Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Het Forum: plein in Rome, tussen Capitool en Palatijn, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.

Mijnheer Vermassen, de ministerraad heeft het wetsontwerp voor de invoering van snelrecht goedgekeurd.

Jef Vermassen: Ik ken slechts flarden van de tekst, omdat hij in deze fase van behandeling helaas niet beschikbaar is. Ik vrees voor overhaasting bij het opstellen ervan. In enkele weken tijd is alles in elkaar gebokst, wat het gevaar inhoudt voor onvolledigheid en onwettigheid. Hopelijk wordt er nog grondig overlegd met magistraten en advocaten. De Vereniging van Vlaamse Balies is er klaar voor. Snelrecht mag niet ontaarden in TGV-recht, en daar heeft het de schijn van als iemand in vijf dagen tijd wordt gevat en berecht. Wie in verdenking is gesteld, moet toch minstens zijn dossier kunnen inkijken, en de tijd krijgen om een advocaat te kiezen. En het slachtoffer moet een schadedossier kunnen samenstellen. Die essentiële basisrechten komen in het gedrang bij een al te snelle procedure. Een van de gevaarlijkste aspecten van dit wetsontwerp is het uitschakelen van de onderzoeksrechter bij een aanhouding. De neutraliteit van deze rechter, en zijn onafhankelijkheid ten overstaan van de betrokken partijen, is juist een van de grote democratische verworvenheden van ons recht. Daarvan afwijken, is gevaarlijk.

De minister van Justitie kondigt een uitbreiding van het personeel aan.

Vermassen: Dat zal nodig zijn, want het snelrecht mag niet leiden tot een nog grotere achterstand in het ‘gewone’ werk, een probleem waar prioritair iets aan gedaan moet worden. Voor het Hof van Beroep worden wekelijks feiten behandeld die soms vijf of meer jaar geleden zijn gepleegd. En dat geldt niet enkel voor strafrecht. Vele brave burgers wachten al jaren op een rechtsdag waarop hun burgerlijk geding kan worden behandeld. Ook daaraan moet worden gesleuteld. Het huidige systeem bevoordeelt de advocaat die opdracht krijgt het geding zo lang mogelijk te rekken, bijvoorbeeld door geen of laattijdige besluiten in te dienen. Dat is onrechtvaardig voor de partij die zo vlug mogelijk een uitspraak wil. Een simpele aanpassing van de termijnen zou veel kunnen oplossen.

De regering wil onder meer de indruk van straffeloosheid wegnemen. Wordt die niet vooral gecreëerd door de media?

Vermassen: Voor de media mag een item drie dagen duren, de derde dag moet het opgelost zijn. De snelheid van de berichtgeving wordt onrustwekkend. Zeker op televisie, waar een inflatie van nieuwsbulletins het journalisten onmogelijk maakt om zorgvuldig te werken. Er is geen tijd meer om na te denken of na te trekken. De belangrijkste drijfveer is snel zijn. Versta: sneller dan de concurrentie. Dat resulteert onvermijdelijk in oppervlakkigheid. En omdat de politiek zich steeds meer afspeelt in en om de media, vrees ik dat die oppervlakkigheid ook terug te vinden is in het politieke en wetgevende werk.

De regering wil het snelrecht door het parlement sluizen vóór het Europees voetbalkampioenschap van volgend jaar juni.

Vermassen: Wetten zijn algemeen geldend. Als ze voor één specifiek geval gemaakt zijn, zijn het zelden goede wetten. Ik denk aan de wet op de verjaring, die in ijltempo ineengeknutseld is om de bende Vanhaemel te treffen. Niemand is ertegen dat voetbalvandalen voor de rechter moeten verschijnen, in de plaats van dat ze ongestraft en op onze kosten naar huis mogen terugkeren. Maar supportersrellen moet je in de eerste plaats door preventieve maatregelen proberen te voorkomen. Als het snelrecht moet worden toegepast, is het in feite al iets te laat. En het afschrikkingseffect, dat de uitspraak in een strafzaak preventief zou werken, wordt door velen betwist. Een paar eeuwen geleden heeft men in Engeland eens de doodstraf ingevoerd om de plaag van de zakkenrollers tegen te gaan. Er werd er vlug eentje berecht en op een groot plein publiekelijk geëxecuteerd. Weet je dat er nooit zoveel zakkenrollers aan het werk geweest zijn als toen op dat plein? Ze kregen daar de beste ‘werkomstandigheden’ aangeboden, en konden tegelijkertijd een oogje werpen op de domme collega die zich had laten klissen. Als je in een zaal vol rokers verkondigt dat twee op drie rokers kanker krijgen, is iedereen ervan overtuigd dat het zijn linkse en zijn rechtse buurman zullen zijn. De strafmaat kan alleen een preventieve invloed hebben op iemand die met zuivere voorbedachtheid een overtreding wil begaan, en afweegt wat daarbij zijn risico’s zijn. Dat is niet zo voor de meeste voetbalhooligans. Want ook al worden sommige vechtpartijen blijkbaar vooraf georganiseerd, dan gaat het toch meestal om emotionele uitbarstingen.

