Belgïe is niet rechtstreeks benadeeld als multinationals de verliezen van hun dochterbedrijven fiscaal in rekening mogen brengen in het moederland. Maar het is zeer de vraag hoe lang ons land buiten schot kan blijven.

Bij de Britse schatkist schuiven enkele hoge heren wat ongemakkelijk op het puntje van hun stoel. Marks & Spencer, het Britse voedings- en kledingconcern dat zo rond Kerstmis 2001 twintig winkels sloot en een paar duizend werknemers op de keien zette, heeft plots zijn pijlen op de Britse fiscus gericht. M&S is intussen weer een bloeiend en winstgevend bedrijf geworden, maar zoals elke directie vindt ook die van het Londense concern dat ze te veel belastingen betaalt.

Vijf jaar geleden hadden enkele spitse fiscalisten een manier gevonden om daar onderuit te komen. Ze probeerden de 140 miljoen euro die tussen 1997 en 2001 verloren ging in de intussen gesloten dochters in België en Frankrijk af te trekken van het belastbaar inkomen – een operatie die goed zou zijn voor een fiscaal voordeel van om en bij de 30 miljoen. Maar de bevoegde Britse ambtenaar vond dat kennelijk not done.

Vorige week gaf advocaat-generaal Polares Maduro van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg de man ongelijk. Holdings moeten verliezen van hun buitenlandse dochters kunnen aftrekken, vindt hij, behalve als de verliezen gerecupereerd kunnen worden in het land waar het dochterbedrijf zich bevindt. De kerngedachte van de advocaat-generaal: als de fiscale wetgeving toelaat dat een bedrijf de verliezen van zijn dochters op een of andere manier fiscaal compenseert, mag het niet uitmaken of die dochter zich in het binnenland of het buitenland bevindt. Wellicht zal het Europees Hof het advies na de zomer in een arrest bevestigen. En dat kan enorme gevolgen hebben.

Bij de Britse schatkist zitten ze nu al met de handen in het haar. Volgens fiscalisten hebben andere Britse multinationals al hun claims klaar: in de maanden na het arrest zal de schatkist vijf miljard euro aan onterecht geïnde belastingen mogen terugbetalen aan bedrijven die de voorbije jaren hebben verzuimd hun buitenlandse verliezen in rekening te brengen. En ook in Nederland en Duitsland, nóg landen die een verliesaftrek voor dochterbedrijven in hun fiscale wetgeving hebben staan, scherpen de multinationals al de messen.

In zijn Huis van Financiën haalt de bevoegde Belgische minister Didier Reynders (MR) wél opgelucht adem. België hééft geen fiscale consolidatie die de aftrek van verliezen in dochterbedrijfjes mogelijk maakt. Een eventueel arrest zal op korte termijn dus niet op de Belgische begroting wegen. Maar het zal wel wegen op de manier waarop de regels worden geschreven, én op de concurrentiepositie van ons land: multinationals op zoek naar een nieuwe pleisterplaats zullen wellicht makkelijker kiezen voor een plek waar ze hun buitenlandse verliezen wél in rekeningen kunnen brengen. En de onderhandse trucs om hoofdzetels naar België te lokken, zoals die waar België in de zaak-Amid voor is veroordeeld, kunnen tegen zoveel overmacht niet op.

Frank Demets

Bij de Britse schatkist zitten ze nu al met de handen in het haar.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content