Aan paradoxen geen gebrek. Gedurende het grootste deel van zijn lange militaire en politieke loopbaan was de harde en onverbiddelijke Ariel Sharon slecht nieuws voor de vrede in het Midden-Oosten. Maar nu hij van het toneel verdwijnt, ziet het er pas echt beroerd uit. Ariel Sharon en zijn Palestijnse tegenspeler Yasser Arafat stonden hun leven lang met getrokken messen tegenover elkaar. Een goed jaar geleden nog werd gedacht dat er met die twee dinosaurussen nooit een oplossing voor de Palestijnse kwestie kon komen. Nu ze allebei weg zijn, blijft er alleen chaos en onzekerheid over.

In de Palestijnse gebieden is president Mahmoud Abbas alle controle over de gebeurtenissen kwijt. Als er volgende week toch verkiezingen worden gehouden, worden die vrijwel zeker gewonnen door kandidaten van de extremistische beweging Hamas. Die wierp zich de voorbije jaren op als het enige houvast van de arme Palestijnse bevolking. Maar als ze dat al zou willen, dan kan Hamas voor Israël geen gesprekspartner zijn: de beweging heeft niet ontwapend en blijft van mening dat de Joodse staat moet verdwijnen.

In Israël staat de nieuwe partij van Sharon, Kadima, nog in de steigers. Het was de bedoeling van de premier om met een nieuwe centrumrechtse formatie een meer pragmatische politiek te voeren dan met Likoed mogelijk is. Die is te veel met handen en voeten gebonden aan de kolonisten en hun dikwijls zeer radicale aanhang. Het is niet zeker of de politici die Sharon naar Kadima zijn gevolgd bij de publieke opinie dezelfde steun genieten. Het is dus ook niet zeker of ze het gedurfde plan kunnen uitvoeren dat Sharon wellicht voor ogen stond: terugplooien op de veiligheidsmuur die op en net over de grens met de bezette gebieden wordt gebouwd. Die sluit de grootste nederzettingen in, maar een aantal andere ook niet. En dat zou een regering met Likoed nooit aanvaarden.

Ariel Sharon streefde nooit naar een compromis met de Palestijnen, en dat was ook nu niet echt het geval. In zijn geest stond de veiligheid van Israël voorop, maar het blijft moeilijk om hem uiteindelijk als een duif te zien. Zijn goed geregisseerde bezoek aan de Tempelberg in Jeruzalem in 2000 was de directe aanleiding voor de tweede intifada. Die bracht eerst een dodelijke klap toe aan de poging van de toenmalige premier Ehud Barak om met Arafat tot een akkoord te komen en bracht vervolgens Sharon zelf aan de macht, die de opstand daarna bloedig onderdrukte.

Kreeg Ariel Sharon uiteindelijk te weinig tijd? Het ontbreekt zowel Palestijnen als Israëli’s op dit moment in ieder geval aan mensen die met voldoende gezag kunnen praten. In De Standaard vroeg de schrijver David Grossman zich vorige zaterdag af waarom Israëlische politici pas na hun zeventigste tot de bevinding komen dat geweld geen oplossing biedt. Het antwoord is misschien eenvoudigweg dat ze altijd in de eerste plaats soldaten blijven. Dat is ten slotte het vak dat ze hebben geleerd

HUBERT VAN HUMBEECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content