Onthoud die naam: Davy Kestens. Hij is 25 jaar, komt uit Herk-de-Stad, maakt met zijn bedrijfje Sparkcentral furore in Silicon Valley en wordt al omschreven als ‘de nieuwe Steve Jobs’. Al beseft zijn investeerder en hightechgoeroe Peter Hinssen dat de kans op mislukken reëel is, aan zelfvertrouwen ontbreekt het Kestens niet: ‘Veel jonge ondernemers in Vlaanderen willen geld verdienen. Ik wil de wereld veranderen.’

‘Dat is grappig,’ lacht hij, ‘dat herinnerde ik me helemaal niet meer.’ Davy Kestens woont nu al twee jaar in San Francisco en is daar ondertussen goed bekend met zijn bedrijfje Sparkcentral, waarmee ondernemingen kunnen volgen wat er over hen op sociale media als Twitter en Facebook allemaal wordt verteld. Twee jaar geleden haalde hij 1,125 miljoen dollar op bij vooral Belgische investeerders, Amerikanen pompten er nog eens 4,5 miljoen in. ‘En wanneer heb ik dat geschreven? In 1998? Toen was ik amper tien jaar!’

Meer dan vijftien jaar geleden stuurde Davy Kestens een mopje in voor de jongerenpagina van Het Belang van Limburg – naar welke krant anders, als je in Limburg woont? Het gaat zo: ‘De mieren willen zo graag eens een olifant overwinnen. Op een dag komt er een olifant in hun dorp. Onmiddellijk stormen alle mieren op hem af. De olifant schudt zich eens en alle mieren duiken naar beneden behalve eentje. Die kan zich met veel moeite vasthouden aan de nek van de olifant. Toen de mieren dat zagen, riepen ze om het hardst: “Goed zo Davy, wurg hem!”‘ Was getekend Davy Kestens, Herk-de-Stad.

‘Ja, de mier die een olifant probeert te wurgen kun je als een metafoor zien van de strijd die ik nu aan het leveren ben’, zegt Kestens. Peter Hinssen zit erbij en lacht luid: ‘Oh, dat is mooi, héél mooi!’ Hinssen (44) is een geroemd en geprezen IT-expert. Hij richtte een reeks techbedrijven op, schreef de bestseller Digitaal is het nieuwe normaal, geeft wereldwijd lezingen, kent de ins en outs van Silicon Valley en helpt jonge starters als Kestens met raad en – ook niet onbelangrijk – geld om hun droom waar te maken. ‘Je moet hardnekkig zijn om ergens te raken. En vandaag kun je zo’n droom ook waarmaken. De mier kan nu de olifant wurgen.’

Waarom is Davy Kestens zo hot in Silicon Valley?

Peter Hinssen: Davy past perfect in de trend die je vandaag in San Francisco waarneemt. San Francisco was heel lang de hightechhoofdplaats van de wereld en is dat nog steeds, maar je merkt er een belangrijke kentering. Vroeger was het de geboorteplaats van grote bedrijven als Apple, Intel en Oracle. Nu is het de industry destruction capital of the world: de nieuwe bedrijven vallen een bepaalde markt aan en verpulveren de gevestigde ondernemingen. Neem bijvoorbeeld PayPal waarmee je online kunt betalen. Dat is geen technologiebedrijf, maar het veranderde wel de hele financiële wereld, want je kunt dankzij PayPal nu veilig van achter je pc of met je smartphone geldzaken afhandelen. De hele bankwereld wordt ermee door elkaar geschud. Of neem Netflix, dat op vraag films en series via het internet levert. Het is razend populair in de VS en komt nu ook naar België. Het kan ons kijkgedrag drastisch wijzigen en zet de hele televisiewereld op zijn kop. En in die trend past Davy met Sparkcentral.

