Polyfonie uit Zuid-Albanië en Grieks Epirus.

Zuid-Albanië is een multiculturele lappendeken waar Albanezen (Tosken, Labben en Tsamiërs) van oudsher samenleven met Vlachen, zigeuners en Grieken en een rijk muzikaal gebied waarbij vooral de polyfonie de aandacht trekt. Het is een verrassende combinatie van samenzang die via dissonantie tot harmonie leidt. Vooral de streek rond Chimára ontwikkelde een eigen stijl.

Diezelfde polyfone liederen vinden we ook net over de grens, in Grieks Epirus. Het zijn liederen met een vaste structuur, waarbij de eerste plaats wordt ingenomen door de stem van de partís (nemer, hij die de toon neemt). Hij kiest de toon en zet de eerste frase of het thema in. Daarna volgen de andere stemmen, onder meer de isokrátis (hij die de toon houdt). In tegenstelling tot de partís zijn er meestal 2 tot 4 isokraat-stemmen. Zij zingen een tekst op één vaste toon en zorgen op die manier voor een stabiele fundering van het lied.

De rol van de derde stem, de yiristís of klóstis (draaier, spinner), valt door het gebruik van specifieke intervallen het meeste op. Hij spint als het ware een draad om het centrale thema van het lied, op een manier die voor een westers oor soms tot een vals en onharmonisch samenklinken met de andere stemmen leidt. Tot slot zijn er twee stemmen die het geheel verfraaien. De ríchtis (de werper) werpt zich te midden van de samenzang en legt aparte klemtonen met een eigen melodische kleuring. Het laat de partís toe even te pauzeren om daarna het lied met hernieuwde krachten voort te zetten. De laliá (spreekstem) is meestal vrouwelijk. Net als de yiristís ?draait? en ?spint? zij, maar een octaaf hoger. Zij is enkel te horen bij het afronden van de melodie.

Binnen het polyfone lied vormen de miroloi of klaagliederen één van de belangrijkste genres. De vrouwen nemen afscheid van de overledene die niet meer van de bekoringen van de bovenwereld kan genieten. In Epirus ontwikkelden deze miroloi zich ook tot zuiver instrumentale klaagliederen, uitgevoerd door een kompanía bestaande uit klarinet, viool, luit en tamboerijn. Bij die geheel of gedeeltelijk instrumentale versies verschijnen ook de mannen op het toneel.

Petros-Loukas Chalkiás (1934) is klarinetspeler uit Epirus, waar hij wordt beschouwd als één van beste actieve musici. Met zijn Kompanía brengt hij vocale en instrumentale muziek, waaronder heel wat polyfone liederen. Ook het Chimára ensemble brengt meerstemmig werk, zowel Grieks als Albanees. De meeste leden van die zanggroep zijn afkomstig uit de Zuid-Albanese dorpen Chimára en Drymades, maar wonen sinds 1991 in Athene.

Johan Van Ackere

Polyfonie uit Zuid-Albanië en Grieks Epirus op 18/4 om 20.15 in C.C. De Warande in Turnhout en op 19/4 om 20.00 in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel.

Upper Pogoni, Zuid-Albanië, begin van deze eeuw : via dissonantie tot harmonie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content