Slecht slapertje? Deur op slot!

© ILLUSTRATIE BART SCHOOFS

Kinderen en slapen: het is niet altijd de perfecte combinatie. Dat vinden die kinderen geen probleem, maar hun ouders wel. In de Verenigde Staten raden steeds meer artsen aan om ’s nachts de deur op slot te doen. Efficiënt, of kindermishandeling?

‘De katjes kruipen bij moederpoes. De lammetjes bij de schapen. Je ligt heerlijk in je bed, mijn schat. Ga nu *** slapen!’ Het is een versje uit de Nederlandse vertaling van Go the Fuck to Sleep, de bestseller van Adam Mansbach. Het begon allemaal uit pure frustratie: de tweejarige dochter van Mansbach, Vivien, vocht elke avond urenlang tegen de slaap. Compleet uitgeput plaatste hij een bericht op Facebook: ‘Wacht maar op mijn volgende kinderboek, Go the – to Sleep‘. Intussen is dat al meer dan vijf jaar geleden en hopen we dat Mansbach over zijn slaapfrustratie heen is (hij schreef intussen een vervolg: You Have to Fucking Eat). Maar uiteraard is hij lang niet de enige. Praat op het komende kerstdiner maar eens met jonge ouders: gegarandeerd hoort u verhalen over niet-doorslapende baby’s, peuters die om vijf uur ’s ochtends naar Bumba willen kijken en kleuters die vier keer per nacht aan het bed van hun ouders staan (of er al ingekropen zijn).

In The New York Times verscheen onlangs het artikel ‘Our Sleep Training Nightmare’, over een moeder die al jarenlang kampt met een niet-slapende dochter. Ze bezocht verschillende dokters met verschillende adviezen, maar één advies keerde steeds terug: sluit ze ’s nachts op in haar kamer. Na lang twijfelen probeert de moeder dat ook. Met zeer pijnlijke resultaten. ‘Ze schreeuwt de hele nacht. Ze schrijft “Het spijt me” op stukjes papier en schuift die onder haar deur. Mijn lichaam voelt vergiftigd. Zou elke dokter verkeerd kunnen zijn?’

Zelf in slaap leren vallen

Professor Stijn Verhulst, slaapspecialist in het UZ Antwerpen, vindt dit ook een ‘bedenkelijke strategie’. Hij krijgt dagelijks ouders over de vloer die wanhopig zijn omdat hun kind al maanden of jaren slecht slaapt. ‘Er zijn verschillende manieren om dat aan te pakken. Maar een kind opsluiten zou ik toch niet doen. Zeker oudere kinderen kunnen daar angstig van worden. En het lijkt me ook niet veilig: stel je voor dat er ’s nachts brand uitbreekt.’ Een kind verplichten om in z’n kamer te blijven en laten huilen kan volgens Verhulst wel. ‘Al voelt het voor de meeste ouders tegennatuurlijk om een hysterisch kind niet te troosten. Daarom raad ik aan om telkens iets langer weg te blijven (één minuut, twee minuten, drie minuten…) en tussendoor kort in de kamer te gaan, maximaal dertig seconden. Even laten zien dat je er nog bent, maar niet naast je kind blijven zitten, het uit bed nemen, te drinken geven… Als je zulke dingen doet, ontstaan er snel foute gedragspatronen.’ Al is het voor sommige ouders zeer moeilijk, beseft Verhulst. ‘Zij zitten vaak al jaren elke avond naast het bed van hun kind, tot dat eindelijk in slaap valt. Dan werken we met stapjes: eerst moeten ze ernaast zitten zonder hun kind aan te raken. Na een week schuiven ze hun stoel wat verder. Nog een week later gaan ze aan de deur zitten. Tot het kind alleen in slaap kan vallen.’

Volgens Verhulst kun je al vanaf de eerste levensdag beginnen met goede slaapgewoontes. ‘Bij pasgeboren baby’s is het belangrijk om een duidelijk verschil te maken tussen dag en nacht. Als je ’s nachts borstvoeding of een flesje geeft, doe dat dan niet voor de televisie met alle lichten aan. Houd het donker en stil. En vanaf vier à zes maanden is het belangrijk om je kindje niet meer in slaap te wiegen. Leg het (half)wakker in bed, zodat het zelf in slaap leert te vallen.’ Steeds meer ouders kiezen voor cosleeping: ze nemen hun baby mee in het ouderlijk bed. ‘Onder de leeftijd van één jaar mag dat zeker niet, omdat het de kans op wiegendood vergroot. Er zijn verschillende gevallen bekend van ouders die ’s nachts op hun baby rolden, of baby’s die stikten onder het donsdeken. Je kind minstens zes maanden op je kamer laten slapen, in z’n eigen bedje, is wél een goed idee. Op zich heb ik er geen problemen mee als oudere kinderen in het grote bed slapen, in veel culturen is dat de normaalste zaak ter wereld. Maar het is geen oplossing voor een kind met slaapproblemen.’

Op een kleine groep na (kinderen met slaapapneu bijvoorbeeld) zijn die slaapproblemen bijna altijd gedragsmatig: kinderen hebben foute gewoontes en weigeren te slapen. Volgens Verhulst heeft 20 tot 30 procent van de peuters en kleuters daar weleens last van, al is het meestal van korte duur. De oplossing? ‘Een goed slaapritueel uitwerken (mét verhaaltje, maar zonder cola of chocola!) en dat vooral volhouden. Als je kind protesteert – wat het zeker zal doen – moet je het been stijf houden.’

DOOR STEFANIE VAN DEN BROECK, ILLUSTRATIE BART SCHOOFS

‘Er zijn verschillende gevallen bekend van ouders die ’s nachts op hun baby rolden, of baby’s die stikten onder het donsdeken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content