DavyKestens: Inderdaad. Sparkcentral is niet zomaar een onderneming die een programma ontwikkelde waarmee bedrijven kunnen volgen wat over hen gezegd wordt op de sociale media. Wij willen de relatie tussen bedrijf en klant radicaal anders aanpakken. Veel bedrijven denken na hoe ze via de nieuwe sociale media moeten communiceren met de klanten. Ze breken zich het hoofd over hoe ze bijvoorbeeld Twitter en Facebook moeten beheren. Ze zien dat gewoon als nieuwe communicatiekanalen. Wat die bedrijven niet beseffen, is dat het om veel meer gaat. Er is echt een revolutie aan de gang in hoe consumenten met bedrijven praten.

Hoe ziet die revolutie eruit?

Kestens: Tegen de klant met een vraag of klacht kon je vroeger als bedrijf zeggen: u kunt ons bereiken tijdens de kantooruren, op dit nummer van een callcenter of via deze site. Zit de consument nu met een vraag, dan stuurt hij die meteen via de sociale media de wereld in en verwacht hij ook onmiddellijk een antwoord. Dat is de radicale verandering: niet langer de onderneming dicteert hoe en wanneer kan worden gecommuniceerd, maar de consument zelf beslist wanneer en hoe hij wil communiceren. En het is aan de bedrijven om daar vlug en gepast op te reageren.

Geef eens een voorbeeld.

Kestens: Vorige maand wou ik een sportband kopen, die mijn stappen telt, bijhoudt hoeveel zuurstof ik heb verbruikt, enzovoorts. Ik stuurde naar drie producenten een tweet om meer uitleg en alleen Nike heeft geantwoord. Welke denk je dat ik heb gekocht? Nike natuurlijk, want als ik een probleem heb, zal die me ook wel het vlugst helpen op de manier die ik wil.

En hoe speelt uw bedrijf Sparkcentral daarop in?

Kestens: We hebben nu 36 klanten, waaronder zes vliegtuigmaatschappijen waarvan ik alleen de namen Brussels Airlines en Delta mag noemen. Stel, er is een sneeuwstorm en de vliegtuigen hebben vertraging of de vluchten worden zelfs afgelast. Onmiddellijk zullen passagiers zich roeren via de sociale media. Met onze software kan zo’n luchtvaartmaatschappij de stroom berichten op de sociale media beheren en met die klanten een normaal gesprek opbouwen.

Hinssen: Dat gaat dus veel verder dan als bedrijf een Facebookpagina beginnen, waarna je de klanten oproept om op de ‘like‘-knop te klikken – who the fuck cares!

Kestens: Bij Delta staan ze er ondertussen zelf van versteld hoe snel de sociale media voor hen zo’n belangrijk communicatiekanaal zijn geworden. In Europa worden de sociale media nog vaak gezien als een marketinginstrument, maar het is eigenlijk een manier om klantenrelaties aan te gaan.

Hinssen: Je moet met je klanten via de sociale media echt communiceren en er zo een relatie mee opbouwen. Dáár draait het om. En het is fantastisch dat Davy erin geslaagd is om een grote luchtvaartmaatschappij als Delta ervan te overtuigen om daarvoor met hem in zee te stappen. Alle luchtvaartmaatschappijen – het is een zeer competitieve business – kijken ernaar en zien dat het werkt. Nu is het zaak om dat succes in andere sectoren over te doen.

Kestens: We zijn ons nu aan het richten op financiële instellingen, winkelketens en de reisindustrie, want daar zijn klanteninteracties zeer belangrijk.

Hoe verklaart u zelf uw succes?

Kestens: Omdat ik niets afwist van callcenters en de traditionele manier waarop bedrijven met klanten omgaan, heb ik dat op een totaal nieuwe, frisse manier kunnen benaderen.

Hinssen: Vroeger werd het als een voordeel gezien als je vijftien jaar ervaring had, nu is dat een nadeel. Je mag niet ‘geformatteerd’ zijn, niet gevormd of misvormd in een of ander bedrijf. Je moet out of the box kunnen denken. Een voorbeeld: wie heeft een auto ontworpen zonder chauffeur? Google, en níét Mercedes of BMW. Die zijn te veel bezig met pistons, staal en olie. En die auto zonder chauffeur is nu al veiliger dan onze auto met chauffeur. Kun je je voorstellen dat je kunt werken in je auto zonder chauffeur? Een biertje kunt zitten drinken? Dat hij je kinderen naar de jeugdbeweging brengt? Wat een omwenteling zal dat zijn, als die echt op de markt komt.

