Veertien procent van de Belgen lijdt aan obesitas. En die patiënten – want dat zijn ze – gaan steeds vaker onder het mes. Een goede zaak, blijkt uit een recente studie. Want met de kilo’s verdwijnen ook heel wat gezondheidsproblemen. ‘Sommigen werden zelfs lyrisch over hun seksleven.’
‘Het was de beste beslissing van mijn leven. Ik ben 70 kilo kwijt en kan nu ten volle van het leven genieten. Elke dag is een feest. Ik heb geen diabetes meer, en ook mijn hoge bloeddruk en slaapapneu zijn enorm verminderd. Ik kan ook weer gaan werken, wat mijn sociaal leven ten goede komt. Maar vooral: ik word niet meer aangegaapt alsof ik het zevende wereldwonder ben’, vertelt een van de vele Vlamingen die kozen voor obesitaschirurgie. In 2012 betaalde het Riziv 11.000 van die ingrepen terug. Een dure zaak. Daarom besloten de Socialistische Mutualiteiten om een enquête te houden onder hun leden die zo’n ingreep ondergingen. Hoe zat het nu met hun gewicht? En met hun (lichamelijke én psychische) gezondheid? Dat deden ze een eerste keer in 2007 en vorig jaar opnieuw. Meer dan duizend mensen werkten mee, onder wie ook de getuige hierboven.
De resultaten zijn erg positief, vertelt dokter Patrick Galloo, verantwoordelijk voor onderzoek en ontwikkeling. ‘In de eerste plaats valt het gewichtsverlies natuurlijk op. De patiënten verloren na de ingreep gemiddeld 30 kilogram en hun gewicht bleef de afgelopen tien jaar relatief stabiel. Maar ook hun gezondheid is verbeterd. Zeven op de tien patiënten voelen zich sinds de ingreep goed of zelfs heel goed. En er is een sterke afname van aandoeningen zoals hoge cholesterol, gewrichtspijnen, hoge bloeddruk en suikerziekte. Dat blijkt uit hun antwoorden, maar ook uit het gedaalde medicijnverbruik. Daarvoor hebben we al hun facturen uitgeplozen. Er is bijvoorbeeld een grote groep die voor de operatie antidiabetica moest nemen. Na die operatie was die groep tot een derde gereduceerd. Ook het gebruik van antidepressiva nam trouwens sterk af bij die groep patiënten.’
Veel hangt wel af van de operatie die mensen ondergaan. Het bekendst zijn de maagverkleining – waarbij een deel van de maag wordt dichtgeniet – en de maagband. ‘Vooral die laatste was erg populair in de jaren negentig’, zegt Galloo. ‘Zeker omdat je de maagband, een soort ring die rond de maag wordt gespannen, strakker of losser kunt zetten. Wie eens lekker wil gaan eten, kan zijn maag dus even openzetten. Maar bij zo’n ingreep is de kans op complicaties en nevenwerkingen behoorlijk groot. Daarom wordt nu vooral een andere techniek toegepast: de gastric bypass. Dat is nu de goudstandaard binnen de obesitaschirurgie. Ook hierbij wordt de maag verkleind, waardoor de patiënt sneller verzadigd raakt. Maar daarbovenop wordt een deel van de dunne darm ‘omgeleid’, waardoor er veel minder suikers en vetten worden opgenomen. De resultaten van die ingreep zijn opmerkelijk beter dan wanneer alleen de maag verkleind wordt. Dat valt ook op als je naar heringrepen kijkt: bijna één op de vijf ondervraagden ging nog een tweede keer onder het mes, maar dat zijn bijna altijd mensen die van een maagband overschakelden op zo’n gastric bypass.’
65 kilo kwijt
Een van hen is Wendy Stoerkel (35), die in 2004 een maagband liet plaatsen. ‘In het begin was ik daar heel blij mee, omdat ik 30 kilogram was afgevallen. De nadelen nam ik erbij: ik was vaak misselijk en moest dan overgeven. En ik kon vier jaar lang geen brood eten, omdat het letterlijk niet door mijn maag raakte. Toen ik in de jaren nadien twee miskramen kreeg, vlogen de kilo’s er weer aan. Door de stress, denk ik. Er kwam opnieuw 20 kilo bij. Toen heb ik voor een gastric bypass gekozen. Dat bleek de perfecte oplossing. Intussen ben ik 65 kilo kwijt. Maar ook dit is geen wondermiddel. Het blijft hard werken om mijn gewicht op peil te houden. Ik kan nu zogoed als alles eten – die eerste boterhammen waren zalig – maar wel in heel kleine hoeveelheden.’
