Op 20 maart kiest de moslimgemeenschap in ons land een nieuwe Moslimraad. Maar lang niet iedereen loopt warm voor de verkiezingen: sommigen hopen ze alsnog te kunnen dwarsbomen. Voor anderen zijn dit ‘de verkiezingen van de laatste kans’. ‘Een uníéke kans, dat wel’, klinkt het. ‘Maar als de regering ook nu weer ingrijpt, doen we nóóit meer mee.’ Een reportage.

2 0 MAART 2005. Verkiezingen voor de REPRESENTATIEVE organen van de ISLAMITISCHE eredienst. Kom uw kiesbrief afhalen. HIER.’

De handgeschreven letters in rode en zwarte viltstift, op een groot vel papier voor het raam van een Schaarbeekse winkel, brachten al heel wat gesprekken op gang. ‘Voor velen van ons zijn het de tweede verkiezingen waar we aan kunnen deelnemen’, zegt een slanke man die de winkel in de afgelegen straat binnenstapt. Hij steekt de hand uit. ‘Ben Arrasi’, zegt hij. Hij draagt een dikke muts en een flinterdun jasje. Hij is Belg en van Marokkaanse origine – hij heeft het papier met plakband tegen het raam gehangen.

‘Persoonlijk ben ik een absolute voorstander’, knikt hij. Hij verstopt een plukje haar onder zijn muts. ‘Maar ik ken ook mensen die tégen de verkiezingen zijn. Omdat ze er niet meer in geloven. Voor velen staat één ding vast.’ Hij zwaait met de wijsvinger. ‘Als de regering ook nu weer tussenbeide komt en onze kandidaten na de verkiezingen afkeurt om haar eigen mannetjes aan te stellen, doen we nooit meer mee.’

En hij legt uit: ‘In 1998 hádden we onze verkozenen. Maar wat gebeurde er? Er ontstond een stoelendans en finaal kregen anderen het voor het zeggen. Het is als het volk dat zijn burgemeester kiest en vervolgens van de regering te horen krijgt: neen, wij doen deze hier de sjerp om. Als ze wil dat de migranten zich goed voelen, moet de regering óns de keuze laten. Ik weet, we zijn een nog jonge gemeenschap in België. We kunnen onszelf nog niet vergelijken met de joden of de protestanten. Toch wordt het hoog tijd dat de Belgen beseffen dat er een migrantengemeenschap bestaat, met rechten en plichten. De Moslimexecutieve kan daartoe bijdragen.

‘En ze moet ergens beginnen. De erkenning van de moskeeën is niet prioritair. Veel belangrijker is de opleiding van de imams. Niet alleen moeten zij Frans of Nederlands spreken, ze moeten ook de Belgische economie, de Belgische politiek, de instellingen en de partijen kennen. Je moet hen kunnen zeggen: de VRT of de RTBF organiseert een debat over een maatschappelijk thema, stap ernaartoe en dialogiseer. Alleen zo kunnen we onze gemeenschap en onze cultuur openstellen.

‘Later kan de Executieve dan gaan samenwerken met de ministeries van Onderwijs en van Werkgelegenheid – zodat onze jonge migranten aan de slag kunnen. Als chauffeur, als transporteur, als vuilnisman, als wat dan ook. Als ze maar een normaal leven kunnen opbouwen. De Moslimexecutieve kan ons helpen om dichterbij te komen.’

Totaal verlamd

Waar staat de Moslimexecutieve vandaag? En wat is er fout gelopen?

