Eind augustus zullen de meeste Wetstraatbewoners uit vakantie zijn teruggekeerd, waarna ze met frisse blik het politieke slagveld kunnen overzien. De tussenstand: drie koninklijke bemiddelaars die nog altijd een uitweg zoeken uit de communautaire impasse, en een verdeelde regering-Leterme die geen antwoord heeft op naderend economisch onheil. Knack vroeg bevoorrechte waarnemers wat we dit najaar kunnen verwachten.

1 SUKKELT LETERME VERDERZONDER DE N-VA?2 Brengt de SP.A redding?3 Geen centraal akkoord in het najaar?4 Zijn vervroegde verkiezingen ongrondwettelijk?

Koninklijk bemiddelaar Karl-Heinz Lambertz (SP) zei enkele weken geleden hardop wat iedereen allang weet: dat er vóór de regionale verkiezingen van 2009 van die hele staatshervorming niets in huis komt. Wie daar anders over denkt, kent niets van politiek, verduidelijkte Lambertz. Premier Yves Leterme (CD&V), die vorige week in Humo met zijn politieke onwetendheid te koop liep, floot Lambertz driftig terug. Die staatshervorming komt er wél, bezwoer Leterme.

De meeste waarnemers hechten daar geen geloof aan. Hooguit toveren de bemiddelaars half september een vaag voorstel voor het opstarten van een dialoog van gemeenschap tot gemeenschap uit hun koninklijke hoed. Daar moet het kartel CD&V/N-VA het dan mee doen. Eind juli lijstte het nog zeven straffe criteria op waaraan die communautaire dialoog moet beantwoorden. De opbouw van een confederale staat, bijvoorbeeld. Tegenover zich treft het kartel een vrij hecht Franstalig front, waarin zelfs PS-voorzitter Elio Di Rupo en MR-voorzitter Didier Reynders in naam van het hogere Franstalige belang even de strijdbijl begraven lijken te hebben.

Hoe moet het dan verder? Welke kant kan het kartel nog uit, wil het niet met lege handen staan bij de regionale verkiezingen in 2009? Moeten de Vlaamse socialisten het land redden? Of zijn vervroegde verkiezingen, de gebruikelijke democratische vluchtheuvel in politieke crisissen, nog een optie? En welke sociaaleconomische rampspoed hangt ons boven het hoofd, met een verdeelde en verlamde federale regering, die dit najaar desondanks het loonoverleg in goede banen moet leiden? Knack deed een beroep op de profetische gaven van een aantal bevoorrechte waarnemers, uit de politiek en daarbuiten. Eén constante bij hun bevindingen: somberheid overheerst.

1 SUKKELT LETERME VERDER ZONDER DE N-VA?

Politieke voorspellingen zijn altijd riskant, maar hier mogen we met enige zekerheid van uitgaan: als de leden van de N-VA op 21 september de arbeid van de koninklijke bemiddelaars moeten beoordelen, wordt het wat hen betreft een dikke onvoldoende. Waarop de N-VA, na een vaudeville met aldoor opschuivende vervaldata, dan uiteindelijk toch uit de meerderheid stapt en aan de kant gaat staan.

Wat moet CD&V dan? Zonder kartelpartner N-VA naar de regionale verkiezingen van 2009 moeten, is de electorale nachtmerrie van Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) en zijn fractie in het Vlaams Parlement. Maar de federale regering van Yves Leterme doen vallen, is evenmin een recept voor een goede nachtrust.

Voor oud-minister van Justitie en Kamerlid Stefaan De Clerck (CD&V), die zich het afgelopen jaar tot een communautaire hardliner heeft ontpopt, moet het kartel te allen prijze behouden blijven. ‘CD&V en N-VA moeten het in september hard spelen en gezamenlijk de eindresultaten van de bemiddelaars beoordelen. Dat is misschien de lastigste, maar ook de enige nuttige weg.’ Lastig zeker, want De Clerck ziet weinig reden tot optimisme. ‘September wordt het moment van de waarheid, maar de kans is inderdaad klein dat er boter bij de vis komt. En Yves weet dat hij het zich niet kan veroorloven om de regionale verkiezingen naar de knoppen te helpen.’

Maar hoop doet leven, en dus hoopt De Clerck dat de Franstaligen tijdens de vakantieweken nog een ‘mentale omslag’ zullen maken. ‘Lukt dat niet, dan staat het kartel opnieuw voor de vraag: de stekker uit de regering trekken, of niet?’ aldus De Clerck.

De staatshervorming uitstellen tot na de regionale verkiezingen is linke soep, en kan leiden tot een prerevolutionair klimaat, voorspelt hij nog. ‘Want dan is het nieuw samengestelde Vlaams Parlement aan zet, en dat zal stemmen over wat het goed acht voor Vlaanderen, zonder zich nog iets aan de federale realiteit gelegen te laten.’ Bye bye Belgium dus, al wil De Clerck dat niet met zoveel woorden gezegd hebben.

Opvallend gelijkluidend klinkt Luc Martens, Vlaams CD&V-parlementslid van ACW-signatuur. ‘De wil om een grote staatshervorming door te voeren moet in september uitdrukkelijk aanwezig zijn, en de krachtlijnen moeten goed zichtbaar zijn. Dan kan de regering-Leterme verder. In het andere geval belanden we in een totaal geblokkeerde toestand, en zou het kunnen dat we in het najaar naar verkiezingen gaan’, zegt Martens.

