Het zijn wonderlijke tijden. Na Gent stonden de camera’s gericht op Leuven. Met onder de hoofdrolspelers van de rectorverkiezingen een theoloog en een kerkjurist. Dat ze beiden van velen vertrouwen kregen, is op zijn minst een opmerkelijk gegeven in deze sterk geseculariseerde tijd.

Wie een zoon of dochter heeft in het laatste jaar middelbaar onderwijs, zal inmiddels vastgesteld hebben dat er ook een andere, geruisloze en nauwelijks opgemerkte strijd aan de gang is. Object van begeerte zijn zij die over enkele maanden helemaal op de onderste sporten van de universitaire of hogeschoolladder zullen staan. Stapels brochures, variërend in grootte, dikte, vormgeving en – naar mijn inschatting – kostprijs, ploffen in de brievenbus. Sommige instellingen kijken niet op een brochure meer of minder. Af en toe een herinneringspakketje verzenden kan geen kwaad, lijkt de redenering.

Een deel van ons pedagogisch project: een overzichtelijke werkplek heeft baat bij snel verticaal klassement. Dus verdwenen de meeste brochures na korte tijd bij het oud papier. Dit was, achteraf bezien, een foute beslissing, want daarmee ging de mogelijkheid van een vergelijkende analyse over vorm en inhoud verloren. Zelfs een milieueffectrapportage had gekund: hoeveel bomen zou de strijd om één inschrijving aan een universiteit of hogeschool kosten? Papier als laagste drempel, ook voor een generatie waarvan gezegd wordt dat ze moeiteloos haar informatie vindt op het internet? Een volgende fase is misschien telefonische marketing, wie weet. Hoewel, het jonge volkje is vooral mobiel bereikbaar, en hun telefoonnummers zijn moeilijk traceerbaar. Eerlijke onderzoekers en opiniepeilers die werken met telefonisch vergaarde informatie weten al dat de onbereikbaarheid van het jonge volkje met hun gsm’s leidt tot vertekende resultaten.

Na de examens en Rock Werchter, de rituele opening van een lange zomervakantie, kunnen deze jongeren met hun afgedankte schooltas afgeladen vol een volgende stap tegemoet. Goed gewapend blijkbaar, want in kennisoverdracht scoort het Vlaams onderwijs heel behoorlijk. OESO-rapporten leren dat Vlaamse leerlingen tot de kopgroep behoren, of in elk geval hoger dan het gemiddelde scoren in leesvaardigheid, wiskunde en wetenschappen. Een interuniversitaire ploeg verzamelde heel wat informatie over jeugdonderzoek. Het hoofdstuk over onderwijs kreeg als titel ‘Gezocht: effectieve school waar het goed toeven is, met plaats voor inspraak en aandacht voor sociale ongelijkheid’. Sociale ongelijkheid is en blijft de achilleshiel, het kwetsbare pijnpunt.

Kennisvergaring kan niet de Alfa en de Omega van dat degelijke Vlaamse onderwijs zijn… Scholen kunnen, binnen hun mogelijkheden, oefenscholen zijn voor inspraak en democratie, waar leerlingen leren om verantwoordelijkheid te dragen. En, niet te vergeten, scholen kunnen ruimte bieden aan creativiteit. Wat krijgt men te zien als een groep leerlingen samen met enkele leerkrachten een stuk van Shakespeare herschrijft en omtovert tot een totaalspektakel van dans, muziek en theater? Een explosie van creativiteit op een podium. Inclusief sprekende kamelen.

In deze wonderlijke tijden zonder zekerheden fleuren gehavende konijnen het politieke discours op, dijt de witte woede uit in rimpeldagen en worden biechtstoelgesprekken gangbaar in een paars kabinet. Dus moeten ook sprekende kamelen hun plek kunnen opeisen binnen de schoolmuren.

Veerle Draulans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content