Een nieuw onderzoek van de Brusselse socioloog Mark Elchardus toont het haarscherp aan: een grote meerderheid wil het behoud van onze verzorgingsstaat. Die fundamentele gehechtheid aan ons sociaal systeem bindt het gros van de Vlamingen. Wat diezelfde Vlamingen verdeelt, is de wijze waarop we onze sociale bescherming organiseren. Hoe gul of hoe streng zijn we voor hen die aanspraak maken op een uitkering? Hoe ruim of juist hoe beperkt is de groep die we willen helpen of beschermen?

Vergeleken met tien jaar geleden is de gemiddelde Vlaming zich scherper bewust van de sociale ongelijkheid, zo blijkt uit hetzelfde onderzoek. Miljoenenlonen, bonusafspraken bij topbenoemingen, gouden handdrukken, koninklijke en politieke privileges: wat in 1993 of 2003 nog ‘normaal’ was, is vandaag ongehoord. Als de Vlaming zich van iets bewust is geworden, dan is het wel van een gevoel van onrechtvaardigheid.

Het is een vorm van verscherpt sociaal bewustzijn, maar met weerhaken. Er is veel principiële bereidheid tot solidariteit, maar de onvermijdelijke praktische bezwaren zijn minstens zo belangrijk als het mooie beginsel. Een meerderheid in Vlaanderen koestert een vorm van solidariteit die gestoeld is op regels en afspraken, en hanteert een sociaal discours dat steeds minder ruimte biedt voor mededogen en mildheid.

Dat kan deels ook de politieke verhoudingen in de Wetstraat verklaren. Denk bijvoorbeeld aan het merkwaardige succes van Maggie De Block: een niet eens zo belangrijke politica van een kleine regeringspartij uit een zogezegd onpopulaire coalitie, die het ineens uitzonderlijk goed doet als naar kiesintenties wordt gepeild bij de Vlaming.

De Vlaming die weliswaar erg gehecht is aan zijn verzorgingsstaat, maar daarom nog niet zomaar wil betalen voor eender welke vorm van sociale bescherming. Als er één zaak is waarvan die Vlaming gruwt, leert Elchardus, dan van het idee dat er geld gaat naar mensen die het eigenlijk niet nodig hebben, laat staan naar mensen die het niet verdienen. Bijvoorbeeld omdat ze te weinig hebben bijgedragen tot ‘het systeem’.

Enter Maggie De Block: zij bewaakt de toegang tot ‘het systeem’. Haar beleid, zo leert Elchardus’ onderzoek, sluit naadloos aan bij de Vlaamse visie op solidariteit. Zij zorgt dat er minder asielzoekers het land in komen, en vooral dat ze sneller en in grotere aantallen weer eruit moeten. En dat communiceert zij vervolgens ijverig en efficiënt. De Block belichaamt een beleid dat een draagvlak heeft van rechts tot centrumlinks, over de grens tussen oppositie en meerderheid heen. Ze zullen met niet weinigen zijn, de Vlaamse kiezers die boos zijn op Elio Di Rupo maar tevreden met De Block.

Het uitgesproken liberale beleid van Maggie De Block heeft zelfs iets ‘flinks’. De regering-Di Rupo is namelijk links, en De Block belichaamt de strenge kant ervan. Ook voor veel linkse of ‘sociaal bewogen’ kiezers kan het ene niet zonder het andere. Een kwarteeuw geleden won Louis Tobback er al verkiezingen mee, en ook hij keek vanaf zijn affiches de Vlaming zéér streng aan: Uw sociale zekerheid – en niet van hen die er geen recht op hebben. Vandaag bewaakt Maggie De Block die grens.

Het is De Blocks verdienste dat zij die politieke lijn kan claimen, veel meer dan bijvoorbeeld een regeringslid als Monica De Coninck. De Coninck is even ‘flinks’ als De Block. Maar zij communiceert terughoudender, ze straalt ook minder hartelijkheid uit. Die imago’s hoeven niet eens met de werkelijkheid overeen te komen, voor de gemiddelde tv-kijker is de liberale staatssecretaris een stuk warmer en dus socialer dan de socialistische minister. Daardoor heeft De Block vandaag toegang tot een middenklasse die zich ooit tot socialisten of christendemocraten wendde. Maggie De Block is immers streng maar rechtvaardig – in die volgorde. En dus sociaal.

Het uitgesproken liberale beleid van Maggie De Block heeft zelfs iets ‘flinks’.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content