INFO: De auteur is oud-redacteur van Knack.

Het geklaag over de Europese Unie de jongste weken is niet meer te volgen. De schwung is eruit, de lidstaten plooien op zichzelf terug, van een politieke unie is minder sprake dan ooit, de toetreding van de Centraal- en Oost-Europese landen veroorzaakt chaos, de Europese burgers dreigen de nieuwe grondwet te verwerpen, de Lissabonstrategie is mislukt, in maart gingen alle economische indicatoren opnieuw achteruit… En bovendien weet niemand te vertellen wat de nieuwe Europese Commissie van José Manuel Barroso in haar eerste honderd dagen voor zinnigs heeft gedaan.

Zo zwartgallig hoeft het nu niet te klinken. De Unie bestaat slechts een half eeuwtje en het duurde decennia vooraleer zij wat inhoud en volume (aan lidstaten) kreeg. Maar intussen is er toch een interne markt (de grootste ter wereld), steeg de levensstandaard, kwam er met de euro een gemeenschappelijke munt en klinkt de stem van Europa al eens op het wereldforum.

Niettemin blijft het moeilijk Europa lief te hebben. De burger kiest een relatief onmachtig Europees parlement, hij weet niet wat de oppermachtige ministerraden beslissen, hij kent de Commissie niet, laat staan dat hij weet wat ze uitvoert. Barroso wie? President George W. Bush komt weleens op televisie en zelfs in Texas weten ze dat Mike Johanns in Washington minister van Landbouw is. De Europese Commissie heeft geen gezicht, en de bevolking nóg eens een nieuw historisch project uitleggen doet ze niet.

Mede door het democratisch deficit – het klinkt niet meer politiek correct, maar het is een sociologische realiteit – krijgt Europa de bevolking alleen nog maar op straat om te protesteren, de boeren in de eerste plaats, de arbeiders met niet minder overtuiging.

José Manuel Barroso herwerkt de Lissabonstrategie – om Europa tegen 2010 de sterkste economie ter wereld te maken – maar negeert het sociale hoofdstuk. De economie is het belangrijkst en de werkgelegenheid volgt wel. Juist, het klinkt al een hele tijd zo en intussen is de werkloosheid tot een recordhoogte gegroeid. Wie legt eens uit hoe de arbeidsparticipatie tot 70 procent kan stijgen en welk mirakel nodig is om oudere werknemers op de arbeidsmarkt te houden?

De Bolkesteinrichtlijn over de liberalisering van de diensten wordt niet ingetrokken. Het is misschien niet zo erg als het eruitziet, maar niet alleen de Europese arbeidersbeweging, ook het bedrijfsleven vertrouwt ze niet. Zo’n richtlijn steunt niet op een consensus, ze kan nooit fatsoenlijk werken. Integendeel, ‘Bolkestein’ schept de indruk dat Brussel alweer iets oplegt louter in dienst van zijn liberale doctrine. Niet anders is het met de havenrichtlijn. Ze blijft van kracht, zodat sociaal onbeschermde Filipijnse matrozen het werk van de dokwerkers overnemen.

Het Europese sociaal model blijft gewaarborgd? Welk Europees sociaal model, dat van West-Europa of dat van Centraal- en Oost-Europa? De spanningen tussen het oude en het nieuwe Europa nemen overhand toe. De welvaartskloof tussen beide brengt mee dat wat bij de vijftien sociaal onaanvaardbaar is, bij de tien aanbevelenswaardig overkomt. De Europese sociale dialoog (tussen werkgevers en werknemers en Commissie) is ten dode opgeschreven, wegens inhoudsloze compromissen voor 300.000 Europeanen van oudere datum. Aan de dienstenrichtlijn mankeert principieel niets, maar het probleem is dat de nieuwe lidstaten niet zoiets communistisch als sociale inspectie willen op hun dienstenbedrijven die zich in het rijkere Europa wagen.

Vladimir Spidla is een bekwame commissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken. Maar de Tsjech zal al wel hebben ontdekt dat het slappe sociaal Europa alleen kan worden gered met twee snelheden. Eén sociaal Europa voor de 25 leidt tot anorexia.

Guido Despiegelaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content