Wendy heeft een nieuw leven gekregen, vertelt ze. ‘Eindelijk kan ik heel gewone dingen doen: een rokje dragen, met mijn kinderen naar een pretpark gaan… Dat lijkt eenvoudig, maar voor mij is het een gigantisch verschil. En ik ben ook gezonder: mijn cholesterol was voor mijn operatie te hoog, en nu zit hij op een goed peil. Zo’n gastric bypass is geen lachertje – na de operatie vroeg ik me soms af wat me bezielde, om als gezond mens zo’n zware ingreep te ondergaan – maar de resultaten mogen er zijn. Vroeger was ik doodsbang om op mijn veertigste een hartaanval te krijgen. Nu zal ik er tenminste zijn voor mijn kinderen.’
Het is een herkenbaar verhaal voor dokter Bruno Dillemans, bariatrisch chirurg in het AZ Sint-Jan in Brugge en een wereldwijde autoriteit als het over gastric bypasses gaat. Dillemans heeft er al duizenden operaties op zitten, en hij kan de recente studieresultaten alleen maar beamen. ‘Ik zie heel vaak patiënten die na hun gastric bypass geen last meer hebben van diabetes, hoge cholesterol, hoge bloeddruk… Daarom merk je stilaan een verschuiving in ons vakgebied. Vroeger keken andere artsen er soms op neer, omdat de nadruk vooral op het esthetische lag. Maar nu worden ook de gezondheidsvoordelen duidelijk. Bovendien gebeurt een gastric bypass tegenwoordig laparoscopisch (via kijkbuisjes), wat de kans op complicaties enorm verkleint.’
De rest van de medische wereld begint dus meer interesse te tonen. Terecht, want bij mensen met zware obesitas is een operatie de enige duurzame behandeling, zegt Dillemans. ‘Elk jaar duikt er wel een nieuw dieet op dat als de heilige graal wordt voorgesteld – denk maar aan Montignac – maar dat werkt maar heel zelden. Het lichaam heeft de neiging om terug te keren naar zijn originele staat. Of beter: naar de dikste staat. Tenminste, bij mensen met een body mass index (BMI) van 40 of hoger. Om dat “tastbaar” te maken: dat is een man van 1,80 meter die 130 kilo weegt.’
Ook voor jongeren
De meeste patiënten die bij Dillemans of andere obesitaschirurgen onder het mes gaan, krijgen hun operatie terugbetaald door de ziekteverzekering. Al zijn de voorwaarden daarvoor redelijk streng in ons land. ‘Patiënten moeten minstens een BMI van 40 hebben, of een BMI van 35 plus “comorbiditeiten”: diabetes, slaapapneu of een hoge bloeddruk ondanks de inname van drie verschillende medicijnen. Bovendien moeten ze al minstens een jaar op dieet staan. Soms krijg ik hier mensen over de vloer met een BMI van 37 die me vragen of ze niet snel, snel wat kunnen bijkomen, zodat hun operatie terugbetaald wordt. Dan wens ik hen veel succes. Zo werkt het namelijk niet: de meeste mensen hebben een natuurlijk “plafond”. Gelukkig maar. Bovendien hebben patiënten ook nog een positief advies nodig van een chirurg, een diëtist, een endocrinoloog en een psycholoog. Er wordt dus niet lichtzinnig mee omgesprongen.’
Patiënten moeten ook minstens 18 jaar zijn. Dillemans: ‘Nochtans krijg ik hier vaak jongeren van 16, 17 jaar over de vloer die zwaar psychisch lijden. Vaak hebben die al een jaar doorgebracht in het Zeepreventorium van De Haan, zonder duurzaam resultaat. Wat mij betreft zou de terugbetaling ook voor hen moeten gelden. Op voorwaarde dat ze volgroeid zijn en een pediater goedkeuring geeft. In het buitenland worden er ook kinderen geopereerd, onlangs hoorde ik nog zo’n verhaal over een vijfjarig kind. Dan slaat de slinger weer door naar de andere kant. Maar een jongere van 16 of 17 zou zo’n kans toch moeten krijgen. Wat mij betreft mag de wet dus iets soepeler – ook mensen met een BMI van 33 en zware diabetes zouden in aanmerking mogen komen – maar ik begrijp dat het niet evident is in tijden van crisis. Er zijn grenzen aan de solidariteit van de maatschappij.’
Dat is nog zacht uitgedrukt. In de studie van de Socialistische Mutualiteiten werd ook de kostprijs van de operaties becijferd. Een gastric bypass kost gemiddeld 8456 euro (op basis van een eenpersoonskamer) en daarvan wordt ruim 5000 euro betaald door de ziekteverzekering. Maagverkleiningen en -banden zijn iets goedkoper, maar kosten ook 6000 à 7000 euro. Als je weet dat er in 2012 ongeveer 11.000 obesitasingrepen werden terugbetaald door de ziekteverzekering, is de rekensom snel gemaakt.