Kestens:Ignorance is a bliss, luidt het gezegde, onwetendheid is een groot geluk.

Guantanamo-foltering

Davy Kestens werd al jong aangestoken door het computervirus. Zijn ouders konden hem niet erger straffen dan door een week lang pc-verbod. Hij speelde ermee, programmeerde wat, ontwierp websites. De school interesseerde hem maar matig en hij moest twee jaren zittenblijven. ‘De manier waarop er les wordt gegeven, vind ik compleet nutteloos’, zegt hij. ‘Ik kon met mijn pc experimenteren en zelf dingen ontdekken. Ik had niemand nodig die me alles uitlegde en de les spelde.’ Hij ging nog naar de hogeschool om webdesign te studeren, maar die opleiding maakte hij niet af: ‘Ik was toen al bezig met projecten uit te werken waarmee ik geld verdiende en rolde van de ene opdracht in de andere.’

Computer was uw leven?

Kestens: Zeker, ik heb bijvoorbeeld nooit aan sport gedaan en een paar jaar geleden pas ben ik boeken beginnen te lezen. Nee, geen fictie, dat vind ik tijdverspilling, maar wel businessboeken of bijvoorbeeld de biografie van Richard Branson. Heel inspirerend.

Wat vindt u zo inspirerend aan Richard Branson, de stichter van Virgin Group?

Kestens: Hij is een seriële ondernemer avant la lettre: hij richtte een platenmaatschappij op, een gsm-operator, een hotelketen, een vliegtuigmaatschappij en wat nog allemaal. Elon Musk is ook zo iemand.

Elon Musk schepte poen met de verkoop van de betaaldienst PayPal, fabriceerde met Tesla elektrische wagens, commercialiseert met SpaceX de ruimtevaart en lanceerde net HyperLoop, een idee voor een supersonische trein die in een halfuur de vijfhonderd kilometer tussen Los Angeles en San Francisco overbrugt. Sommigen bestempelen hem als een fantast.

Kestens: Een fantastische ondernemer, ja! Een goed ondernemer is in mijn ogen een beetje krankzinnig. Musk is iemand die echt groots durft te denken.

Hinssen: Dat zie je nu bij veel jonge ondernemers in San Francisco, ze durven hun dromen najagen. Net als Davy. Ik herinner me nog de eerste dag dat ik hem ontmoette op mijn kantoor. Mijn secretaresse kwam verbaasd vragen met wie ik nu een afspraak had gemaakt. Ze dacht dat hij nog naar school ging. Na een half uur babbelen wist ik het: hij heeft het. Wat een drive, wat een passie, wat een ambitie. Het is echt zeldzaam dat je zo iemand ontmoet.

Kestens: Als ik slim was geweest, had ik voor advocaat gestudeerd. Dan zou ik vandaag een mooi loon opstrijken. Maar nu speel ik alles of niets en de kans dat ik faal is 99 procent, daar moeten we eerlijk in zijn.

Hinssen: Klopt, maar die studie rechten zou een grote foltering voor je zijn geweest. Jij ben iemand die het risico aandurft en er dan ook volledig durft voor te gaan.

Kestens: Het is shooting for the moon and succeeding of totaal falen. Een tussenweg bestaat niet.

U bent er twee jaar geleden zelfs voor naar San Francisco verhuisd?

Kestens: De wereld is mijn markt en wereldbedrijven zijn mijn potentiële klanten. Daarom moest ik naar de VS en meer bepaald naar San Francisco. Daar is er een echte ondernemerscultuur, daar komen alle topcreatievelingen samen, daar vind je financiering.

Hinssen: In Silicon Valley word je dagelijks om de oren geslagen met nieuwe ontwikkelingen, alles gebeurt daar zo snel.

Kestens: Hier hoor ik altijd: je bent goed bezig. Maar dat is niet waar, je bent niet goed bezig want het gaat nooit snel genoeg.