De stemming van 20 maart voor een ‘hernieuwing van de representatieve organen van de islamitische eredienst’ heeft een lange voorgeschiedenis. In mei 1999 is de eerste Moslimexecutieve opgericht, na de verkiezingen van een Moslimraad (68 leden) die de Executieve (16 leden plus één voorzitter) – op grond van wettelijke bepalingen – aanduidde. Die Executieve zou de moslimgemeenschap voortaan officieel vertegenwoordigen. Haar taken waren vooral van praktische aard. Ze zou ervoor zorgen dat de overheidssteun waar de islam als erkende godsdienst al sinds 1974 recht op heeft, eindelijk bij de juiste instanties terechtkwam. De erkenning van de moskeeën, de wedden van de imams en aalmoezeniers in ziekenhuizen en gevangenissen, het statuut van de islamleraars: die dossiers zou de Executieve weer onder de aandacht brengen. Maar met uitzondering van de regeling rond de godsdienstleraars, slaagde ze er niet in de zaken in goede banen te leiden.

Interne tegenstellingen hebben de Executieve al die tijd verlamd. Wat naar buiten kwam, waren berichten over ontslagen en onenigheden, en zelfs over een interne putsch. Bepaalde leden van de Executieve werden door de Staatsveiligheid bovendien als radicaal bestempeld, omdat ze banden zouden hebben met de Moslimbroeders. Maar ze bleven – ook nu nog – gewoon op post.

Deze zomer leek het einde van de Executieve dan helemaal nabij. Na de moord op de Nederlandse cineast Theo van Gogh riep senator Mimount Bousakla (SP.A) op om het orgaan af te schaffen, onder meer omdat er niet met- een op de aanslag was gereageerd. Maar minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) vond het beter om voor de Executieve nieuwe verkiezingen uit te schrijven. ‘Het politieke gewicht van de allochtone gemeenschap in Brussel en Wallonië is niet te onderschatten’, zeggen kwatongen. ‘De PS tracht zo-veel mogelijk stemmen van de moslimgemeenschap naar zich toe te halen.’

De stemming had aanvankelijk al in de herfst van 2004 moeten plaatsvinden, maar ze werd steeds weer uitgesteld. Op 20 juli 2004 keurde het parlement een wet goed, die de aanstelling van een Commissie mogelijk maakte om de verkiezingen te begeleiden. Voor de huidige Moslimexecutieve, nota bene met de steun van de PS geïnstalleerd, was dat de druppel die de emmer deed overlopen. Ze stapte samen met haar algemene raad naar het Arbitragehof. En het hek was van de dam.

Volgens de wet konden in de Commissie twee leden van de Executieve zetelen. Maar uiteindelijk moest de minister op zoek naar eigen vertegenwoordigers. Vandaag zetelen Hassan Bousseta, een professor in de sociologie, en Ayse Oz, werkzaam in de integratiesector, in de Commissie. Daarnaast zijn er nog drie andere Commissieleden: twee voormalige magistraten en een afgevaardigde uit de strategische cel van het ministerie van Binnenlandse Zaken. ‘Heimelijk wordt een securitaire politiek gevoerd’, zeggen critici. ‘Waar is de transparantie?’

Waarnemers hebben ook heel wat kritiek op de weinig professionele aanpak van de Commissie. Ze beschikt over een budget van 300.000 euro om alles voor te bereiden. ‘Maar ze draait helemaal vierkant’, klinkt het. Bepaalde moskeeën raken maar moeizaam op de hoogte van het hele proces. Een van de Commissieleden moet zelf met een bestelwagen verkiezingsfolders gaan ronddelen. En één week voor het afsluiten van de kandidatenlijsten, is er nog géén officieel verkiezingsreglement klaar. Wie kandideert, weet bijvoorbeeld niet voor welk mandaat – de duur ervan is onbekend. ‘De algemene raad van 68 leden die op 20 maart verkozen wordt, zal dat bepalen’, zegt Saar Vanderplaetsen, de woordvoerster van Laurette Onkelinx. ‘De verkozen Moslimraad zal ook het initiatiefrecht hebben om de Executieve in een Vlaamse en een Waalse Kamer op te splitsen. Dat is zo, omdat we ons precies zoals bij andere godsdiensten, zo weinig mogelijk proberen te mengen.’

