Een van de wapens om de uitstoot van broeikasgassen in te perken, is het kopen en verkopen van emissierechten. Een nieuwe ‘grondstof’ die op virtuele ‘koolstofbeurzen’ verhandeld wordt.

Over exact een week treedt het in 1997 overeengekomen Kyoto-protocol dan echt in werking. Dankzij de ratificatie door Rusland afgelopen november. De doelstellingen en afspraken van dit meest omvattende internationale milieuakkoord in de strijd tegen het meest alarmerende, mondiale milieuprobleem worden op 16 februari echt bindend. Voor de Europese Unie betekent dat bijvoorbeeld dat ze de uitstoot van broeikasgassen als kooldioxide (CO2) tussen 2008 en 2012 met 8 procent moet doen dalen (in vergelijking met 1990).

Niet dat de Europese landen terugkrabbelen – dat kan nog wel komen – maar de EU ligt niet echt op schema: gemiddeld daalde de CO2-uitstoot tussen 1990 en 2002 met 2,5 procent. Landen als Ierland, Griekenland, Spanje en Italië kampen zelfs met een stijging die oploopt tot 40 procent, al wordt die wel gecompenseerd door bijvoorbeeld Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de nieuwe lidstaten waar de economische groei nog niet op stoom is. Uit de laatste cijfers blijkt ook dat de rijke leden van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) het sowieso niet goed doen: de CO2-uitstoot steeg tussen 1990 en 2002 met 8,4 procent. En dit jaar moeten de onderhandelingen over verdere reducties na 2012 beginnen.

Dat het protocol in werking treedt, is louter psychologisch al geen dag te vroeg. Het debat over het broeikaseffect raakt momenteel zélf verhit. Een groep wetenschappers pakte onlangs uit met een rapport dat stelt dat de statistische onderbouwing van het Kyoto-protocol niet deugt. De atmosfeer zou in de 15e eeuw al warmer zijn geweest. Diezelfde week meldde weer een andere groep klimaatdeskundigen dat de effecten van het broeikaseffect mogelijk ernstig onderschat worden. De opwarming van de aarde zou klimatologisch gezien veel forser en dus ingrijpender kunnen uitpakken. Hoe dan ook, het debat gaat vooral over de vraag hoe erg de mogelijke gevolgen van de opwarming zijn – of niet zijn. Maar dát de door de mens veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen omlaag moet, daarover bestaat nog weinig discussie.

De EU-landen zijn dus blij dat ze volgens het Kyoto-protocol emissierechten kunnen verhandelen om hun doelstellingen te halen. Zo krijgen landen of bedrijven de kans om de terugdringing van hun uitstoot zo goedkoop en efficiënt mogelijk te realiseren. Bij de onderhandelingen over Kyoto was de EU tégen die handel, maar ondertussen werd ze de grootste verdediger. Milieuorganisaties laten zich nog steeds zeer kritisch uit over het systeem en noemen het smalend ‘de handel in gebakken lucht’. Zij vrezen dat de CO2-uitstoot uiteindelijk niet echt zal afnemen en dat de rijke landen hun ‘milieuschuld’ gewoon elders gaan afkopen zonder structureel iets aan hun eigen vervuiling te doen.

Voordelige handel

Per 1 januari van dit jaar startte de EU met het eerste internationale handelssysteem in CO2-emissierechten. Tot 2007 bevindt het zich in een experimentele fase: ongeveer 12.000 Europese bedrijven – goed voor 50 procent van de CO2-uitstoot in de EU – kunnen onderling emissierechten kopen of verkopen. Het gaat om de energiesector en energie-intensieve bedrijven: verbrandingsinstallaties, olieraffinaderijen, cokesovens, ijzer- en staalfabrieken en bedrijven die bijvoorbeeld cement, baksteen, pulp of papier produceren. De nationale overheden bepalen elk afzonderlijk hoeveel emissierechten de ondernemingen krijgen. De spreiding wordt vastgelegd in een ‘nationaal toewijzingsplan’, dat ook moet uitleggen hoe de lidstaat zijn totale reductie denkt te gaan realiseren. Het Belgische plan werd op 20 oktober 2004 door de Europese Commissie goedgekeurd.

Volgens Olivier Van der Maren, adviseur bij het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), staan de bedrijven achter de handel, maar leeft er nog onzekerheid en onduidelijkheid over hoe die zal verlopen: ‘Wij ijveren voor een Europese en internationale markt voor CO2, opdat de CO2-reductie op de meest efficiënte en goedkope wijze kan verlopen. De emissiehandel draagt daartoe bij.’ Maar die nieuwe handel impliceert voor de Belgische ondernemingen ook een totaal nieuw en moeilijk in te calculeren risico: ‘Eind februari zal de overheid bekendmaken hoeveel emissierechten elk bedrijf krijgt. Een onderneming die er te weinig heeft, zal rechten op de markt moeten kopen. Maar tegen welke prijs? En koop je direct of wacht je nog even? En hoe moet je dat alles in je boekhouding verwerken?’

