Ze noemen hem de soapbaron. ‘En dan?’ lacht hij. ‘Eddy Merckx is toch ook baron?’ Herman Verbaet, de man die zijn volk naar soap leerde kijken, gaat met pensioen.

Hij herinnert het zich nog goed. De dag dat Mike van het duo Mike& Guido hem belde. Of hij interesse had om een Vlaamse soap te maken? Hij schrok even van die vraag. Veel ervaring in de televisiewereld had de ex-journalist Verbaet niet. Maar hij zei ‘ja’.

Hij zette zich aan het hoofd van de tafel, doopte de serie Familie en vond meteen daarna de geboden van de Vlaamse soap uit. Gebod één: niet te veel geluk. Want ‘er is niets zo vervelend als naar gelukkige mensen kijken’. En gebod twee: personages mogen niet te vaak ziek worden, want dat zien de mensen niet graag. Als iemand kanker krijgt, moet hij zo snel mogelijk dood zijn. Herman Verbaet werd de God de Vader van de soap.

De critici schreven met vitriool zijn Familie de grond in. Maar Verbaet repliceerde: ‘Het volk heeft veel liever een perfect werkend Fiatje van de lopende band dan een Chevrolet die om de honderd meter begint te sputteren.’ Het was de logica van de koopmannen van de commerciële tv: geef het volk wat het volk wil zien.

Zoveel jaar later smeekt dat volk om méér. Familie is intussen de langstlopende soap op het Europese vasteland, Verbaet een van de machtigste mensen van de tv-industrie. Op universiteitscampussen schrijven mannen met lange voorhoofden doctoraatsthesissen over hoe Familie en de VRT-concurrent Thuis Vlaanderen veranderd hebben.

De kritiek op soap is verstomd. De vragen daarentegen, die blijven. ‘Toen ik het contract met Mike en Guido tekende, had ik nooit gedacht dat Familie vijftien jaar later nog zou bestaan’, vertelt Verbaet. ‘Dat de kritiek verstomd is, voel ik aan als een soort overwinning. Ik heb altijd tegen die critici gezegd: “Shakespeare was ook een soapschrijver.”‘

De teksten van Shakespeare behoren tot een ander universum dan de scenario’s van Familie of Thuis.

HERMAN VERBAET: Natuurlijk, dat spreekt. Maar hij werkte net als wij voor de massa. Zijn theaters waren gevuld met gewone mensen. Hij probeerde door het volk bekend te raken. Ach, het is al jaren hetzelfde verhaal: critici voelen zich graag beter dan de massa. Ze schrijven die highbrow zangers de hemel in, maar intussen koopt het volk massaal de single van Laura Lynn.

Dat verwijt kreeg u ook: Verbaet kijkt néér op de massa.

VERBAET: (laconiek) Dat heb ik wel ’s gelezen, ja.

Uw critici hebben een punt. U had kunnen zeggen: ‘Heel Vlaanderen krijgt van mij een Chevrolet.’

VERBAET: (protesteert) Maar soap kan per definitie geen kwaliteitsdrama zijn! Kijk, wij nemen één aflevering per dag op. De hoofdacteurs kunnen dus amper repeteren. Iemand die kwaliteit nastreeft, lacht je vierkant uit als hij zoiets hoort.

Intussen is Vlaanderen verslaafd aan soap.

VERBAET: Dat was ook de bedoeling! Onze opdracht was: mensen aan de zender binden. Maar een verslaving zou ik het niet noemen. Soap heeft een verslavend effect: dat is iets anders. Het is net zo erg als mensen die veel boeken lezen. Of ’s middags graag een koffieke drinken. De VTM-kijker is trouwens minder verslaafd aan soap dan de Eén-kijker. Het is opvallend: als de zon schijnt, verliezen wij honderdduizend kijkers. En als de wintertijd ingaat, hebben we er honderdduizend bij. De VTM-kijker zit bij goed weer op zijn terras met vrienden. De Eén-kijker blijft voor het scherm zitten.

De tv-marketeers hebben de mond vol van SAM: televisie moet samenhorigheid creëren. Je kunt dat ook interpreteren als een aanval tegen de soap, die de eenzaamheid in de hand werkt.

VERBAET: Het tegendeel is waar: ik ben ervan overtuigd dat Vlaanderen dankzij soap een stuk minder eenzaam is geworden. Ik merk dat aan de vele reacties die we krijgen. Het merendeel komt van oude mensen, de mannen van ’t rusthuis. Maar er zitten net zo goed reacties bij van de dokter en de vrouw van de minister. Na al die jaren zijn de acteurs hun vrienden geworden, die elke avond op bezoek komen.