Hinssen: In San Francisco heerst een bijzondere dynamiek. Daar heb je ondernemers die het ene na het andere bedrijf opstarten. Kijk, ik heb vier keer een bedrijf verkocht en telkens kreeg ik te horen: weer een Vlaamse parel die verdwijnt. Maar met het geld dat je zo verdient, kun je een nieuw bedrijf beginnen of jonge ondernemers helpen. Dat is ook wat ik nu doe. Dus, hoe meer er verkocht wordt, hoe meer nieuw bloed er kan komen. Dat is de spirit in Silicon Valley. Ach, hier leeft nog het idee dat we een nieuwe Bekaert moeten opbouwen, een bedrijf dat 150 jaar lang staaldraad fabriceert. Dat is verleden tijd, we hebben nu een flow van ondernemers nodig die telkens met nieuwe initiatieven komen.

Kestens: Veel jonge ondernemers in Vlaanderen starten met de verkeerde motivatie: ze willen geld verdienen. Dat is niet mijn drijfveer, ik wil de wereld veranderen.

Hinssen: Voilà, daar heb je de ambitie en het lef.

Kestens: Het grootste probleem is niet dat mensen te hoog mikken en dan falen, maar dat ze te laag mikken en slagen.

Zeer on-Vlaams

Vandaag moet Davy Kestens in de eerste plaats zijn verhaal zien te verkopen. Aan mogelijke klanten, aan geldschieters en aan werknemers. ‘Goede mensen hoeven in San Francisco nooit naar werk te zoeken’, zegt hij. ‘Je kunt ze niet motiveren door ze veel geld te laten verdienen, want dat kunnen ze overal krijgen. Ze willen wél bij je komen werken als ze geloven in je verhaal, als ze ervan overtuigd zijn dat ze aan iets wezenlijks kunnen bijdragen, als ze kunnen meewerken aan the next big thing.’

Hinssen: Het ergste wat je in San Francisco kan overkomen, is een job that doesn’t matter, een baan die er niet toe doet. In België is dat anders: hier vindt men het belangrijk dat je bijvoorbeeld bij een bank werkt. Lekker veilig. Wat je er doet, maakt niet zoveel uit.

Kestens: Sommigen willen zelfs een half jaar gratis werken, gewoon om er bij te kunnen zijn.

Hinssen: En hoe meer het verhaal van Davy aanslaat, hoe meer hij een icoon wordt. Dat is een zware last op zulke jonge schouders.

Kestens: Maar het is ook plezant.

U wordt al eens de nieuwe Steve Jobs genoemd, de charismatische leider van Apple, of de nieuwe Mark Zuckerberg, oprichter van Facebook.

Kestens: Ik hou niet van die vergelijkingen. Ik ben Davy Kestens.

Wel een pionier?

Hinssen: Absoluut. Davy is een van de eerste Vlamingen die naar de Westkust van de VS zijn vertrokken en geen schroom hebben om op een podium te kruipen. Hij heeft alles in zich om een posterboy te worden van een nieuwe generatie ondernemers. Allemaal zeer on-Vlaams.

Kestens: Elk kopje dat boven het maaiveld uitkomt, wordt in Vlaanderen weggemaaid.

Waarom treedt u dan toch op de voorgrond?

Kestens: De meeste starters hebben niet de ambitie om een wereldbedrijf te worden. We leven in Vlaanderen in een kmo-cultuur. Ik wil van Sparkcentral wél een wereldbedrijf maken. Ik heb die ambitie en kom daar ook graag voor uit.

Hinssen: Dat is de Amerikaanse mentaliteit. En als je faalt, wat dan nog? In België wordt een fallissement gezien als een mislukking en vraagt men zich af of je nog wel ergens aan de bak zal komen. In de VS vraagt men onmiddellijk welk nieuw initiatief je gaat ontplooien.

Kestens: Meer zelfs, als een groot investeerder er moet kiezen tussen iemand die nog geen bedrijf heeft opgericht en iemand die al twee keer failliet is gegaan, kiest hij voor de laatste, want die heeft tenminste een pak ervaring opgedaan.

