Walter Vandenbossche (CVP) maakt zich zorgen over Brussel : enkele Franstaligen beseffen niet hoe hun extreem francofiele houding het Vlaams Blok voort versterkt.

HET KARTEL PRL-FDF maakt het de Brusselse Vlamingen elke dag moeilijker. Dat is de mening van Walter Vandenbossche (CVP), als fractieleider in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad één van de coalitiepartners van PRL-FDF. Sinds een jaar wordt Brussel bestuurd door een coalitie met Franstalige en Nederlandstalige socialisten (PS en SP), Nederlandstalige christen-democraten (CVP), Volksunie en PRL-FDF. De geldingsdrang van de door het FDF opgejaagde Hervé Hasquin (PRL) zet het Brusselse samenlevingsmodel onder zware druk, ervaart de CVP’er.

Zo weigeren PRL en FDF een akkoord over de samenstelling van het schuldbemiddelingsbureau. Pas na een incident worden de stedenbouwkundige berichten van minister Hasquin ook in Nederlandstalige advertentiebladen gepubliceerd. Télé-Bruxelles wordt per satelliet naar de Vlaamse Rand gestuurd, bij wijze van provocatie. De migrantencommissie, die vijf jaar werkte, kon pas na een jaar en een boos communiqué van de migranten opnieuw volgens de vastgelegde verdeelsleutel worden samengesteld (tweederde Franstalig, een derde Nederlandstalig). Nog vorige week sprong het meerderheidsoverleg over deze commissie opnieuw af : PRL en FDF verzetten zich tegen een Nederlandstalige ondervoorzitter.

Vandenbossche, een advocaat uit Anderlecht, vindt dat de Vlamingen zich moeten bezinnen over Brussel. ?Al te snel worden, onder meer door Manu Ruys, de instellingen onder vuur genomen. Die zouden niet leefbaar zijn. Ik weiger dat te aanvaarden. We moeten ons wel vragen stellen over het gevoerde beleid. Vlamingen die bekommerd zijn om Brussel zouden hun vakantie kunnen gebruiken om na te denken over hoe we aan gemeenschapsvorming kunnen doen. Aan Franstalige zijde is de cocofiëring volop bezig.? Vandenbossche doelt op de Franse Gemeenschapscommissie, in het Frans afgekort tot Cocof. Die houdt zich, namens de Franse Gemeenschap, bezig met cultuur, onderwijs, welzijn en gezondheid. Een Vlaamse Gemeenschapcommissie doet dat voor de Nederlandstaligen. ?Als de Franstaligen in de onmiddellijke toekomst het Brussels samenlevingsmodel geen kans meer willen geven, dan moeten ook de Vlamingen kiezen voor de verdere uitbouw van de Vlaamse Gemeenschapscommissie als ondergeschikt bestuur van het Vlaams parlement.?

SPANNINGEN.

Vandenbossche is ondervoorzitter van de Vlaamse Gemeenschapscommissie waarvan hij de macht wil versterken, ten nadele van de Brusselse hoofdstedelijke regering, waarin aan Vlaamse zijde zijn partijgenoot Jos Chabert (CVP) en Rufin Grijp (SP) zetelen. Vic Anciaux (VU) is staatssecretaris. ?Als de macht van de Vlamingen in het Brusselse Gewest kleiner wordt, dan moet de macht van Vlaanderen in Brussel vergroten. Dat zijn communicerende vaten,? zegt hij. En, op zijn hoede : ?Ik werp geen steen naar de Vlaamse ministers in Brussel, want als fractieleider van de grootste Vlaamse partij ben ik mee verantwoordelijk voor het beleid.?

Vandenbossche ziet drie grote spanningsvelden binnen de Brusselse regering. In de eerste plaats is er de tegenstelling links-rechts. ?De verhouding tussen PS en PRL is ver van goed.? Hij verwijst onder meer naar de liberale pogingen om het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (Gewop), het geesteskind van de voorzitter van de Brusselse regering, Charles Picqué (PS), te kelderen.

Een tweede tegenstelling leeft binnen het kartel van FDF en PRL. ?Een belangrijk deel van de PRL, de gematigde vleugel, heeft het zeer moeilijk met de machtsgreep en de chantage van het FDF, dat loodzwaar weegt op de werking van de Brusselse regering. Daardoor wil de PRL’er Hasquin te pas en te onpas zijn leiderschap bevestigen, ten koste van de Vlamingen. Kijk naar de stedenbouwkundige vergunningen, naar Télé-Bruxelles in de Vlaamse Rand, of naar de oprichting van de Raad van de Franstaligen uit de Vlaamse Rand. Daarvoor is de Cocof niet bevoegd, maar die francofone profileringsdrang van Hasquin gebeurt op de rug van de Vlaamse Gemeenschap en de Brusselse Vlamingen.?