Maar potentiële kandidaten zijn niet gediend van dergelijke verklaringen. Ze zijn niet op de hoogte van de verkiezingsprocedures noch van wat de algemene raad zal kunnen vastleggen. ‘We worden verondersteld om blindelings deel te nemen’, klinkt het. ‘We staan gewoon perplex’, zegt de verantwoordelijke van de Schaarbeekse moskee Koubaa. ‘We zijn niet tégen het principe van verkiezingen, maar wel tegen de manier waarop ze georganiseerd worden en tegen de inmenging van de overheid. Er hangt een waas van onduidelijkheid rond het hele proces.’

En dát leidt tot de gekste uitspraken en de grootste misverstanden. Sommige migranten van bijvoorbeeld Marokkaanse afkomst denken dat ze alleen voor Marokkanen zouden kunnen stemmen. Bij hun inschrijving als kiezers moeten ze immers hun land van oorsprong aankruisen. Dus werd gezegd: wie Turks is en absoluut voor een Marokkaan wilt stemmen, moet zich als Marokkaan laten registreren. Niet waar, klinkt het op het kabinet van Laurette Onkelinx. ‘Het doel van de categorieën is een zo groot mogelijke representativiteit te bereiken.’ De ambassades van Marokko, Turkije en Algerije hadden alvast vergaderingen belegd, waar ze hun onderhorigen aanzetten om massaal te gaan stemmen, en zich uiteraard voor de eigen categorie in te schrijven.

‘De landen van oorsprong hebben blijkbaar opnieuw een grote greep op hun voormalige onderdanen. Het is een regressie naar de beginperiode van de migratie, toen de ambassades werden ingezet om de onderdanen te controleren’, zegt Herman De Ley, directeur van het Gentse Centrum voor Islam in Europa. ‘Er wordt inderdaad gemobiliseerd door de ambassades’, zegt een Belgische bekeerling. ‘Maar ik ben eens benieuwd of de Franstalige Marokkanen niet zullen afhaken. Velen onder hen hebben er genoeg van.’ De Turken zouden volgens hem massaal naar de stembus trekken, en hoe representatief is de Executieve dan?

Nochtans zijn het vooral de Marokkaanse moskeeën en imams – vaak de Franstalige – die overheidssteun kunnen gebruiken. Anders dan de moskee- en en de imams die gesteund en betaald worden door de Turkse Dyanet – het ministerie voor Religieuze Zaken in Turkije – betalen de Marokkaanse gemeenschappen hun kerkelijke voorgangers vaak met eigen giften. In de praktijk betekent dat soms dat ze in Marokkaanse dorpen op zoek gaan naar wie de koran van buiten kent. Voor een hongerloon laten ze hem naar België overvliegen. Heel wat Marokkaanse imams zijn dan ook illegaal in ons land.

Kerk en staat

Een erkenning van de moskeeën zou bepaalde gebedshuizen dus wel ten goede komen. ‘Aan Vlaamse kant staan we daarmee al heel ver’, zegt senator Fatma Pehlivan (SP.A). ‘Het is een gewestelijke materie geworden.’ Vanaf mei kan in Vlaanderen normaal gezien met de erkenningen worden aangevat. Vlaanderen is een katalysator in het dossier. Ook voor de erkenning van het statuut van de islamleraars liep de zaak het vlotst aan Vlaamse kant.

De Moslimexecutieve heeft dus wel al resultaten geboekt. Toch blijft de fundamentele vraag of de staat zich niet te veel met de godsdienstaangelegenheden van de islam bemoeit. ‘De manier waarop de overheid de Moslimexecutieve vandaag tegen haar wil verkiezingen oplegt, vind ik ongehoord. Dat gaat lijnrecht in tegen de scheiding van kerk en staat, die door de grondwet is vastgelegd’, aldus De Ley.

