De verkozen president maakt haast met zijn regering. Na de economische cel stelt hij deze week zijn veiligheidsteam voor.

door Hubert van Humbeeck

Barack Obama gaat snel. Zo snel dat veel mensen vast denken dat hij het nu al voor het zeggen heeft. Terwijl hij daarvoor toch nog tot 20 januari moet wachten. Minder dan een maand na zijn verkiezing tot president van de Verenigde Staten stelde hij vorige week zijn economische team voor. Deze week volgt de cel die zich om de veiligheid en het buitenland moet bekommeren. Het was al bekend dat Defensieminister Robert Gates op zijn stoel blijft zitten. Het is ook niet abnormaal dat een land dat twee oorlogen tegelijk voert naar continuïteit streeft aan het hoofd van het leger.

Barack Obama gaat snel omdat hij weet dat de tijd kort is. Hij heeft straks nauwelijks meer dan enkele maanden om zijn stempel op het land te drukken. Tegen volgende zomer moet ‘change’ een feit zijn. Daarna begint alweer de campagne voor de volgende tussentijdse parlementsverkiezingen, die de Democraten hun meerderheid in het Congres kunnen kosten. Het overkwam Bill Clinton in 1994, twee jaar nadat hij vader George Bush in 1992 verpletterend had verslagen. Dat betekent voor Obama concreet dat de plannen voor een herstel van de economie en de introductie van een performantere gezondheidszorg voor meer Amerikanen klaar moeten zijn op het moment dat zijn mensen Washington overnemen van de Bushies.

De verkozen president laat ondertussen wel steeds meer aanhangers ontgoocheld achter. Uit de namenvan de mensen met wie hij zich in hetWitte Huis wil omringen, valt op te maken dat Amerika niet echt voor een grote ommekeer staat. Er is in de VS geen bocht naar links in de maak. Dat was, voor wie goed wou kijken, ook al voor de verkiezingen duidelijk. Obama kiest voor bedachtzame pragmatici die het klappen van de zweep kennen, maar die morgen in Washington niet voor een revolutie zorgen.

Dat geeft sommigen toch een tik. Denk aan iemand zoals Samantha Power, die moest opstappen als adviseur van Obama omdat ze Hillary Clinton in het heetst van de strijd om de Democratische kandidatuur in een krant ‘een monster’ noemde. Dat was precies hoe de omgeving van Obama toen over Clinton dacht. Het ‘monster’ Hillary werd zopas door Obama gevraagd om zijn minister van Buitenlandse Zaken te worden. Waarbij ze ook de belofte kreeg dat ze haar eigen team mag samenstellen.

Tegenstanders van Clinton waarschuwen dat ze van het State Department wel eens een alternatief machtscentrum zou kunnen maken. In werkelijkheid loopt Obama weinig risico: op het vlak van de buitenlandse politiek waren ze het altijd grotendeels met elkaar eens. Hillary werpt ook gewicht in de schaal. Ze is niet alleen intelligent, ze is ook een echte politieke ster. Ze passeert straks nergens onopgemerkt.

Haar opdracht is tegelijk delicaat en belangrijk. De Republikeinen lieten het ministerie van Buitenlandse Zaken de voorbije jaren compleet verslonzen. Colin Powell werkte in de schaduw van vicepresident Dick Cheney en zijn neoconservatieve adviseurs. Van Condoleezza Rice is al maanden nauwelijks nog iets vernomen. De terreuraanval op Mumbai toont opnieuw aan hoe complex en onvoorspelbaar de internationale politiek is geworden. De nieuwkomer Obama omringt zich met kennis en ervaring. De rest is een kwestie van afspraken en goede wil.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content