De olieprijs daalt en daar zijn we allemaal blij mee. Maar is het wel echt goed nieuws? Wie naar de oorzaken van de prijsdaling kijkt, merkt dat onze toekomst er niet zo rooskleurig uitziet.

De oorlog tussen Georgië en Rusland heeft iets angstaanjagends aangetoond: het gaat slecht met de wereldeconomie. Het uitbreken van die oorlog ging zeker niet in de eerste plaats over het zelfbeschikkingsrecht van de Zuid-Osseten, maar vooral over de oliereserves in de Kaspische Zee. Vanuit Azerbeidzjan vertrekken immers olie- en gaspijpleidingen door Georgië naar de Zwarte Zee en Turkije. Het hele gebied is dan ook van groot belang voor de energievoorziening. En wat bleek? Ondanks de bombardementen en tankcolonnes in een zo strategische regio, steeg de olieprijs niet, integendeel: de dag dat het wapengekletter uitbrak, daalde de olieprijs met 4 dollar naar 116 dollar.

Het illustreert wat er aan de hand is met de grondstofprijzen: ze dalen de jongste weken allemaal, wat er ook gebeurt. In vergelijking met de pieknotering dit jaar is goud 13 procent in prijs gedaald, koffie 16 procent, tin 19 procent, palmolie 25 procent, platina 30 procent, maïs, rijst en tarwe meer dan 30 procent. En olie is nu meer dan 20 procent goedkoper in vergelijking met zijn hoogste notering.

Hoe komt dat? Kijken we naar de olie. De landen van de OPEC (de organisatie van olie-exporterende landen) verhoogden hun olieproductie: nog nooit in de 48-jarige geschiedenis van de OPEC werd zoveel olie opgepompt als in de afgelopen maand juli. Het is wel zeer de vraag of de OPEC-landen hun productie zullen blijven verhogen, nu de olieprijs gedaald is. Dat zal allicht duidelijk worden als de OPEC op 9 september samenkomt in Wenen.

Maar belangrijker dan het verhoogde aanbod, is de dalende vraag naar olie. Dat heeft vooral te maken met de wereldwijde economische groeivertraging. Minder groei betekent minder vraag naar grondstoffen en uiteindelijk lagere prijzen. Dat de VS kampen met een groeivertraging is al langer duidelijk, maar nu spreidt zich dat uit over de rest van de wereld. Zelfs in de snel groeiende landen als China is er sprake van een zekere groeivertraging. Al kent China nog een zeer mooie groei, toch hebben ze laten weten dat in juli 7 procent minder ruwe olie werd ingevoerd in vergelijking met een jaar eerder.

Achter de daling van de olieprijs schuilt dus iets heel ernstig: een wereldwijde economische groeivertraging. Ook in Europa en zeker ook in ons land. De Europese Centrale Bank verlaagde recentelijk al de groeivooruitzichten voor Europa. In Duitsland is de economie in het tweede kwartaal van 2008 voor het eerst sinds 2004 gekrompen. Het bruto binnenlands product (bbp) kende een daling van 0,5 procent in vergelijking met het vorige kwartaal. In Frankrijk daalde het bbp in het tweede kwartaal van 2008 met 0,3 procent. Ook in andere Europese landen vallen de groeicijfers tegen.

Bovendien moet de daling van de grondstofprijzen gerelativeerd worden. Ze mogen dan al met 20 procent of meer gedaald zijn tegenover hun pieknotering in 2008, in vergelijking met de prijs op 1 januari 2007 zijn ze vandaag nog steeds fors duurder: goud is nu 37 procent duurder dan begin vorig jaar, koffie 10 procent, tin bijna 80 procent, palmolie 30 procent, platina bijna 40 procent, maïs 30 procent, rijst bijna 60 procent en tarwe meer dan 60 procent duurder. En olie is, ondanks de prijsdaling, nog steeds 90 procent duurder dan anderhalf jaar geleden.

We zullen het onder ogen moeten zien: ondanks de recente daling worden olie en vele andere grondstoffen nooit meer goedkoop. En de vooruitzichten voor de wereldeconomie en zeker ook voor Europa zijn zeer somber.

door Ewald Pironet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content