Een triomfantelijke ?Cosi fan tutte?.

Met ?Cosi fan tutte? sluit de Vlaamse Opera zijn kleine cyclus met opera’s van Mozart af op een libretto van Da Ponte. Guy Joosten was telkens de regisseur en werkte met verschillende dirigenten. Zijn ?Don Giovanni? verliep moeizaam, Le nozze? was een succes en ?Cosi? viert nu triomfen. Joosten plaatste het verhaal in het Napels van nu. Met als gevolg dat we niet naar een ijlhoofdige rococo-dwaasheid kijken, maar naar een verhaal van reële mensen. Wat oorspronkelijk begon als een melige scherts krijgt naarmate de opera vordert bijna de dimensies van een tragedie, ware het niet dat Mozart en Joosten het grappige ervan kunnen blijven inzien. De slapstick is nooit ver weg.

We zien een hotellobby met op de achtergrond de Vesuvius. Waarschijnlijk liggen in de haven de oorlogsschepen waarop Ferrando en Guglielmo zullen aanmonsteren. Fiordiligi en Dorabella zijn gasten in een luxehotel. Het is vakantie en dan kan er al iets meer dan anders. De personages zijn de zangers zo op de huid geschreven, ze zijn zo doordrongen van hun rol dat je op het puntje van je stoel zit te wachten hoe het zal aflopen. Hoewel je dat al lang weet. Door een knappe decorvondst wordt het klassieke, het evenwichtige van de opera nog extra benadrukt.

Joosten werd deze keer gekoppeld aan de piepjonge Nederlandse dirigent Lawrence Renes. Met enige ervaring, maar toch niet teveel. Hij is nog niet klaar, technisch niet en inhoudelijk ook niet. Bij complexe theatersituaties hoor je iedere muzikant zijn eigen gang gaan. Als een jong veulen zonder een compleet overzicht tracht hij de situatie te beheersen. Wat erger is, het mangelt hem vooral aan juist stijlinzicht. Mozart klinkt bij Renes teveel zoals wat na Mozart kwam. Maar Renes is jong, hij heeft nog volop het voordeel van de twijfel, hij kan eerst nog naar een Harnoncourt luisteren bijvoorbeeld. Zijn greep op de voorstelling kan niet anders dan groeien tijdens de komende opvoeringen.

Waarschijnlijk was het publiek nog het meest in de wolken met de schitterende vocale bezetting die de Vlaamse Opera presenteerde. Joosten is een regisseur die intens met zijn zangers omgaat en erin slaagt om ze aan hem te binden.

Hij werkte al met de helft van de cast, met Gabriele Rossmanith (als Susanna), Urban Malmberg (als Leporello) en Graciela Araya (als Carmen). Die medeplichtigheid vertaalt zich in hecht acteerwerk, en vreemd genoeg straalt de samenhorigheid ook af op het vocaal-muzikaal beeld. Mozart en Joosten als meesters van het ensemble. Prachtige individuele stemmen met een zucht van bewondering voor de debuterende Véronique Gens.

Lukas Huybrechts

Mozart, ?Cosi fan tutte? in de Vlaamse Opera, Gent 15, 17, 19, 21 en 23/5.

Cosi fan tutte : Mozart en Joosten als meesters van het ensemble.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content