Luc Baltussen
Luc Baltussen Luc Baltussen is redacteur bij Knack.

Terwijl de wetgever knoeit, slaan de hospitalisatieverzekeraars hun slag.

Een slordigheid van de wet kan de burger duur te staan komen. Dat mag blijken uit de recente duizelingwekkende prijsstijgingen in de hospitalisatieverzekeringen. Lezer ‘nonkel Ward’ stuurt ons documenten waaruit blijkt dat zijn verzekeraar zijn 70e verjaardag ‘viert’ met een bijna verviervoudiging van zijn premie. Voortaan betaalt hij 100,99 euro per maand, tegenover 26,28 euro vorig jaar. Wie toen al 70 was, betaalde 42,83 euro en ziet zijn premie dus ook meer dan verdubbelen.

Wat is er aan de hand? In juli 2007 trad de zogenaamde wet-Verwilghen in voege. Die wet was onder meer belangrijk voor de ruim 4 miljoen mensen die een hospitalisatieverzekering hebben via het werk. Traditioneel liep zo’n polis af bij de pensionering en moesten mensen, als ze toch verzekerd wilden blijven, een nieuwe verzekering afsluiten. Op hun leeftijd was dat niet goedkoop. De wet-Verwilghen verplichtte de verzekeraars om de collectieve polis ook na de pensionering te laten doorlopen, voor wie dat wilde. En dat zonder een nieuwe acceptatieprocedure.

Omdat een verzekeraar vanzelfsprekend uit de kosten moet kunnen komen, maar zonder daarom mensen de facto te weigeren door de premie onbetaalbaar te maken, stipuleerde de wet ook dat de premie gelijke tred moest houden met de reële kosten van de gezondheidszorg. De invoering van een ‘medische index’ zou zorgen voor een objectieve maatstaf waaraan alle verzekeraars zich moesten houden. Alleen… werd dat stuk over de medische index nooit uitgevoerd.

Dat komt onder meer omdat de wet de taak voor het opstellen van die medische index wat lichtzinnig had toegespeeld aan diensten die daarvoor niet geschikt waren, en de beker liever aan zich lieten voorbijgaan. De regering-Leterme had al een wetsontwerp in voorbereiding om daar een mouw aan te passen, maar de politieke commotie van de voorbije maanden heeft de behandeling daarvan niet bepaald versneld. Dat neemt niet weg, stipt de federatie van de verzekeraars Assuralia fijntjes aan, dat de medische index op 1 juli 2009 een feit moet zijn en dat vanaf die dag premieverhogingen alleen nog zullen kunnen op basis van die index.

Met andere woorden: de verzekeraars weten dat ze meer dan vroeger verplicht zijn oudere mensen te verzekeren (met duurdere risico’s) en dat ze de vergoedingen daarvoor vanaf deze zomer niet zomaar meer kunnen laten stijgen. Maar… nú nog wel. Een aantal verzekeraars maakt handig gebruik van het respijt dat de wetgever hen gunt om snel de premies op te voeren. Het is niet verboden te denken dat ze het niet zo erg vinden als een aantal duurdere risico’s, zoals ‘nonkel Ward’, daardoor afhaakt.

De ziekenfondsen, die niet onder de wet-Verwilghen maar onder de wet-Demotte vallen, moeten nu al grondige redenen aantonen om hun hospitalisatiepremies te verhogen. Directeur Bart De Ruysscher van de Christelijke Mutualiteiten (CM), goed voor 700.000 polissen, heeft desondanks geen problemen om zijn hospitalisatieverzekeringen rendabel te houden. Maar daar heeft ‘nonkel Ward’ geen boodschap aan: net als de meeste andere verzekeraars weigeren de CM nieuwe cliënten vanaf 66 jaar.

Luc Baltussen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content