Wat een eigenaardig fenomeen is dat. Op de Familie-dag vorig weekend in het Wijnegem Shoppingcentrum verwarden 70.000 mensen de acteurs met hun personage. Een van uw acteurs zei:’ik ben er honderd procent zeker van dat ze later Jan in plaats van Jef op mijn graf zullen schrijven.’ Denkt u nooit: wat heb ik veroorzaakt?

VERBAET: Bwah, ik denk dat de meeste mensen nu wel doorhebben dat soap fictie is. Maar in den beginne was de verwarring inderdaad compleet. Iemand die een slechte rol speelde, werd op straat uitgescholden. Ik ben er honderd procent van overtuigd: als we een politieke partij lanceren in Familie en die aan de echte verkiezingen laten deelnemen: gegarandeerd dat er kandidaten verkozen zijn. Dát is de impact van soap.

Dat is hallucinant.

VERBAET: Soap heeft de wereld niet veranderd, of toch een klein beetje. Het heeft vooral bijgedragen tot de opvoeding en de kennis van de kijker. Toen ik aan de scenario’s van Familie begon, had ik een oerdegelijke Vlaamse familie voor ogen. Een familie waarin heel Vlaanderen zich zou kunnen herkennen. Intussen zijn alle taboes de revue gepasseerd. Neem onze nonkel pastoor. In 1991 was de pastoor nog een heilig huisje in Vlaanderen: daar raakte je niet aan. Wel, wij hebben nonkel pastoor laten uittreden, trouwen, een kind laten krijgen en weer doen intreden. Hij heeft vandaag zelfs aids (lacht). Dankzij soap wordt er vandaag ook openlijk gepraat over abortus en homo’s.

Pardon?

VERBAET: Akkoord, in uw kringen waren dat misschien geen taboes meer. Maar wij bereikten mensen die niemand bereikte: mensen met een vaak heel beperkte scholing. Een homo: wisten zij veel hoe zo iemand eruitzag. Iemand die kanker had in de familie: dat stond gelijk met de pest hebben. Nu wordt daar openlijk over gepraat, maar toen niet. Kijk naar de discussie die een paar weken geleden ontstond toen Cois in Thuis een joint rookte.

Worden er in Familie joints gerookt?

VERBAET: Nee. Ik ben van de oude stempel. Ik vind dat soap een voorbeeldfunctie moet hebben. Door acteurs joints te laten roken, propageer je softdrugs. Ik geef u een ander voorbeeld: toen wij het thema abortus behandelden, was de wet op abortus nog niet goedgekeurd. Wij hebben getoond wat het was, maar nooit een stelling pro of contra ingenomen.

Uit vrees om kijkers te verliezen?

VERBAET: Nee, omdat het de taak van soap niet is. Wij moeten niet polariseren, maar mensen een plezante avond bezorgen. En rekening houden met ons publiek. Als je de scenario’s van Familie bestudeert, dan zul je zien dat Vlaanderen in die vijftien jaar enorm veranderd is. Ik herinner mij een scène uit de beginjaren. Peter, een van de hoofdpersonages, raakte bevriend met een allochtone jongen. Op een dag stond het huis van die jongen in brand en Peter redt de vader van zijn vriend. Niks dan lof. Als we nu dezelfde scène zouden uitzenden, krijgen we gegarandeerd tientallen boze reacties: ‘Ge moet die mannen niet altijd gelijk geven.’

Iets anders: u bent jarenlang hofleverancier van VTM geweest. De laatste tijd wil die zender af van zijn imago van bomma- en bompazender. Dat moet toch pijn doen?

VERBAET: Ik vind het vreemd dat jongeren dicteren welke richting televisie uit moet. De commerciële zender mikt vandaag vooral op de groep tussen 25 en 45. Terwijl het nu net de oudere mensen zijn die tv kijken. En geld hebben om te spenderen. Neem De Zaak Alzheimer: zonder twijfel de beste film die ooit in Vlaanderen gemaakt is. Maar stuur daar maar ’s 65-plussers naar toe: die begrijpen die beeldtaal niet, dat gaat veel te snel voor hen. In Nederland maakt Jos Brink weer furore met poepsimpele televisie. Hij zendt een paar oude fragmenten uit en op ’t einde kunnen de mensen een asbak van Lamot winnen. Maar ze kijken allemaal wel, hè. Eigenlijk is commerciële televisie maken heel simpel: het is inspelen op wat de kijkers willen.

