Gunnen de machtige spelers op het terrein Syrië een rustpauze? Die is niet alleen nodig om de burgers te helpen.

Na een lang palaver is de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties het dan toch eens geworden over een tijdelijk staakt-het-vuren in Syrië. Het kwam er na een week vol met gruwelijke beelden uit Oost-Ghouta, een buitenwijk van Damascus die nog in handen is van rebellen. Het Syrische leger belegert Oost-Ghouta met zijn bekende tactiek van uithongeren en rücksichtslos bombarderen, waarmee het in 2016 Aleppo op de knieën kreeg. Hoe de wapenstilstand er in de praktijk moet uitzien, was niet meteen duidelijk. Hij geldt namelijk in principe niet voor de strijd met de Islamitische Staat en milities die verbonden zijn met Al-Qaeda. Veel rebellen in Oost-Ghouta zijn jihadi’s.

Rusland, Turkije en Iran, maar zeker ook de VS: ze zijn vooral in Syrië om hun eigen belangen te verdedigen.

Nu de actoren op het terrein met de IS hun gemeenschappelijke vijand kwijt zijn, is de situatie zo mogelijk nog riskanter geworden dan ze al was. Terwijl Bashar al-Assad met de steun van Rusland en Iran nog altijd probeert om het hele land onder controle te krijgen, moeit Turkije zich in het noorden van Syrië om te verhinderen dat Syrisch-Koerdische milities daar een semiautonoom gebied vestigen. De Koerden krijgen daarbij steun en wapens uit Washington. Ze krijgen sinds vorige week ook hulp van milities die aanleunen bij Assad. Koerden bezetten zo ongeveer het hele gebied ten oosten van de Eufraat, met de steden Raqqa en Deir Ezzor, die ze met Amerikaanse hulp hebben veroverd. In het zuiden doet Israël er alles aan om de Hezbollah, die door Iran wordt gesteund, van zijn grens met Syrië weg te houden.

Dat leidde al tot felle botsingen. Tussen Israël en Iran, bijvoorbeeld, maar ook tussen Amerikaanse special forces en Russische huurlingen, die tot het kamp van Assad behoren. Het gaat al die buitenlandse spelers niet meer om de IS of om steun aan rebellen die tegen een dictator opkomen. Ze zijn er nu vooral om hun eigen belangen te verdedigen. Dat geldt voor Rusland, Turkije en Iran, maar zeker ook voor de Verenigde Staten. Die willen in Oost-Syrië een dam opwerpen tegen de toenemende invloed van Iran en tegelijk verhinderen dat de Syrische olievelden weer in handen van Assad vallen. Daarvoor hebben ze de Koerden nodig – ook als dat betekent dat ze zo met NAVO-bondgenoot Turkije botsen.

Er is nu in Syrië al meer bloed gevloeid dan in de burgeroorlog in Libanon, die vijftien jaar heeft geduurd. Daar waren toen ook niet zo veel grootmachten direct bij betrokken. Het staakt-het-vuren kan, als het standhoudt, niet alleen helpen om de burgers in Oost-Ghouta van voedsel en medicijnen te voorzien. Het is ook dringend nodig als een moment van bezinning.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content