De staat heeft dat grondwettelijke principe volgens De Ley ook eerder al geschonden. In 1998 moest de Staatsveiligheid na de verkiezingen alle leden van de Moslimraad die wensten lid te worden van de Executieve, doorlichten. Een groot deel werd afgewezen, omdat het vermeende fundamentalisten waren. De veroordeling steunde niet op een feitelijk strafregister, maar op een religieus oordeel – wat eigenlijk niet kan.

Ook nu weer wil de overheid de leden van de Moslimraad doorlichten. Een wet daarover is nog volop in de maak. ‘De verkozen leden van de Moslimraad die zich kandidaat stellen voor de Executieve, zullen gescreend worden’, zegt de woordvoerster van Mevrouw Onkelinx. Hopelijk creëert de screening niet dezelfde sfeer van wantrouwen als in 1998.

Verborgen agenda’s

‘Ach, laten we gewoon gaan stemmen zonder de boel nog meer op te jutten’, zegt een Belgische bekeerling, die de buik meer dan vol heeft van de hele zaak. ‘Waarom neemt ook de Moslimexecutieve niet deel aan de verkiezingen? Wat zit erachter? Welke verborgen agenda speelt er mee? En waarom heeft de Executieve een als fundamentalistisch bestempelde moskee als de Molenbeekse Khalil in haar oppositie tegen de regering meegesleurd?’ Khalil verzette zich onder andere tegen het principe van de erkenning van de moskeeën. Zij wilde tégen de overheid een soort van onderlinge solidariteit opzetten: als één moskee niet wordt erkend, dan géén enkele. Maar de gewone confessionele moskeeën hebben dat niet gepikt.

‘Dat is het grote verschil tussen de confessionele en de activistische islam’, klaagt de bekeerling. ‘De confessionele moslims gaan naar de moskeeën om hun religie te beleven, de activisten hebben een agenda die ze willen doordrukken. Bovendien voeren sommigen dan nog een dubbel discours: in bepaalde contacten zeggen ze alléén datgene waarvan ze weten dat hun gesprekspartner het aanvaardt. Tegen anderen spreken ze in heel andere registers.’ Dat gevaar bestaat bijvoorbeeld voor de Centrale Moskee aan het Jubelpark. Een moskee die door Saudi-Arabië gefinancierd wordt en dan ook geen enkele belangstelling toont voor de verkiezingen of voor welke erkenning door de staat ook.

Hoe dan ook, het is niet aan de Moslimexecutieve, maar aan de Staatsveiligheid om daar een oogje in het zeil te houden. ‘Moskeeën op zich volgen we niet’, aldus het hoofd van de Staatsveiligheid, Koen Dassen. ‘We letten op de extremistische activiteiten die zich er kunnen ontwikkelen en die kunnen sterker of zwakker worden in de loop van de tijd.’ En hij relativeert: ‘Van de 300 moskeeën in België heeft tot dusver slechts een beperkt aantal de aandacht van de Staatsveiligheid opgeëist.’ Dassen pleit voor een zo ruim mogelijke dialoog met de moslimgemeenschap. ‘Met een actieve ondersteuning van de oprichting van de Executieve heeft de overheid getoond dat ze open staat voor de specifieke aspecten van deze godsdienstuiting.’

Is de overheid in een dialoog geslaagd? En zal ze dat ook nog met de nieuwe Moslimexecutieve kunnen? In 2001 schreef de Gentse hoogleraar Herman De Ley in het Nederlandse blad Trouw, dat het wellicht ‘mede dankzij het bestaan van de Moslimexecutieve was dat België van de beschamende anti-moslimexcessen gespaard gebleven was, die Nederland kende sinds 11 september’. In haar huidige staat van verdeeldheid speelt de Moslimexecutieve die rol vandaag wellicht niet. Komt het nog ooit goed met haar? De structuur bestaat. Op 20 maart kunnen de moslims stemmen, op de goede hoop.

Door Ingrid Van Daele

Bepaalde leden van de Executieve werden door de Staatsveiligheid als radicaal bestempeld, maar ze bleven gewoon op post.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content