Als alles goed gaat, laat België op 1 mei 2006 zijn protectionisme varen tegen werknemers van elders in de Europese Unie.

Uw douche lekt? Sla het telefoonboek open. Bel een loodgieter. De kans is groot dat u er geen vindt. Of als u er wel een vindt, dat hij u dan gewoon vierkant uitlacht: ‘Zulke prulwerkjes hoef ik niet, mijnheer.’ Komt hij wel, verwacht u dan aan een gepeperde factuur. De oplossing? Illegale Polen. Ze komen uw toilet herstellen tegen 8 euro per uur. En schilderen en passant ook nog de badkamer, als het moet.

Sinds de Europese Unie uitbreidde naar 25 lidstaten, kunnen de illegale vakmannen uit het vroegere Oostblok makkelijker dan vroeger voor een appel en een ei in het rijke Westen aan het werk. Maar we hebben die uitwas volledig aan onszelf te danken. Vrij verkeer van werknemers is een basisprincipe van de EU, maar een pak landen lapt dat feestelijk aan zijn laars. België, Duitsland, Portugal, Spanje, Finland en Oostenrijk weigerden om hun grenzen open te stellen. Ze creëerden daarmee de perfecte voedingsbodem voor grijs- en zwartwerk. Ze stimuleerden de schijnzelfstandigheid, en zetten de deur open voor inbreuken op de detacheringsrichtlijn, die onder bepaalde omstandigheden toelaat om de (goedkopere) vakmannen uit het oosten in onderaanneming op een project te zetten.

Als we de illegale tewerkstelling even buiten beschouwing laten, is de massale intocht van hardwerkende Oostblokkers een marginaal probleem. Alleen in Oostenrijk (1,4 procent) en Ierland (3,8 procent) maakt het legertje werkende Polen, Tsjechen of Slowaken meer dan een procent van de totale beroepsbevolking uit. In Duitsland, toch een van de motoren van de Europese economie, waren ze niet eens met een half miljoen – op een totale beroepsbevolking van 41,9 miljoen. En België, met 3,8 miljoen werkende mensen, leverde in 2005 niet eens 15.000 vergunningen af.

Niettemin wil Duitsland zijn protectionisme handhaven tegenover de goedkope werknemers uit het Oostblok. België twijfelt, maar hopelijk niet te lang. De VLD is vóór open grenzen. Werkgeversorganisaties kijken nu al likkebaardend naar de goedkope onderaannemers. De Confederatie voor de Bouw ziet Poolse medewerkers nu al de drieduizend vacatures in de sector innemen die Belgen maar niet willen invullen. Zelfs de Europese vakbond spreekt zich uit tegen ‘het contraproductieve protectionisme, dat zwartwerk bevordert en tweederangsburgers creëert’. Alleen de SP.A stribbelt nog tegen. Hopelijk zijn ze bijgedraaid als ze moeten beslissen of ze dat verlammende protectionisme zullen terugdraaien Op 1 mei 2006 trouwens, de Dag van de Arbeid.

Zelfs politiek kan zwanger zijn van symboliek. Een gelegaliseerd legertje arbeiders uit het Oostblok heeft namelijk ook veel positieve gevolgen. Extra belastinginkomsten, bijvoorbeeld. Meer input in de economie – omdat de arbeiders hier investeren, maar ook omdat Belgen makkelijker naar goedkopere arbeid zullen grijpen. Plus het feit dat die douche dan tenminste eindelijk hersteld raakt.

FRANK DEMETS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content