En dat is?

VERBAET: Een goed gevoel, als ze de tv uitzetten. Mike en Guido hadden dat destijds perfect begrepen. Daarna is de VRT VTM gaan kopiëren. Het was zelfs beter dan het origineel, want ze hadden ook meer geld. De VRT nu is de VTM die Mike en Guido voor ogen hadden. Alleen jammer dat VTM haar oorspronkelijke koers heeft opgegeven. Met alle respect voor de professioneel gemaakte programma’s van Goedele Liekens: maar potverdorie, als je dat gezien hebt, durf je ’s avonds niet meer in bed kruipen…

Hebt u dat ook tegen de programmabazen gezegd?

VERBAET: (zucht) Dat is nu net het probleem. Als ik VTM iets verwijt, dan is het hun gebrek aan continuïteit. De laatste jaren zijn ze om de haverklap van programmadirecteur veranderd. En allemaal wilden die teeveeke spelen. De ene was verliefd op fictie, de andere op reality-soap… Op den duur viel er geen lijn meer in te trekken: de VTM-kijker werd voor de zot gehouden. Bij de VRT hebben ze nooit een reeks gemaakt zonder dat er al een tweede reeks besteld was. De eerste reeks van FC De Kampioenen was ook niet succesvol. (zucht) Ik herinner mij dat Eric Claeys (directeur-generaal, nvdr) mij ooit aansprak over onze Nonkel Jef, dat toen op zondagavond tegen een Woestijnvis-kanon geprogrammeerd stond. ‘Amai Herman, uwen Nonkel Jef houdt nogal stand, zeg. 700.000 kijkers!’ ‘Tja,’ antwoordde ik, ‘maar lang zal het niet duren, want nonkel Jef is dood.’ ‘Hoe, nonkel Jef is dood?’ ‘Tja, in een van de volgende afleveringen sterft hij.’ ‘Nonkel Jef blijft leven’, beval Claeys. ‘Gooi die scène weg. Wij bestellen een nieuwe reeks.’ Bon. Toen die reeks klaar was, zat er weer iemand anders op de stoel van programmadirecteur. Die moest Nonkel Jef niet en programmeerde het op zaterdag, om halfzeven: een tijdstip waarop niemand tv kijkt.

Naar welke programma’s kijkt u eigenlijk zelf? Reality-soap?

VERBAET: Nee. Reality-soap bestaat trouwens niet: die worden allemaal in elkaar gestoken. Of denk je nu echt dat het toeval is dat er zoveel trouwpartijen en geboortes zijn in De Pfaffs? Het is ook normaal: je hebt een verhaal nodig. Maar het is mijn ding niet. Geef mij maar Britse humor: Fawlty Towers. Of een Amerikaanse serie als The West Wing.

Vreemd toch dat iemand met zo’n smaak Familie of Nonkel Jef maakt. Waarom zijn die Engelse series nooit de maatstaf geweest in Vlaanderen?

VERBAET: (zucht) Ik hou ook van de BBC. Maar wat iedereen vergeet: op die zender worden series uitgezonden die een stuk platter zijn dan het platste wat hier op het scherm verschijnt. Natuurlijk hebben ze daarnaast ook geniale dingen gemaakt. Ik kijk ’s avonds graag naar de zoveelste herhaling van het onverslijtbare Allo Allo. Maar probeer dat maar eens in het Nederlands te brengen. Iedereen zal zeggen: wat voor een onnozele flauwekul is dat?

Een paar maanden geleden hebt u de Studio’s Amusement verkocht aan VMMA. Voelde u zich nog thuis in de tv-wereld?

VERBAET: De Studio’s zijn een grote boîte geworden. De mannen-onder-elkaarsfeer uit de begindagen was verdwenen. Ik kwam mensen tegen in de gang van wie ik mij afvroeg: wie is dat? Ach, ik heb genoeg God de Vader gespeeld. Ik heb weinig zin om als 75-jarige door de gangen te lopen, terwijl iedereen fluistert: ‘Hij is weer aan het zagen, den oude kneut.’ Tijdens een etentje met Peter Quaghebeur (directeur-generaal VMMA) vertelde ik dat ik eraan dacht het bedrijf te verkopen. En of hij geen interesse had. Een dag later belde hij mij op. ‘Zeg, meen je dat nu wat je mij gisteren zei?’ Het was eigenlijk als grap bedoeld, maar ik dacht: waarom ook niet? Het had ook met iets anders te maken. Ik heb in de journalistiek en de theaterwereld gewerkt: dat is een andere wereld. Ik heb daar vrienden voor het leven aan overgehouden. De televisiewereld trekt een anders soort mensen aan. Mensen die moeilijker te benaderen zijn, mensen met een ego…

U bedoelt de acteurs.

