TECHNOSTRESS EN ANDERE MODERNE KWALEN

© BART SCHOOFS

Over de muisarm hoor je niet veel meer, maar de mobieltjeselleboog speelt de laatste tijd vervelend op. Is het werkelijk zo erg?

De digitale revolutie heeft van ons een kneus gemaakt. Het begon toen we de typemachine inruilden voor een computer en massaal in het ziekteverlof belandden met een muisarm.

Daarna kwamen de deukdijen, groeven in de bovenbenen door te lang klem zitten onder een bureau. Toen kregen we allemaal een Blackberryduim en een what’s appvinger, omdat we zo nodig duizenden keren per dag op de veel te kleine toetsen van onze mobieltjes moesten drukken. En nu slapen we ook al slecht, door het blauwe licht van onze tablets die de hormoonhuishouding in de war schopt.

Onze kinderen hebben het gamen ontdekt en lopen na urenlang skiën voor het beeldscherm een wii-knie op. Mentaal gaat het ook al bergafwaarts: we hebben last van technostress, nervositeit door iedere piep die een nieuwe mail aankondigt en het gevoel altijd bereikbaar te moeten zijn. En van brain freeze – verlamde hersenen door de overdaad aan informatie die we tot ons nemen.

Door de komst van de sociale media lijden we aan fomo, fear of missing out, de angst om leuke dingen mis te lopen. En de paniek dat ons mogelijk een telefoontje ontgaat, veroorzaakt het fantoomvibratiesyndroom – het idee dat je mobieltje afgaat of trilt terwijl dat niet zo is.

De afgelopen maand kwamen er drie nieuwe aandoeningen bij. Eerst waarschuwden artsen voor de Gameboyrug: jongeren zouden zo vaak voorovergebogen zitten over hun smartphones en tablets dat ze een kromme rug ontwikkelen. Een week later wees wetenschappelijk onderzoek op het bestaan van de Facebookdepressie: te veel tijd doorbrengen op de vriendensite maakt ongelukkig. En deze week dook het elektrohypersensitiviteitssyndroom op: de verkoop van mobieltjes aan kinderen wordt verboden vanwege de angst voor straling.

De komst van de trein

Gaan we aan technitis ten onder? Leiden de technologische innovaties die ons leven makkelijker en leuker moeten maken in werkelijkheid ons fysieke en psychische Waterloo in? De techniekgeschiedenis ontzenuwt die bezorgdheid. Iedere nieuwe uitvinding levert klachten op bij gebruikers, uit angst, onwennigheid, onkunde.

Zo bracht de komst van de trein in de negentiende eeuw een heel scala van aandoeningen mee, die in vakbladen uitputtend werden beschreven. Vooral de rug zou kwetsbaar zijn omdat het reizen per trein als ‘een reeks van kleine en snelle stoten’ werd gezien. Daaruit konden weer nerveuze klachten ontstaan.

De introductie van de lopende band, begin vorige eeuw, bracht ander fysiek en geestelijk ongemak. ‘We dachten de ideale slaaf te hebben gevonden, maar in plaats daarvan werden we zelf de slaaf’, zegt Peter Paul Verbeek, hoogleraar filosofie van mens en techniek aan de Universiteit Twente. ‘We konden het tempo van de band helemaal niet bijhouden.’ Het leidde tot stress en armklachten. Totdat er boeken verschenen over zenmeditatie aan de lopende band, vertelt Verbeek lachend. ‘Toen kwam de ontdekking dat zo’n band ook iets rustgevends heeft.’

Niet verwonderlijk, zegt hij, dat ook de computer tot aanpassingsproblemen heeft geleid. Repetitive Strain Injury of RSI – de paraplu waaronder in de wetenschap de muisarm valt – nam aanvankelijk epidemische vormen aan. Een jaar of vijftien later is het computergebruik alleen maar toegenomen, maar is het stil rond de aandoening. Verdwenen zijn de klachten niet, maar werknemers herkennen ze eerder en werkgevers nemen sneller maatregelen. Ook het gebruik van andere apparatuur speelt mee: het touchscreen vergt veegbewegingen over het scherm en die leiden tot minder druk op de pols.

Dat aandoeningen komen en gaan, duidt op een mismatch tussen mens en techniek die gaandeweg wordt opgelost, zegt Verbeek. ‘Wij hebben blijkbaar in het begin steeds het gevoel dat wij ons aan de techniek moeten aanpassen, terwijl we andersom hadden verwacht. Iedere nieuwe techniek trekt ons uit ons middelpunt, maar daarna leren we ons ermee te verstaan. Waarom kregen we allemaal RSI? Omdat we dachten dat we de hele dag met de muis aan de slag konden. Terwijl pianisten allang wisten dat ze nooit langer dan twee uur achtereen moeten oefenen.’

Nu de muisarm uit het zicht verdwijnt, doen zich nieuwe kwalen voor die net als RSI te wijten zijn aan overbelasting, maar die een andere, hippe naam krijgen. Kinderen die zich met pijn in de schouders bij de dokter melden omdat ze dagen achtereen tennis hebben gespeeld op hun nieuwe Wii hebben wiiitis. En fanatieke mobiele bellers die urenlang hun arm in een vreemde bocht houden en daar een tintelend gevoel aan overhouden, lijden aan een mobieltjeselleboog.

Moreel oordeel

Er kleeft een vorm van negativiteit aan al die nieuwe aandoeningen, zegt Verbeek, een moreel oordeel soms: vroeger was alles goed en toen kwam de techniek en die bracht ellende. ‘We weigeren in te zien dat er altijd een verwevenheid is geweest tussen mens en techniek. Wat nu de computer is, was vroeger een nieuw werktuig, dat óók ons leven op zijn kop zette.’

Onterechte bezorgdheid dus over technitis? Niet helemaal. Een half jaar geleden publiceerde de Universiteit van Amsterdam een rapport over technostress, ‘een risico in opkomst’. De signalen zijn serieus: we onthechten nooit meer van ons werk en rusten onvoldoende uit.

Hoe lang duurt het voordat ook die overbelasting wordt aangepakt? Er zijn al bedrijven die hun werknemers na sluitingstijd geen mail meer sturen. En gestresste Amerikaanse managers kunnen naar onthaastingsweekenden waar de smartphone streng verboden is.

Alleen de verkeersveiligheid blijft mogelijk een probleem. Bellende en appende verkeersdeelnemers veroorzaken veel aanrijdingen. In Dubai nam twee jaar geleden tijdens de wereldwijde Blackberrystoring het aantal ongelukken met twintig procent af. Amerikaanse artsen publiceerden vorig jaar in een vakblad een overzicht van ruim tachtig gevallen van zogeheten silent death: voetgangers – veelal jonge mannen – die dodelijk verongelukten omdat ze op straat met een koptelefoon op aan het bellen waren. Ze staken blind over en hoorden de waarschuwende claxon niet.

En op Twitter werd onlangs de opkomst van een nieuwe techniekgerelateerde aandoening gemeld: ‘Deze week al drie meldingen van ouderen die gestruikeld zijn over de stofzuigerrobot.’

DOOR ELLEN DE VISSER, ILLUSTRATIE BART SCHOOFS

Iedere nieuwe uitvinding levert klachten op bij gebruikers, uit angst, onwennigheid, onkunde.

We onthechten nooit meer van ons werk en rusten onvoldoende uit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content