De Chinese schrijver Su Tong over ?Rijst?, een gedreven boek vol hebzucht en seks.

De Chinese schrijver Su Tong (1963) werd op slag beroemd toen zijn roman ?Een schare van vrouwen en concubines?, enkele jaren geleden door Zhang Yimou werd verfilmd. In het Westen trok ?Raise the Red Lantern? volle zalen.

Su Tong werd geboren in de provincie Jiangsu. Op zeventienjarige leeftijd begon hij Chinese literatuur te studeren aan de universiteit van Peking. Zijn debuut dateert van 1983. Vrij snel slaagde hij erin om van zijn pen te leven. Zijn roman ?Rouge? werd door Li Shaohong verfilmd tot ?Blush?. Ook van ?Rijst?, een roman die zopas in een Nederlandse vertaling verscheen, werd vorig jaar een film gedraaid. Vanwege de erotische scènes werd hij door de Chinese overheid onmiddellijk verboden. ?Rijst? speelt zich af in het China van de jaren dertig. Hetzelfde gold ook al voor ?De rode lantaarn?.

Vanwaar uw belangstelling voor die periode ?

SU TONG : Ik had altijd al een grote belangstelling voor het China van de jaren dertig, omdat die periode een keerpunt vormt in de ontwikkeling van ons land. In die tijd werd het feodalisme door het opkomend kapitalisme verdrongen. In het zuiden voltrok zich een snelle industrialisering, het begin van de moderne tijd. Het buitenland speelde een vooraanstaande rol in die evolutie. In die jaren ontstonden in China de grote steden die het decor vormen van enkele romans die ik heb geschreven.

Om een precies beeld van die tijd te krijgen, heb ik me verdiept in boeken, kranten, tijdschriften en in allerlei documenten. Ik heb gezocht naar nog levende getuigen die me over dat tijdperk iets konden vertellen. Hoe groot mijn interesse voor dat tijdperk ook is, toch zijn geschiedenis en politiek alleen maar op de achtergrond aanwezig in mijn boeken. Haast alles wat ik in ?Rijst? vertel, is pure fictie die op de jaren dertig wordt geprojecteerd.

?Rijst? is een verschrikkelijk boek. Het hoofdpersonage Wu Long is de belichaming van het absolute kwaad en ook over de andere personages valt weinig goeds te vertellen.

SU TONG : In de recente Chinese geschiedenis was er een periode waarin de schrijvers alles moesten verbloemen. De hoofdpersonages moesten een positieve houding uitstralen. ?Rijst? is een soort van overreactie tegen die voorschriften. Ik heb de lezers willen choqueren door een zo abject mogelijk beeld te geven van de Chinese samenleving. Zonder daar veel over na te denken, heb ik over een familie geschreven die alleen maar bestaat uit mensen die zich laten leiden door hun instincten, door hebzucht en geslachtsdrift. Er wordt in het boek gemoord en gefolterd. Ik weet dat ik overdreven heb door de mensen en hun omgeving in die Zuid-Chinese industriestad zo zwart mogelijk voor te stellen. Maar ik wou tot het uiterste gaan, ik wou voor mezelf uitmaken hoever ik mijn personages kon laten gaan in hun misdadige levenswandel.

Eigenlijk was het schrijven van dit boek voor mij een experiment. Het is nu alweer een hele tijd geleden en ik zou het nu wel anders aanpakken. Ik was ook niet bang om met clichés te werken. Wu Long is helemaal kaalgeschoren en draagt kapotte schoenen. In China wordt dat beeld geassocieerd met iemand die ofwel psychisch gestoord is of die door en door slecht is. Maar je kan ook andere tekenen van verval vaststellen bij Wu Long. ?Rijst? is immers ook het relaas van een voortdurende verminking. Bandieten hebben een kogel door Wu Longs voet geschoten, zijn vrouw heeft hem een teen afgebeten, zijn schoonvader heeft hem een oog uitgestoken, zelf laat hij al zijn tanden trekken, hij krijgt syfilis, wordt gemarteld en verliest ten slotte ook nog zijn resterende oog.