VERBAET: Onder anderen, ja. Een ras apart. Ze dragen mijn bewondering weg, maar… Kijk, ook voor hen is er veel veranderd. De meeste acteurs in Vlaanderen waren het gewend om om zeven uur naar het theater te gaan, hun voorstellingske te spelen, een pintje te drinken en de dag daarna tot elf uur in hun bed te blijven liggen. Als je meespeelt in een soap, gaat dat dus niet. Ik heb het vaak meegemaakt dat een acteur bij mij een contract tekende en tien minuten later tegen de productie zei: ‘Die, die en die dag kom ik niet werken.’ (fel) Dan ging ik door het plafond. Kent u nu één bedrijf waar een werkgever zoiets zou pikken van zijn werknemers?

Er wordt nog altijd neergekeken op acteurs die in een soap meespelen. Een van uw ex-acteurs Karel Deruwe zei onlangs: ‘Het zijn nog altijd dezelfde amateurs in Familie.’

VERBAET: (zucht) Ik kan alleen maar zeggen dat dat niet waar is. Maar ach, Karel Deruwe… hij is hier met slaande deuren vertrokken. Familie was te min voor mijnheer. Hij ging grote theaterstukken spelen, Hollywood veroveren… En waar zit hij nu? Terug in een soap ( Thuis, nvdr). Weet u waar ik mijnheer Deruwe destijds ontdekt heb? In een reclamefilmpje voor hondenbrokken! Dat vergeet hij er altijd bij te vertellen! (zucht) Ik kan alleen maar vaststellen dat vandaag zelfs Nand Buyl, een van onze grootste acteurs, meespeelt in een soap.

Werner Desmet vindt dat zielig, zei hij onlangs in Humo.

VERBAET: (geërgerd) En waar speelt hij zelf in mee? Acteurs die neerkijken op collega’s: dat vind ik pas zielig. Neem Desmet weg uit Flikken en hij is niets meer.

Heeft hij geen punt? Heel wat acteurs staan aan de dop. Jan Decleir moet nu al frituurvet verkopen.

VERBAET: Een acteur die in Vlaanderen wíl werken, hééft werk. Kijk, vind jij het normaal dat een volwassen acteur rondloopt met de muts van Kabouter Plop? En toch is daar niets mis mee. Die mens heeft een job als een ander en zorgt ervoor dat er brood op de plank komt voor zijn vrouw en kinderen. Die heeft zijn verantwoordelijkheid opgenomen en verdient felicitaties. En wat Nand betreft: ik kan mij niet voorstellen dat hij in Thuis meespeelt omdat het moet. Hij doet dat omdat hij dat graag doet. Nand zal sterven op de planken.

En u? Bent u gelukkig?

VERBAET: (lange stilte) Kijk jong, als je de 65 gepasseerd bent, dan is de beste tijd van je leven voorbij. Dat besef komt hard aan. Maar goed: ik mag niet klagen. Op mijn zestiende stierf mijn vader. Een zware dobber, maar die is intussen ruimschoots gecompenseerd. Toen ik zeventien was, stapte de leraar Engels de klas binnen: of er iemand zin had om een jaar in Californië te gaan studeren? In Greenville dan nog, waar heel wat filmstudio’s zijn. Het werd het mooiste jaar van mijn leven. Daarna zwoer ik: ooit zal ik in die wereld terechtkomen. Een paar jaar later mocht ik beginnen bij De Nieuwe Gazet, dat toen volk zocht om een ochtendeditie op te starten. Twintig jaar later stapte Ruud De Ridder mijn bureau binnen. Of ik zin had om bij ’t Echt Antwaarps Theater te beginnen? En nog een paar jaar later drukte ik de hand van Mike en Guido. Misschien was het allemaal toeval. Heb ik geluk gehad. Maar ik hoop natuurlijk dat het meer was. Dat ik een paar mensen ook plezier bezorgd heb.

STIJN TORMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content