Hinssen: Davy heeft zoals gezegd nog steeds een zeer grote kans op mislukken, ook al heeft hij tot nu toe een foutloos parcours afgelegd. Ik bid op mijn blote knieën dat hij slaagt, want hij heeft alles in zich om een voorbeeld te zijn voor zovele andere jonge ondernemers in Vlaanderen. Want er ís talent in Vlaanderen, maar we zijn zo weinig ambitieus en geven zo vlug op bij gebrek aan rolmodellen. Toen ik als ingenieur afstudeerde, kon je aan de slag bij Bell in Antwerpen, bij Ford Genk, bij Philips Hasselt… Waar moet je als pas afgestudeerde ingenieur vandaag naartoe? Al die grote bedrijven zijn weg of trekken weg. Als we geen positief klimaat creëren voor kleine, innovatieve, opstartende bedrijven, zijn we als regio gedoemd.

We hadden met het spraaktechnologiebedrijf Lernout & Hauspie zo’n mooi rolmodel in Vlaanderen kunnen hebben, maar het frauduleuze faillissement had net het omgekeerde effect.

Hinssen: De malversaties en het bankroet van Lernout & Hauspie waren een nekslag waar we nog steeds last van hebben.

Kestens: Al ebt dat nu toch weg. Ik weet nog net wat Lernout & Hauspie was, maar gasten die twee jaar jonger zijn, weten dat al niet meer.

Hinssen: Zo zie je maar hoe de jeugd zich van die catastrofe gelukkig niets meer aantrekt.

De hype rond internetbedrijven neemt weer toe. Zal dat niet tot nieuwe zeepbellen en catastrofes leiden? Zijn al die verhalen over een nieuwe wereld niet vaak vooral gebakken lucht?

Hinssen: Silicon Valley is in zekere zin daarop gebouwd. Ik heb de vorige dotcombubble intens meegemaakt: tussen 1995 en 1999 werden de internetbedrijven aan steeds zottere prijzen gewaardeerd. Men geloofde in een nieuwe wereld waar de oude waarderingsregels niet langer golden, tot in 2000 plots alles in elkaar stortte. Maar wat hebben we gezien? Drie, vier jaar later kwamen die internetbedrijven heel stilletjes weer naar boven gekropen. Veel van die toenmalige dromen zijn ondertussen realiteit geworden. Een eenvoudig voorbeeld: kijk naar wat we vandaag allemaal doen met een smartphone. We staan er ’s morgens mee op, volgen er de hele dag het nieuws op, en ’s avonds laat in bed lezen we nog onze laatste e-mailberichten. Maar het is een feit: in Silicon Valley vind je heel veel creatieve toppers die nu en dan elkaar de kop zot praten. En dan worden ze om de zoveel tijd met beide voetjes op de grond geplaatst. Dat is allemaal part of the game.

Waar eindigt de vooruitgang van de technologie?

Hinssen: Moet die eindigen? Ik denk dat we er nog maar het begin van hebben gezien. We zijn de laatste jaren verslaafd geraakt aan informatie, zodat we constant met alles en iedereen verbonden willen zijn. Ik denk dat we niet meer zonder kunnen, en dat merk je als thuis het internet even uitvalt.

Zijn we er ook gelukkiger van geworden?

Hinssen: Zijn we gelukkiger geworden door de introductie van de auto? Ook daarover kun je een heel debat voeren. Worden we gelukkiger van technologie? Ik denk het niet. Maar kunnen we het tegenhouden? Ook niet.

DOOR EWALD PIRONET, FOTO’S FRANKY VERDICKT

‘Het grootste probleem is niet dat mensen te hoog mikken en dan falen, maar dat ze te laag mikken en slagen.’ (Davy Kestens)

‘Een goed ondernemer is in mijn ogen een beetje krankzinnig.’ (Davy Kestens)

‘Silicon Valley is een weirdo place met heel veel creatieve toppers die nu en dan elkaar de kop zot praten.’ (Peter Hinssen)

‘Davy heeft alles om een posterboy te worden van een nieuwe generatie ondernemers.’ (Peter Hinssen)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content