Het is een ware tragedie. Dat betekent nu ook weer niet dat Wu Long een sjabloon is. Hij heeft zeer individuele trekken. Hij drinkt bijvoorbeeld nooit alcohol. Wu Long wil altijd een heldere geest hebben. Misschien heeft hij vroeger wel gedronken op het platteland, maar in de stad dreigt zoveel gevaar dat hij altijd op zijn hoede wil zijn. Wantrouwig als Wu Long is, kan hij zich niet de luxe permitteren om zich te beroezen.

Kunt u enige sympathie opbrengen voor een schurk als Wu Long ?

SU TONG : Ik heb geen enkele emotionele band met mijn personages uit ?Rijst?. Ze zijn uitgevonden. Ik ken niemand die ook maar van ver op Wu Long lijkt. Hij is een personage zonder enig moreel normbesef. Ik ontmoet nogal wat mensen die zich na de lectuur van ?Rijst? gelukkig prijzen dat ze er karakterieel beter uit komen dan mijn personages. De lectuur heeft misschien een louterend effect. Mijn lezers zijn blij dat ze niet in de afschuwelijke omstandigheden van mijn romanfiguren hoeven te leven.

Wat vonden de Chinese lezers zelf van ?Rijst? ?

SU LONG : De Chinese lezers beseffen heel goed dat ik in ?Rijst? geen beeld van het echte China heb opgehangen, want daarvoor is het boek veel te rauw. Chinese mannen houden wel van dit soort harde verhalen, maar bij de vrouwen ligt dat anders. In ?Rijst? zijn er enkele passages waarin Wu Long rauwe rijst in de vagina van vrouwen propt. Mijn vrouw was zeer tegen die scènes gekant. Vandaar dat ik twee versies van de roman heb gemaakt. In de westerse versie heb ik die scènes gewoon laten staan. In de versie die in China circuleert heb ik die passages weggelaten omdat ik bang was anders mijn vrouwelijke lezers te verliezen. Dat zijn er nogal wat.

Heel de roman is opgebouwd rond het centrale beeld van de rijstberg.

SU LONG : Ja, ik werkte vooral met associaties die ik opbouwde rond de rijst. Rijst is het basisvoedsel in China. Als voedsel is het iets wat de mens met de aarde verbindt. Alles in het boek heeft te maken met rijst. De wees Wu Long is uit het door overstromingen geteisterde dorp Fengyangshu weggevlucht omdat de rijstvelden verwoest zijn en omdat er hongersnood heerst. Hij trekt naar de stad omdat hij denkt daar te kunnen overleven. In die stad werkt hij zich op in de rijsthandel. Er is ook een duidelijke band tussen rijst en seksualiteit, zoals er ook een associatie is tussen rijst en sperma. Heel wat taferelen die met seks te maken hebben, spelen zich af op een berg rijst. Maar er is ook een moord waarbij een van de zonen van Wu Long zijn zusje levend begraaft in een berg rijst. Op het einde van het boek ligt de stervende Wu Long op een vracht rijst die per trein naar zijn geboortedorp wordt vervoerd. De rijst roept een ambigu beeld op dat zowel betrekking heeft op het leven als op de dood.

De rijsthandel van de familie Feng is ook een band tussen de stad en het platteland.

SU TONG : Ik heb willen tonen hoe het een plattelandsjongen in de stad vergaat. Wu Long maakt tijdens de twintig jaar dat we hem volgen wel carrière als rijsthandelaar en als bendeleider, maar toch blijft hij de stad haten. Zijn verlangen om naar zijn dorp terug te keren, is onuitroeibaar. Ik wou onderzoeken welke evolutie iemand ondergaat die van het platteland in de stad verzeild is geraakt en daar een aantal vernederingen ondergaat die maken dat het ressentiment de sterkste kracht wordt die hem drijft. Achtereenvolgens ontwikkelt Wu Long zich van inwonende werkkracht tot werknemer en van handelaar tot bendeleider. Ik heb ook getracht allerlei details in te bouwen en lokale gebruiken en taoïstische tradities te verwerken : er wordt gebeden tot de voorouders in de vooroudertempel, kwade geesten worden uitgedreven en als er getrouwd wordt moet het geluksei kapotgeknepen worden. Misschien vind je het wel vreemd dat die gebruiken in de stad zijn blijven bestaan. Maar dat is niet zo. Want juist omdat zoveel mensen van het platteland hun geluk in de stad kwamen beproeven, konden die tradities ook daar overleven.

