Nu de anti-Europeeërs in Brussel aan hun sloopwerk kunnen beginnen, wil Mark Eyskens ons meer dan ooit WAARSCHUWEN VOOR ONDOORDACHT PROTECTIONISME.

Er waart een spook door Europa. Dat schreef reeds Karl Marx als openingszin van zijn Communistisch Manifest, dat hij in 1848 neerpende op een gammele tafel in het Brusselse café De Zwaan, tot op vandaag aanlokkelijk gelegen op de grote Markt van de hoofdstad van Europa. Het spook was toen de communistische doctrine en de aankomende klassenstrijd die het kapitalisme zouden verslaan.

Vandaag gaat het om een heel ander spook, namelijk het gevaar dat de Europese eenmaking wordt stilgelegd en teruggedraaid en dat de Europese integratie eindigt in desintegratie. De Europese verkiezingen zijn een ernstige waarschuwing, nu blijkt dat de anti-Europeeërs de derde belangrijkste fractie zullen worden. Haar parlementsleden zullen worden betaald om Europa te slopen en te ontmantelen. ‘Wij moeten Frankrijk teruggeven aan de Fransen en breken met de bemoeizucht van Brussel’, kraait Marine Le Pen.

Het is juist dat de Europese leiders te weinig doen om de strijd aan te binden tegen een werkloosheid die in het Avondland 26 miljoen personen treft. Een Europees groeibeleid door de investeringsvraag te stimuleren en door de enorme spaartegoeden te mobiliseren en in de economie te injecteren, is nog steeds niet uit de startblokken geraakt. Bovendien moet ook de wisselkoers van de te dure euro worden gedrukt om onze export te vergemakkelijken. De Europese Centrale Bank kan dit doen onder meer door het aankopen van dollars op de wisselmarkt. Maar het is een pure illusie te denken dat door een aantal Europese bevoegdheden opnieuw te nationaliseren en te laten uitoefenen door de lidstaten, de toestand spectaculair zal verbeteren. Het tegendeel is waar. De onvolkomenheden van het Europese beleid zijn het gevolg, niet van ’te veel Europa’, wel van ’te weinig Europa’.

Eigen dorp

De soevereinisten en nationalisten van allerlei slag in Europa pakken vaak uit met slogans en varianten als: ‘eigen volk eerst’ of ‘wat wij zelf doen, doen wij beter’. Dit soort kreten en gefluister raakt ongetwijfeld een gevoelige snaar bij deze medeburgers die hun eigen dorp blijven verkiezen boven het werelddorp. Een begrijpelijke reactie indien hen onvoldoende pedagogisch wordt uitgelegd wat er gaande is in de wereld en hoe onze welvaart vandaag afhangt van wederzijdse afhankelijkheid en samenwerking. Allerlei vormen van openlijk of verhuld protectionisme steken opnieuw de kop op. De rechtse partijen willen de immigratie van vreemde arbeidskrachten maximaal inperken of onmogelijk maken, terwijl de linkerzijde de intocht van buitenlandse bedrijven en de invoer van allerlei producten en diensten uit het buitenland wraakt. De eersten proberen de mensen tegen te houden, de tweeden de goederen. Les extrêmes se touchent.

Met als toemaatje dat ook nog krampachtig gepleit wordt voor een zuivere cultuur en inenting tegen allerlei vreemde besmettingen. Onlangs heeft een blijkbaar patriottische Fransman in Frankrijk een origineel en stichtend experiment verricht. Hij kondigde plechtig aan dat hij gedurende één maand enkel honderd procent Franse producten zou verbruiken en gebruiken. Aangezien de meeste verkeersmiddelen zoals auto’s, treinen, metro’s, vliegtuigen geheel of gedeeltelijk van buitenlandse makelij zijn, diende hij zijn verplaatsingen drastisch te verminderen en met een Franse fiets rond te toeren. Maar de grootste moeilijkheden ondervond hij in zijn voeding, aangezien de meeste voedingswaren op een of andere manier waren verbasterd door buitenlandse invoer of buitenlandse ingrediënten. Een maand later riep onze Fransman de pers samen om verslag uit te brengen. Hij was 20 kilogram vermagerd en zag er vermoeid en gedeprimeerd uit. Hij leed aan een protectionistische burn-out en was een levend bewijs van de dramatische gevolgen van nationalistische cocooning. Wie zei ook weer dat de nationalisten lijken op holbewoners die zich in hun grot terugtrekken nadat zij de ladder hebben opgetrokken in de waan dat ze niemand anders nodig hebben?

Onzinnig sofisme

De parabel van de Fransdolle Fransman, moet ons er in eigen land toe aanzetten om tussen Schelde en Maas deuren en ramen wijd open te zetten en alvast te opteren voor een doelmatiger samenwerkingsfederalisme als uitvoering van de zesde staatshervorming. Sommigen blijven maar verkondigen dat België bestaat uit twee landen en twee democratieën, een linkse en rechtse, die met elkaar niets gemeen hebben. Dit is natuurlijk een onzinnig sofisme. In de Verenigde Staten van Amerika zijn er deelstaten met respectievelijk Republikeinse en Democratische meerderheden, die moeilijk met elkaar te verenigen zijn. Maar geen enkele Amerikaan ziet daarin een reden om het land te splitsen. Een zelfde analyse is toepasbaar op Duitsland, waar sommige Länder links en andere rechts worden geregeerd, zonder dat dit iets afdoet aan de Duitse eenheid.

Het is een pure illusie te denken dat door een aantal Europese bevoegdheden opnieuw te nationaliseren, de toestand spectaculair zal verbeteren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content