Is onze gevangenisinfrastructuur berekend op snelrecht?

Vermassen: Neen. En dat is een van de grote manco’s van onze justitie: er is geen gevangenisbeleid. Met dramatische wantoestanden als gevolg. Het moet zijn dat mensen meer in hun lot berusten dan vroeger, want vijftien jaar geleden was er ongetwijfeld opstand van gekomen. In Gent zitten om en bij de 360 gedetineerden, terwijl er officieel plaats is voor 240, en mits men stapelbedden gebruikt voor 270. Elders is het even alarmerend: Brugge, Lantin, Namen, Bergen, Verviers, Merksplas, Hasselt, noem maar op…, ze barsten uit hun voegen. In sommige cellen zitten ze met zijn vieren bijeen gepropt. Soms nog met een emmer als toilet, en nauwelijks stromend water. Dat zijn onduldbare situaties die al jarenlang worden aangeklaagd, dat men nu eindelijk eens ingrijpe. Een gevangenisstraf mag enkel een vrijheidsberoving zijn, geen vernietiging van de persoonlijke waardigheid. Veel gedetineerden horen trouwens niet thuis in de gevangenis. Ik denk aan verslaafden, en aan sommige mensen in voorhechtenis.

Wordt de voorhechtenis misbruikt als wapen in het onderzoek?

Vermassen: Dat gevoel krijg je soms. De wet op de voorhechtenis is al herhaaldelijk gewijzigd. Na elke aanpassing merk je dat het aantal aangehoudenen in het begin daalt om daarna, als de routine toeslaat, snel weer te stijgen. Terwijl de wet vrijheidsberoving enkel toestaat in hoogst uitzonderlijke gevallen. Het te lichtvaardig gebruik van de voorhechtenis is een van de redenen waarom zo weinig cellen beschikbaar zijn voor wie er echt in thuishoort. En elke strafpleiter zal u zeggen dat hij dagelijks met peanuts bezig is. De echte zware criminelen staan zo goed als nooit voor de rechtbank, omdat ze zich zo organiseren dat ze buiten schot blijven. Het zijn veelal kleine garnalen die gepakt en veroordeeld worden. Of mensen die in een bui van haat of woede een stommiteit met zware gevolgen hebben begaan. Voor velen van hen bestaan er alternatieve vormen van straf of controle, die ook hun reïntegratie wat makkelijker zouden maken. Wie tien jaar in de nor heeft gezeten, is totaal wereldvreemd als hij er weer uitkomt. Het cliché dat niemand beter wordt van een opsluiting, klopt niet. Wie echt misdaan heeft, aanvaardt meestal zijn straf, maar ze moet voldoende perspectief bieden en men moet een minimum aan waardigheid kunnen behouden. Er is dringend een betere begeleiding nodig. Heel veel misdrijven zijn het gevolg van onbeheerst gedrag. Welnu, waarom geeft men bijvoorbeeld geen cursussen yoga, om te leren hoe je je beter kan beheersen? Er zijn zoveel mogelijkheden, maar die vereisen in de eerste plaats een globaal project en dat ontbreekt in België.

Het is ook belangrijk dat de opsluiting in tijd beperkt blijft, anders is ze zinloos. Wie na een te lange straf terugkeert in de maatschappij, is soms verbitterd en wraakzuchtig, en dus gevaarlijk. De straf is dan contraproductief geweest, zowel voor de veroordeelde als voor de samenleving. Daarom blijft de wet-Lejeune, mits hij verstandig wordt toegepast, een nuttig instrument. Gelukkig is men niet gezwicht voor de vox populi die hem wou afschaffen naar aanleiding van Dutroux. De commissies die nu moeten oordelen over een vervroegde invrijheidstelling, leveren uitstekend werk. Dat is een van de gunstige kenteringen van na de Witte Mars. Een andere is dat de slachtoffers meer gerespecteerd worden. Ze mogen in het vooronderzoek het dossier inkijken, en krijgen hulp van sociale werkers voor wie ik een groot respect heb. Maar op veel andere domeinen staan we niet veel verder dan vóór Dutroux.