De derde tegenstelling binnen de Brusselse regering vloeit voort uit de tweede. Vlamingen en Franstaligen staan almaar scherper tegenover elkaar. ?Deze regering startte onder een ongelukkig gesternte,? aldus Vandenbossche. ?Voor de vorming van de vorige coalitie zaten Franstaligen en Vlamingen van in het begin samen aan tafel. Nu kookte elke gemeenschap over de gewestelijke materies zijn eigen potje en ging vervolgens de confrontatie met de andere gemeenschap aan. Voor Brussel is niets slechter dan de confrontatie. Dat weet ook Picqué, die niet gelukkig is met de huidige situatie. Maar als de Vlamingen geen ernstige bevraging doen over hoe de lont uit het kruitvat kan worden gehaald, dan ontploft het Brussels multiculturele samenlevingsmodel. Wat mij zorgen baart, is dat een aantal Franstaligen niet beseft dat hun radicaal-francofiele houding uiteindelijk alleen de positie van het Vlaams Blok in Brussel versterkt. De uitspraken van de nieuwe voorzitter van het Blok, Frank Vanhecke, liegen er niet om.?

KOELKAST.

Behalve op Antwerpen richt het Vlaams Blok zijn pijlen de komende jaren ook op Brussel. Parlementslid Filip De Man krijgt van de partij de vrijheid en de menselijke en financiële middelen om een jarenlange campagne te voeren in de hoofdstad. Het Blok zal die campagne ook in het Frans voeren. Bedoeling is om met Franstalige stemmen het Blok incontournable te maken in de Vlaamse vertegenwoordiging in de Brusselse hoofdstedelijke raad. Het Blok hoopt voldoende stemmen te winnen om het Brusselse samenlevingsmodel te kunnen blokkeren.

?Het Blok speelt hetzelfde spel als het FDF in 1971. Toen slaagde het FDF erin om met de stemmen van de verfranste Vlamingen de Brusselse Agglomeratieraad te verkrachten. Het FDF heeft het beleid in Brussel gedurende twintig jaar in de koelkast gestoken. Wat het Blok wil doen, is nog erger. Vlamingen willen, ten koste van de Brusselse Vlamingen, de Brusselse instellingen verlammen door het gebruik van maatregelen die precies de Vlamingen in Brussel moeten beschermen. Het Vlaams Blok probeert de meerderheid in de Nederlandse taalgroep te behalen om de consensus in de Brusselse regering systematisch te blokkeren. Vlaanderen moet zich dringend afvragen of het Blok nog een democratische rol heeft te spelen. Na de stellingname van Vanhecke is mijn antwoord : neen. Politiek is er om een positief beleid te voeren.

Wat het Blok wil, is niet geboren uit de zorg voor de bevolking. Het Blok wil de democratie misbruiken om de democratie te vernietigen. Het zou iets anders zijn, mocht het Vlaams Blok in het federale parlement een meerderheid vinden om het Brusselse systeem democratisch te wijzigen. Maar als die partij publiek zegt dat ze Brussel wil laten imploderen, dan verdient ze haar cordon sanitair en heeft ze geen rol te spelen in een democratie. Op zo’n partij kan het systeem-Dhondt, dat de functies verdeelt in verhouding tot de verkiezingsuitslag, niet van toepassing zijn. Het Blok overschrijdt hier een grens. In andere omstandigheden hebben mensen hun leven gegeven voor de democratie. Wij moeten daar vandaag eens ernstig aan terugdenken. Want de verantwoordelijkheid die het Blok hier neemt, is vernietigend. De Brusselse Vlamingen zijn de koorddansers van de Belgische politiek : wij moeten geloofwaardig zijn ten aanzien van de Vlamingen, de Brusselaars en de Belgische federatie. Ik laat mij niet van het koord duwen, maar dames en heren Vlamingen, is het dat wat wij willen ??

DERDE GEWEST.

Vandenbossche zegt dat hij geen angst heeft. ?Angst is te ongecontroleerd. Ik ben zeer ongerust, maar bereid om voor de democratie te vechten.? Volgens Vandenbossche is de rol van Brussel eenvoudig. ?Brussel kan niet genoeg hoofdstad zijn. Hoofdstad van Europa, van België, van de Franse Gemeenschap en van Vlaanderen. Ik geloof niet dat Brussel ooit voor Vlaanderen zal kiezen, zoals sommigen beweren. Brussel zal altijd Brussel blijven, maar de stad kan niet overleven als ze de hoofdstad niet is. Met mijn keuze voor Brussel als hoofdstad zet ik mij ook af tegen sommige francofielen die Brussel als een volwaardig derde gewest zien. Wat dat betreft, zit ik op dezelfde lijn als Dominique Harmel (PSC).?

