SPEAKERS’ CORNER

François Englert heeft een halve eeuw moeten wachten op de toekenning van de Nobelprijs voor fysica. Beter laat dan nooit. Uiteindelijk heeft hij geluk gehad, want zijn Belgische collega Robert Brout, die ook betrokken was bij de ontdekking van het zogenaamde boson van Higgs – lees het Godsdeeltje – heeft een paar jaar geleden de geest gegeven.

Toen ik economie studeerde aan Columbia University in New York, liep ik college bij professor William Vickrey. Vele jaren later kreeg die de Nobelprijs voor economie – toen hij 83 jaar was. De man zat achter het stuur van zijn auto op een highway toen hij een telefoontje kreeg van zijn echtgenote. Die zei: ‘Dear Bill, ik kreeg daarnet een vreemd telefoontje van een man die brokkelig Engels sprak, blijkbaar een buitenlander, om jou mede te delen dat je een belangrijke prijs gekregen hebt met een naam die bij mij een ‘bel’ doet rinkelen.’ Vickrey snapte onmiddellijk dat het om de Nobelprijs ging, zo begeerd onder alle collega’s op de planeet. Hij schrok zodanig dat hij een hartstilstand deed, zijn auto in de prak reed en vervolgens door een ambulancewagen met gierende sirenes naar het dichtstbij gelegen ziekenhuis werd gevoerd, waar hij drie dagen later overleed. Toch mocht hij zijn Nobelprijs behouden, ook al lag hij netjes begraven ergens uptown New York toen een paar weken later de plechtige uitreiking plaatsvond op het stadhuis van Stockholm.

Einstein zei ooit: ‘Het is onbegrijpelijk hoe de mens erin slaagt de wereld te begrijpen.’ Deze uitspraak geldt voor alle wetenschappen, ook voor die welke zich bezighouden met het gedrag van mensen. Maar misschien was Einstein ook fout en begrijpen we heel weinig en van onszelf en van het universum dat ons omringt. Volgens de geleerden is het universum een multiversum dat bestaat uit miljarden heelallen en is de werkelijkheid samengesteld, niet uit drie of vier dimensies, maar uit ten minste elf, althans volgens de beroemde snaartheorie.

Wetenschap heeft uiteraard te maken met passie, gedrevenheid en de kolossale ambitie om de geheime code van de werkelijkheid te ontcijferen. De concurrentie onder wetenschappers is vandaag bijna moordend omdat wetenschapsbeoefening maar mogelijk is indien voor het onderzoek voldoende financiële middelen worden vrijgemaakt door de overheid of door privésponsors – lees: bedrijven.

Het succes van wetenschappelijk onderzoek heeft eveneens te maken met vindingrijkheid en het samengaan van noodzaak en toeval. De Britten hebben een bijna onvertaalbaar woord aangemunt voor dit soort toevallige ontdekkingen, waarbij men iets vindt dat men niet had gezocht. Dat woord luidt: serendipity. Serendipity blijkt afkomstig te zijn van de Britse schrijver Horace Walpole, die beweerde dat het voorkwam in een Perzisch sprookjesverhaal. Andere auteurs stellen dat serendipity ontstond toen een of andere westerse zeevaarder in de 17e eeuw heel toevallig het eiland Sri Lanka ontdekte en aan de inwoners vroeg wat de naam was van hun land. Die gaven een antwoord dat klonk als ‘Serendib’. De meest stichtende omschrijving van serendipity is dat je zoekt naar een naald in een hooimijt en eruit rolt met een boerenmeid. Dat voorrecht is uiteraard weinig wetenschappers gegund.

Een paar jaren geleden had ik het privilege een bezoek te brengen aan het CERN, ‘Centre européen pour la recherche nucléaire’ te Genève. Ik werd er ‘van mijn sokken geblazen’, zoals dat nu heet. Het was op de vooravond van de ontdekking van het boson van Higgs, en de spanning was te snijden in de deeltjesversneller. We mochten tot bij de accelerator, een veelkleurige tonvormige kathedraal. En later bezochten we de onderaardse ellipsvormige gang, 27 km lang, gebouwd op het grondgebied van Zwitserland en Frankrijk.

In dit heiligdom van de deeltjesfysica wordt gepoogd het grote mysterie van de werkelijkheid te ontrafelen, waarbij steeds meer blijkt hoezeer de zichtbare kant der dingen misleidend en onbetrouwbaar is. Voor de kwantumfysica is de echte werkelijkheid onzeker, onbepaald en enkel probabilistisch voorspelbaar. Alles is mogelijk en alles kan. Een microdeeltje kan zich tegelijkertijd op twee verschillende plaatsen bevinden. Er bestaat zoiets als de nultijd en het licht is een complementaire contradictie: golf en foton. Als ‘Alice in wonderland’ struinen we door die wereld. Maar het is verwonderlijk hoe weinig verwonderden er nog zijn in onze wereld van dagelijkse wonderen, die helaas niet allemaal mirakels zijn.

In dit heiligdom van de deeltjesfysica blijkt hoezeer de zichtbare kant der dingen misleidend en onbetrouwbaar is.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content