Binnenkort komt Michel Nihoul vrij.

Vermassen: Ik denk dat men in gerechtelijke kringen beducht is voor de emotionele en soms onredelijke reacties van het publiek. Niet alleen de dag dat Nihoul wordt vrijgelaten, maar ook over twee jaar tijdens het proces-Dutroux, dat de stilaan genezende maatschappelijke wonden opnieuw zal openrukken. De gruwelijke details zullen in de pers breeduit opengesmeerd worden, en nieuwe trauma’s veroorzaken. Zowel bij de direct betrokkenen als bij het grote publiek. Anderzijds kan zo een proces ook een louterend effect hebben. Dutroux is het symbool van alle kwaad geworden, de nieuwe satan, en de maatschappij heeft zondebokken nodig. Het zou goed zijn mocht men ook oog hebben voor de context, die leert dat dit soort misdadigers een seksueel geobsedeerde cliënteel bedient dat even schuldig is.

Acht u het mogelijk dat de televisiestations dat proces rechtstreeks uitzenden?

Vermassen: Ik hoop van niet, maar het is niet onmogelijk. De Verenigde Staten hebben het ons voorgedaan met het proces tegen O.J. Simpson. Een proces werd herleid tot een soap, het recht gereduceerd tot wat ‘spannende ontspanning’. Dergelijke spektakels leveren meer desinformatie dan informatie op omdat de noodzakelijke filter, waarvoor een bekwaam journalist zou moeten zorgen, wegvalt. Het is overigens tijd dat de media zich bezinnen over de kwaliteit van hun berichtgeving. Kijk naar de heisa van de voorbije week over de vermeende buitenechtelijke dochter van de koning. Het is schokkend hoe men, blijkbaar zonder voorbehoud, dat meisje en haar moeder is gaan terroriseren, en hoe men hen van de ene op de andere dag het recht heeft ontnomen om rustig te leven. Die jonge vrouw heeft er toch niet om gevraagd om een buitenechtelijk kind te zijn. Ik noem dat pervers voyeurisme. En wat me evenzeer stoort, zijn degenen die, als alibi voor hun eigen sensatiedrang, verslag uitbrengen van hoe anderen verslag uitbrengen. Met een afkeurend ethisch ondertoontje, maar ondertussen doen ze precies hetzelfde, namelijk de privacy schenden van mensen die niets misdaan hebben.

Op de Europese top in Tampere is een brede samenwerking tussen de verschillende gerechtelijke diensten aangekondigd.

Vermassen: Uitwisseling en centralisering van gegevens, en een vereenvoudigde uitleveringsprocedure, zijn van groot belang voor een adequate misdaadbestrijding. Ik denk aan de zware en grensoverschrijdende vormen van criminaliteit: handel in drugs, mensen, wapens, gestolen auto’s en zo meer. Ook een fenomeen als seriemoord kan soms alleen maar worden bestreden door een samenwerking tussen verschillende rechtsgebieden. Dat wordt bewezen in de Verenigde Staten.

In Engeland gaat Augusto Pinochet in beroep tegen het vonnis dat zijn uitlevering aan Spanje mogelijk maakt. Maar het ziet ernaar uit dat hij aan het kortste eind zal trekken.

Vermassen: Zijn uitlevering zou een mijlpaal zijn in het internationale recht. En in dit geval zou een straf wel een ontradend effect kunnen hebben, omdat het hier gaat om nauwkeurig geplande en vooraf goed afgewogen misdaden. Jammer genoeg hebben na Pinochet anderen nog veel meer gefolterd en gemoord. Als deze categorie misdadigers niet langer vrijuit gaat, is dat een grote overwinning voor het recht. Het kan het geschokte publieke rechtsgevoel enigszins herstellen, en steun geven aan de nabestaanden van de slachtoffers, die al te dikwijls machteloos in de kou blijven staan.

JEF VERMASSEN

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content