Bedrijven zullen een jaarlijkse administratie moeten bijhouden die net als de financiële rekeningen zal worden gecontroleerd. De effectieve verkoop kan rechtstreeks verlopen – tussen de ondernemingen onderling – of via een bank, een makelaar of echte ‘koolstofbeurzen’. De rechten worden niet op papier gedrukt, maar elektronisch bijgehouden. Er komt een elektronisch registratiesysteem, waarbij de spelers een eigen ‘rekening’ hebben. Het is vergelijkbaar met een banksysteem dat het eigendom van geld op rekeningen bijhoudt. Dat zal op nationaal niveau gebeuren, met een centrale op Europees niveau, waar ook de controles plaatsvinden.

Waakhond

De handel levert de bedrijven hoe dan ook voordelen op. Afhankelijk van de prijs van een ton koolstofemissie, valt het kopen van rechten minder duur uit dan een aanpassing van de productieprocessen om de uitstoot te drukken. Volgens recente studies van de Europese Commissie zal het nakomen van de Kyoto-doelstellingen jaarlijks 2,9 tot 3,7 miljard euro kosten. Zonder emissiehandel zou dat bedrag oplopen tot 6,8 miljard euro.

Het UNFCCC (United Nations Frame-work Convention on Climate Change) in Bonn is de VN-organisatie die moet toezien op de praktische uitvoering van het Kyoto-protocol. Doordat het protocol in werking treedt, wordt daar nu snel een systeem ontwikkeld om de handel in emissierechten ook op mondiaal vlak te laten functioneren. Christine Zumkeller van UNFCCC legt uit: ‘In een energie-efficiënt land kost de reductie van een ton CO2-uitstoot ongeveer 100 dollar (de gemiddelde prijs zou eerder op 5 dollar liggen, nvdr). Een emissierecht voor een ton CO2 in Rusland wordt op ongeveer 10 dollar geschat.’ Er wordt gezegd dat de mogelijke opbrengst van de emissiehandel voor Rusland kan oplopen tot 2 miljard euro. ‘Dat hangt af van de prijs die per ton koolstof zal worden betaald en van hoeveel ze zullen verkopen. Wellicht willen ze een deel van hun emissierechten bewaren om hun eigen Kyoto-doelstellingen in de nabije toekomst te realiseren.’

Het punt is dat Rusland veel minder uitstoot dan het volgens Kyoto mag. En daar zit de marge. Het idee achter de handel is dat het voor de atmosfeer niet uitmaakt waar en hoe de verminderde CO2-uitstoot gerealiseerd wordt. Als het maar gebeurt. Door in het Kyoto-protocol vast te leggen dat er maar een bepaalde hoeveelheid mag worden uitgestoten, werd er een soort economische schaarste gecreëerd. En daar kan een koolstofhandel ontstaan waar gewoon de wetten van vraag en aanbod gelden. Sommige bedrijven of landen stoten niet veel uit en hebben dus nog verhandelbare CO2-marges. Maar anderen zitten al over de hun toegestane emissiegrenzen en moeten ofwel zelf reduceren, ofwel rechten kopen, of beide.

Joke Waller-Hunter, hoofd van het relatief kleine, maar steeds invloedrijkere UNFCCC: ‘We zijn heel druk bezig met een registratiesysteem dat wereldwijd de transacties registreert. Het moet tegen de zomer klaar zijn. Geen gemakkelijke opdracht als je ziet hoe de transacties op de internationale financiële markten verlopen en hoe moeilijk het is om dat allemaal bij te houden. Daarbij komt nog dat er op nationaal niveau verschillende systemen bestaan. Ook voor ons en de VN is dat iets nieuws.’

Krijgen we dan een internationale VN-organisatie als een soort ‘waakhond’ van een ‘milieumarktmechanisme’? ‘Nee, als organisatie registreren we die transacties alleen. Wij kijken of ze betrouwbaar zijn en of er niet wordt gesjoemeld. Wij controleren of het totaalplaatje uiteindelijk klopt. We spelen zelf niet mee op die koolstofmarkt. Alleen als er op politiek niveau besluiten worden genomen over eventuele nieuwe emissiereducties, heeft dat zijn effect op deze markt. De registratie zal overigens bijna geheel automatisch gebeuren, elke transactie wordt opgetekend in een register, de ‘ international transac-tion lodge‘. Het klinkt wel eenvoudig, maar het is een vreselijk ingewikkeld IT-systeem.’

Cruciaal voor de handel is dat landen nauwgezet hun emissiecijfers bijhouden en doorsturen naar het UNFCCC, waar ze worden gecontroleerd. Zumkeller: ‘Er zijn ook allerlei maatregelen voorzien om fraude en creatieve boekhouding tegen te gaan. Verder komen er geaccrediteerde instellingen die wereldwijd controleren of de reducties ook echt plaatsvonden. De controles en de waterdichte registratie zijn cruciaal wil je de waarde van de emissierechten garanderen. Anders loop je inderdaad het risico dat je in hete tropische lucht gaat handelen.’

Hans van Scharen

Bij de onderhandelingen over Kyoto was de EU tégen, maar ondertussen werd ze de grootste verdediger van de emissiehandel.Een emissierecht voor een ton CO2 in Rusland wordt op ongeveer 10 dollar geschat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content