En toch zouden de kosten voor de samenleving al bij al nog meevallen. Uit recente studies in Finland en Spanje blijkt dat obesitaschirurgie goedkoper en efficiënter is dan een niet-chirurgische aanpak. ‘Doordat de gezondheid van patiënten er na een operatie op vooruit gaat, dalen de andere medische kosten natuurlijk’, zegt Patrick Galloo. Al nuanceert hij meteen. ‘Als ziekenfonds willen wij zeker niet iedereen onder het mes jagen. Dit blijft een laatste oplossing, als alle andere manieren niet meer baten. Zo’n operatie is geen wondermiddel. In onze enquête waren er veel lovende reacties – sommige patiënten waren zelfs lyrisch over hun verbeterde seksleven – maar er waren toch ook blijvende klachten. Mensen die niet meer op restaurant durven, omdat ze bang zijn dat ze moeten overgeven. Of mensen die last hebben van het ‘dumpingsyndroom’, iets wat vaak voorkomt na een gastric bypass. Als patiënten te veel of te zoet hebben gegeten, kunnen er grote brokken onverteerd in de dunne darm terechtkomen. Met een hoop narigheid tot gevolg: buikpijn, misselijkheid, hartkloppingen, trillingen, flauwvallen… Een goede diëtist kan patiënten helpen om na hun operatie de juiste eetgewoonten aan te leren, maar helaas blijkt uit onze enquête dat maar 8 procent van de patiënten naar een diëtist is gegaan. Die opvolging is sowieso een heikel punt: 15 procent beweert zelfs helemaal niet opgevolgd te zijn.’
Psychologische hulp
Ook Karin Van Rooy (51) zocht geen extra hulp nadat ze tien jaar geleden een maagband liet plaatsen. ‘Ik heb zelf mijn eetgewoontes drastisch veranderd. Gelukkig kan ik wel nog bijna alles eten – in tegenstelling tot sommige lotgenoten, die amper nog iets binnenkrijgen – maar de porties zijn veel kleiner dan vroeger. En ik eet ook veel minder vlees en aardappelen. Ik begin mijn maaltijd altijd met een serieuze portie groenten, dan een klein beetje aardappelen, rijst of pasta en dan pas vlees. Vroeger kon ik makkelijk een biefstuk van 250 gram opeten, nu krijg ik zelfs geen 100 gram meer binnen. Op restaurant is dat wel een aanpassing: vaak kies ik dan maar twee voorgerechten. En een lekker belegd broodje zit er ook niet meer in, want dat krijg ik niet op. Je moet echt discipline hebben, en dat is niet altijd makkelijk. Maar ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Ik ben 30 kilo afgevallen, en dat heeft mijn leven veranderd. Vroeger moest ik altijd veel te grote kledij dragen, terwijl ik nu eindelijk iets kokets kan aantrekken.’ Al blijft het opletten, geeft ze toe. ‘Ik ben en blijf een emo-eter. Als ik me niet goed in mijn vel voel, durf ik nog altijd naar snoep te grijpen en dan komen er weer wat kilo’s bij.’
Emo-eters: psycholoog Klaas Cosijns komt ze wel vaker tegen. Hij biedt online eerstelijnshulp, onder meer aan patiënten die een obesitasoperatie hebben ondergaan. ‘Mensen denken soms dat al hun problemen opgelost zullen zijn na één vingerknip van de arts. Maar we moeten toch ook stilstaan bij de redenen voor die obesitas. Er kunnen genetische factoren meespelen, en veel mensen eten gewoon te veel. Maar waarom doen ze dat? Stress, werkloosheid, een laag zelfbeeld, depressieve klachten… Dat zijn allemaal mogelijke factoren. En die neem je niet weg met een operatie. Bovendien kunnen er nog extra problemen bij komen. Sommige patiënten krijgen na de operatie last van diarree, winderigheid of overgeven. Dat kan hun zelfbeeld nog meer naar beneden halen. Dan kan een psycholoog hulp bieden, om uit die negatieve spiraal te raken en aan de toekomst te bouwen.’
Toch zoekt maar 2 procent van de patiënten na de operatie psychologische hulp, zo blijkt uit de enquête. ‘Ik vrees dat de drempel nog altijd te hoog is in Vlaanderen’, zegt Cosijns. ‘Daarom kan online begeleiding een eerste stap zijn: mensen voelen zich veiliger achter hun computer. De meesten zijn na een maand intensieve hulp al een heel stuk op weg. En als er ernstige psychologische problemen zijn, zoals borderline of depressie, dan worden ze doorverwezen naar meer gespecialiseerde hulp.’
DOOR STEFANIE VAN DEN BROECK
‘Na de maagband is de gastric bypass nu de goudstandaard binnen de obesitaschirurgie.’