Hubert van Humbeeck

De aanslagen in Londen stellen de top van de G8 in de schaduw.

De verwachtingen waren groot – ook door het mediacircus dat door de Live8-concerten van Bob Geldof en Bono op gang werd getrokken. Maar uiteindelijk baarde de berg, de top van de rijkste zeven landen en Rusland in het exclusieve golfheiligdom Gleneagles, nauwelijks meer dan een muisje. Dat de schuld van achttien arme landen zou worden kwijtgescholden, was al bekend. Dat de rijke landen meer geld beloven voor ontwikkelingshulp was niet echt een verrassing. Dat de Verenigde Staten nu eindelijk erkennen dat er een probleem is met de opwarming van de aarde is winst. Wash-ington kan het licht van de zon niet blijven ontkennen.

Eigenlijk was de top afgelopen voor hij begon. De aanslagen in Londen leren dat ook George W. Bush, Tony Blair, Jacques Chirac en Vladimir Poetin niet alleen onder elkaar kunnen uitmaken hoe de wereld draait. Ze werden in hun verre Schotse vergaderplek tot figuranten van het gebeuren gedegradeerd. Bijna vier jaar na 11 september 2001 en vele tienduizenden doden later is de strijd tegen het terrorisme niet echt veel opgeschoten.

Uit een opmerkelijk rapport van de Britse regering dat na de aanslagen werd bekendgemaakt, blijkt dat de oorlog in Irak voor jonge moslims in de hele wereld aanleiding is om zich bij de zogenaamde jihadi’s aan te sluiten. Maar daarvoor werd de toestand in Palestina gebruikt om de moslims op te roepen tot verzet. En na Irak zal de strijd voor het geloof op een ander slagveld worden voortgezet. Gevreesd mag worden dat wilde bomaanslagen nog geruime tijd deel zullen zijn van het dagelijkse leven – in het Midden-Oosten, maar ook in het kwetsbare Europa. Fundamentalisme is overigens niet eigen aan de islam. In de VS maken christelijke groepen van de strijd tegen de wetenschap een doel, en ze schuwen daarbij ook niet altijd het gebruik van geweld. In de jaren veertig van de vorige eeuw werden in heel West-Europa christelijke jongeren geronseld om aan het oostfront tegen het goddeloze communisme te vechten.

Er bestaan ook geen pasklare oplossingen voor het probleem dat zich voordoet. Er is in politieke kringen misschien te weinig aandacht voor de bevindingen van de opeenvolgende rapporten over de menselijke ontwikkeling in de Arabische wereld van het United Nations Development Program (UNDP), die door Arabische wetenschappers worden geschreven. Zij leggen de nadruk op een verbetering van het algemene welvaartsniveau, maar meer nog op een klimaat van openheid en democratie. Niet alleen in Irak of Iran, maar vooral in landen die als bondgenoten van Amerika worden beschouwd, zoals Saudi-Arabië, Egypte en Marokko, die de meeste terroristen leveren. De auteurs van die UNDP-rapporten zijn ook hierover duidelijk: Washington heeft op dit moment niet het morele gezag om voor de verspreiding van democratie in de Arabische wereld te pleiten. Europa kan dat wel. Of Bush en Blair dat nu graag hebben of niet: Europa kan een dialoog met de islamisten op gang brengen die er nu niet is.

Hubert van Humbeeck

Sinds 11 september 2001 is de strijd tegen het terrorisme niet echt opgeschoten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content