De hoofdstad moet leefbaar zijn voor de Vlamingen, vindt Vandenbossche. ?Elke Vlaming moet hier als volwaardig worden behandeld : wie hier woont, werkt, welzijn zoekt of cultuur komt snoepen. Want wanneer het slecht gaat met de Vlamingen in Brussel, gaat het slecht met Brussel. In de mate dat Brussel geen respect opbrengt voor de gemeenschapsaanhorigheid van de Vlamingen, maakt de stad een einde aan haar toekomst. De cocofiëring gebruiken als een wapen tegen de Vlamingen, raakt aan het wezen van deze stad, aan haar enige toekomst : hoofdstad zijn.?

Op middellange termijn moet er een ommekeer komen in de demografische situatie van de Brusselse Vlamingen. Anders versmalt de electorale kracht van de Vlamingen nog meer. De huidige situatie vindt Vandenbossche verontrustend. ?Daarop is er slechts één antwoord : we moeten de kwaliteit van de leefomgeving opkrikken, ervoor zorgen dat individuen en gezinnen de stad weer opzoeken. We kunnen niemand verplichten om hier te komen wonen. Maar als we stedenbouwkundig het tij niet kunnen keren, dan blijven de mensen de stad ontvluchten. Ook Franstaligen, met alle problemen die daaraan zijn verbonden in de Vlaamse Rand.?

Om het voor Vlamingen in de hoofdstad leefbaar te maken, moet de Vlaamse aanwezigheid in de gemeenteraden worden gegarandeerd, vindt Vandenbossche. Dat is ook een van de eisen van het actieplan van de VU voor Brussel (zie kader). ?In een volgende ronde van de staatshervorming is het prioritair om de sterkte van de Vlamingen op het Brussels gewestelijk niveau ook gemeentelijk te vertalen. Als Vlaanderen en Wallonië nieuwe bevoegdheden krijgen, dan moet Brussel hen daarin niet per se volgen. Ik aanvaard de tweeledigheid van het land, met het speciaal hoofdstedelijk statuut voor Brussel. Essentieel is dat de rechten van de Vlamingen op gemeentelijk niveau worden gewaarborgd. Als wij met Vlaams geld een kansarmoedebeleid willen voeren, dan kan dat maar succesvol zijn als we in de gemeenten aanwezig zijn. Hetzelfde geldt voor een bibliotheekbeleid.?

BRUINE OLIEVLEK.

Dik tien procent van de gemeenteraadsleden in de negentien gemeenten is Nederlandstalig. In verscheidene gemeenten zijn er geen Vlaamse vertegenwoordigers en in de intercommunales en de gemeentelijke VZW’s zijn de Vlamingen helemaal afwezig. Zegt Vandenbossche : ?De Vlamingen mogen ’s nachts tenissen in de gemeentelijke sporthal, ze worden gewoon uit hun gemeenten weggepest. Anderlecht, een gemeente met een traditie van pacificatie, werd dit jaar al verscheidene keren op de vingers getikt door de Vaste Commissie voor Taaltoezicht. Ook daar worden de Vlamingen meer en meer verdrukt, alweer onder pressie van het kartel PRL-FDF met Jacques Simonet (PRL). En de Vlamingen helpen daaraan mee. De enige Vlaamse schepen, Jan Abbeloos, dreigde er zelfs mee de bijkomende gemeentelijke subsidie van 100.000 frank aan het Vlaams Gemeenschapscentrum in te trekken, omdat dat de taalwet wil doen naleven. De Vlamingen moeten nu met de Franstalige burgemeester Christian D’Hoog (PS) onderhandelen over hun subsidie. Dat is toch hallucinant !?

Vandenbossche gelooft dat er maar twee mogelijkheden zijn. Ofwel worden de Vlamingen verder de stad uitgejaagd, omdat in hun geval de stadsvlucht vrij maakt. Ofwel spelen de Vlamingen hun rol beter in Brussel en wordt de stad voor hen weer aantrekkelijk. ?We moeten de leefomgeving van deze stad, en dus van de Vlamingen in deze stad, verbeteren. Daaraan moeten Vlaanderen, Wallonië en de Europese Unie meewerken. We moeten ook ophouden met te doen alsof er geen problemen zijn in Brussel. Alsof er geen agressie is, of nachtlawaai, alsof er geen buurten zijn waar jeugdbenden meester zijn van de straat. We moeten een antwoord zoeken op de wanhoop van vele bewoners. Dat antwoord is een Marshallplan voor de steden. Wachten tot het Blok de zaak blokkeert, doet de wanhoop nog aangroeien, en wellicht de aantrekkingskracht van het Blok. Dan spreken we niet meer over een Franstalige maar een bruine olievlek in Vlaams-Brabant.?

Peter Renard

Walter Vandenbossche wil een Marshallplan voor de steden. We moeten niet doen alsof er geen problemen zijn in Brussel.

Walter Vandenbossche : Als het Blok Brussel wil laten imploderen, dan heeft het geen rol te spelen in een democratie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content