Is ?Rijst? representatief voor het soort romans dat u schrijft ?

SU TONG : Ik vind het wel een beetje jammer dat niet eerst mijn korte verhalen zijn vertaald, want die zijn representatiever voor wat ik als schrijver beteken. Ook de stijl van ?Rijst? is geen specifiek kenmerk van me. Ik heb nu een tiental romans geschreven, en telkens probeer ik van stijl te veranderen. Ik ben bang dat ik de lezer snel ga vervelen als ik dat niet doe. Ik heb nogal wat manuscripten geschreven die in de lade zijn blijven liggen, juist omdat ik niet tevreden was met de stijl die ik erin hanteerde.

Hoe ziet uw sociale achtergrond eruit ? Wat denkt u van de Chinese schrijvers die zich in het buitenland hebben gevestigd ?

SU TONG : Chinezen vertellen niet graag over zichzelf. Maar ik kan wel zeggen dat ik graag in Nanjing woon, een bosrijk gebied in Centraal China met bergen en rivieren. Over mijn collega’s die naar het buitenland zijn gegaan, kan ik alleen maar zeggen dat ze allemaal hun eigen redenen gehad hebben om dat te doen. De ene vertrok omdat hij problemen had tijdens de Culturele Revolutie, de andere omdat hij zich liet verleiden door het beeld dat via de televisie van het Westen wordt opgehangen. Zelf ben ik wel optimistisch over de toekomst van China. Het wordt langzaamaan beter, al neemt het allemaal wel heel veel tijd in beslag. Maar je mag niet vergeten dat het gaat om een immens land waar enorm veel mensen leven. Zo makkelijk wendbaar is dat niet.

Bent u optimistisch over de toekomst van de artistieke vrijheid in China ?

SU TONG : Als auteur geniet ik in China een onbeperkte vrijheid. In de literatuur bestaat geen censuur en ik schrijf en publiceer wat ik wil. Dat geldt niet voor de regisseurs, vermoedelijk omdat de autoriteiten menen dat de mensen veel meer beïnvloed worden door een film dan door een boek. Maar ook in dat overheidsstandpunt meen ik een positieve kentering te kunnen bespeuren. Daar tegenover staat dat er toch wel heel veel gelezen wordt in China. Ik vind het prettig dat de mensen me op straat tegenhouden om over mijn boeken te praten. Soms bellen ze bij mij thuis aan of schrijven ze me brieven. Vaak zijn er signeersessies, literaire bijeenkomsten op de universiteit of voorlezingen in boekhandels waar openlijk over de literatuur kan worden gediscussieerd.

Er is zoveel veranderd. Natuurlijk heeft de gemiddelde schrijver het niet gemakkelijk. Vroeger waren er staatsuitgeverijen en kreeg de auteur een bedrag dat berekend was naar het aantal afgedrukte karakters. Nu is het westers systeem ingevoerd en moet je maar zien dat je voor je boeken zelf een uitgever vindt en dat je boeken het goed doen op de markt. Zelf kan ik wel van mijn pen leven, vooral omdat ik veel in tijdschriften publiceer en omdat ik goed verdien aan de filmrechten van mijn boeken. Ik houd heel erg van film en ik doe dan ook mijn best om mijn romans zo filmisch mogelijk te componeren.

Piet de Moor Jeroen Kuijpers

Su Tong, ?Rijst?, uit het Chinees vertaald door Mark Leenhouts, De Geus, 256 blz., 798 fr.

Su Tong : Ik heb de lezers willen choqueren door een zo abject mogelijk beeld te geven van de Chinese maatschappij.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content