De jaarrekeningen van Slangen & Partners roepen vragen op.

Sterk stijgende omzetcijfers leren minder over een bedrijf dan de brutale sprongen van de brutomarges. Gezien de brutomarge de prestaties weerspiegelt die een bedrijf aan zijn klanten aanrekent, geeft hij een goed beeld van de tarieven die een communicatieconsultant als Slangen & Partners (S&P) hanteert.

De brutomarge van S&P is sinds 1998 opgelopen van 887.458,81 euro (35,80 miljoen frank) tot 2.056.028,80 euro (82,94 miljoen frank) eind 2000. Dit is een op zijn minst ongewone stijging met liefst 130 procent. Alsof Slangen sinds hij voor de VLD werkt, dubbel zoveel mag aanrekenen.

Omdat S&P federale, gewestelijke, provinciale en gemeentelijke overheden en semi-overheden als belangrijkste klanten opgeeft, rijst de vraag hoe de uitzonderlijke marges van het bedrijf te rijmen vallen met de restrictieve normen en controles die gelden bij overheidsopdrachten.

Daarenboven is de verhouding tussen de brutomarge en de personeelskosten (bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen) voor S&P opvallend gunstiger geworden. In 1998 bedroegen de personeelskosten 583.789,25 euro, in 2000 899.853,49 euro. De ratio brutomarge/totale personeelskosten steeg dus van 1,5 tot 2,3 – dat laatste is een getal dat vele wenkbrauwen mag doen fronsen. Deze evolutie leert dat S&P wel duurder werd voor zijn klanten, maar verhoudingsgewijs minder investeerde in personeel.

Het grote personeelsverloop bij Slangen & Partners is opvallend. Naast gedelegeerd bestuurder Noël Slangen en zijn vrouw, directeur Bettie Elias, telde het bedrijf in 2000 zo’n twintig voltijdse werknemers. De sociale balans toont aan dat de overgrote meerderheid daarvan werd aangenomen nadat evenveel werknemers het bedrijf hadden verlaten. Ofwel hanteert de onderneming een systeem waarbij arbeidscontracten vervallen en nieuwe uitgeschreven worden. Ofwel zit S&P vol neofieten. Maar waar is dan de ervaring waarvoor het bureau zich zo veel laat betalen?

Slangen en zijn partners denken wel aan zichzelf. Het te bestemmen winstsaldo schoot de hoogte in: van 111.552,08 euro (4,5 miljoen frank) in 1998, via 220.625,23 euro (8,9 miljoen frank) in 1999 naar 441.250,47 euro (17,8 miljoen frank) in 2000. Een stijging van och arme 300 procent in drie jaar tijd. En het is niet dat er op de kosten werd bespaard.

Ook de toename van de afschrijvingen was spectaculair: van 81.804,86 euro in 1998 tot 272.682,87 euro in 2000. Kenschetsend was hoe S&P steeds meer geld besteedde aan meubilair en ‘rollend materieel’: 47.099,77 euro in 1998 en 161.130,79 euro in 2000.

De aandeelhouders-Slangen cashen ook goed. In 1998 bedroeg de vergoeding van het kapitaal 111.552,08 euro, in 1999 bijna dubbel zoveel en in 2000 reeds 381.756,02 euro: meer dan het drievoud van 1998. In verhouding tot hun maatschappelijk kapitaal van 495.787,04 euro gunnen de aandeelhouders van Slangen & Partners zich dus een uitkering van 75 procent, een ander verrassend hoog cijfer.

Slangen en zijn partners halen ook op die manier het maximum uit hun onderneming.

F.D.M.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content