slaan tussen traditionele culturen, kris kras door de eeuwen en de continenten heen. Het vertrekpunt is dat een eikenboom uit Overasselt om dezelfde reden met kledingstukken van koortslijders werd behangen als een False Face-scheefsmoelmasker door de Onondaga-indianen uit Noord-Amerika werd opgezet : om koorts, ziekte en ongemak te weren. Het volkgesloof kent aan dingen de macht toe om handelend op te treden, in naam van of als belichaming van het onzichtbaar hogere.

Nu leert een puur artistieke vergelijking dat heilige gebeentes, relikwiëen of ex-voto’s uit de Zuidelijke Nederlanden wat magertjes uitvallen tegenover de magische objecten die westerse verzamelaars uit Afrika, Oceanië en Noord-Amerika meebrachten. Het volksgeloof speelde in onze contreien in een vroeg stadium zijn centrale plaats in de cultuur kwijt, terwijl in sommige gemeenschappen op andere continenten de traditionele cultuur veel langer ongebroken is blijven voortleven, ondanks de acculturatie via het christendom. Hun beste kunstenaars maakten in alle anonimiteit objecten die een sacrale waarde en een bemiddelende rol behielden in de riten en ceremoniën van hun gemeenschap. Hoe luguber de gesnelde schedels van de Asmat uit zuidwestelijk Nieuw-Guinea ook zijn getooid met zaden, rode pitjes en witte veren, zien ze er prachtig uit, en overigens best geschikt voor hun functie : de geesten van de overledenen levend houden. Minder angstaanjagend maar even mooi zijn de Husk Faces uit maïshulzen van de Onondaga of de zeer diverse, geniaal eenvoudige jagersmaskers van de Yupik-eskimo’s, en het al even uitgebreide skala mommen van de Dan, een landbouwersgemeenschap uit Ivoorkust. Hun maskers brengen hun hele cultuur ten tonele : voorouders, woordkunstenaars, offerbrengers, wraaknemers, dansers, vuurwachters. Goede en kwade krachten.

Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content