Blijkbaar zit er ruis op de lijn tussen de politieke vrienden van het ACW in het parlement, en de top van de beweging (‘We hebben een federale regering nodig die de sociaaleconomische problemen te lijf gaat’). Luc Martens ontkent dat niet. ‘Ik begrijp de bezorgdheid van mensen als Luc Cortebeeck natuurlijk wel. Maar juist ter wille van het behoud van onze welvaart en ons sociale stelsel moeten België en zijn financieringsmechanismen hoognodig worden hervormd. Het bord moet worden schoongeveegd, en het land van onderuit opnieuw worden opgebouwd.’ Ook voor Martens wordt september ‘een historisch moment’, een kantelpunt. De partij zal geen nieuw uitstel aanvaarden, of Yves Leterme dat nu leuk vindt of niet, zegt hij. ‘Leterme weet dat hij CD&V niet meekrijgt in een scenario zonder staatshervorming’, besluit Martens.

Die onmacht maakt sommigen bij CD&V nu net zo bezorgd. ‘Er breken gevaarlijke tijden aan’, zegt een pessimistische bron, die vreest dat de partij, opgejaagd door de N-VA en door een geradicaliseerde stroming binnen CD&V, op het partijcongres van 27 september zal besluiten om mee de aftocht te blazen. ‘We moeten alles uit de kast halen opdat Leterme dit overleeft, of we belanden in een open regimecrisis’, vreest hij. En wat zou Leterme dan beginnen, eenmaal premier af? ‘Die valt terug op zijn radicale Vlaamse programma. Hij is zelfs in staat zich opnieuw kandidaat te stellen voor de Vlaamse verkiezingen’, meent de prominente CD&V’er.

Maar het vertrek van de N-VA uit de federale meerderheid hoeft niet noodzakelijk het einde van het kartel en/of de regering-Leterme te betekenen. Heel wat CD&V’ers hopen de geit en de kool te kunnen sparen. De regering kan immers zonder de steun van de zes N-VA-verkozenen – zo is Leterme I destijds ook van start gegaan -, ook al beschikt ze dan niet langer over een tweederdemeerderheid. En ook al zou premier Leterme er het weinige gezag dat hij in de ogen van de Franstaligen nog bezit definitief bij inschieten. Het zou bovendien een lastig te communiceren, dubbelzinnige situatie zijn – CD&V in en N-VA uit de regering – maar dat is nog altijd beter dan helemaal geen kartel.

Een breuk binnen het kartel kan trouwens ook gevolgen hebben voor de Vlaamse regering van Kris Peeters, waar het onvermijdelijke vertrek van minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme Geert Bourgeois (N-VA) aanleiding kan geven tot politiek getouwtrek over diens bevoegdheden.

2 BRENGT DE SP.A REDDING?

De SP.A werd het voorbije jaar herhaaldelijk benaderd met de vraag de federale regering te komen versterken, maar hield de boot af. Maar bij de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap die de koninklijke bemiddelaars moeten zien te bewerkstelligen, komen via de achterdeur van de Vlaamse regering natuurlijk ook de Vlaamse socialisten opnieuw naar binnen. Geruchten over een klassieke driepartijenregering – in het najaar of rond de jaarwisseling – winnen dezer dagen, ook wegens het voorspelde afhaken van de N-VA, opnieuw veld. Die regering, niet langer afhankelijk van de lastpakken van de N-VA (en van het FDF), zou dan tegen 2011 een akkoord over een staatshervorming en Brussel-Halle-Vilvoorde moeten zien te maken.

Over wie aan het hoofd van die regering zou moeten komen, wordt in de Wetstraat ook druk gespeculeerd. Zeker niet Yves Leterme, vinden velen. Ook bij CD&V dromen sommigen van de nooduitgang voor het gehavende boegbeeld. ‘Maak hem minister van Buitenlandse Zaken’, klinkt het. De naam van Louis Michel als kandidaat-premier valt hier geregeld. Michel staat ongetwijfeld te popelen, maar erg realistisch lijkt dat denkspoor niet.

Open VLD-nestor Herman De Croo: ‘Ik hoor die verhalen natuurlijk ook. Als de N-VA zich op de Olijfberg zou terugtrekken, komt de SP.A inderdaad opnieuw in beeld.’ Maar volgens De Croo blijft premier Leterme ook in die formule onontkoombaar. Al was het maar omdat het enige echte alternatief om zo’n driepartijenregering te leiden, Guy Verhofstadt, zijn krachten willen sparen voor zijn geplande politieke revanche bij de Europese verkiezingen in 2009.

Een eventuele tripartite zal sowieso ’ten koste gaan van CD&V’, waarschuwt De Croo. En voor het overige vindt hij dat de liberalen lang genoeg geduld hebben ge-oefend. De Open VLD zit wat de staatshervorming betreft op dezelfde lijn als CD&V, legt De Croo uit, maar haar prioriteiten liggen bij de economie. ‘Er moet íéts gebeuren op het vlak van de staatshervorming vóór 2009, om te voorkomen dat de regionale verkiezingen helemaal door communautaire thema’s worden overheerst. Maar we gaan in dit verslechterende economische klimaat toch niet blíjven stilzitten? Deze regering produceert niets op sociaaleconomisch vlak. De liberalen zullen daarom vanaf september een stuk flinker uit de hoek komen. Als blijkt dat de communautaire toestand hopeloos is, dan moet je dat aanvaarden. Je kunt niet blijven jammeren over een gebroken melkkan,’ aldus De Croo.

De kans dat die driepartijenregering er voor de regionale verkiezingen ook echt komt, lijkt klein, want de Vlaamse socialisten hebben gewoon geen zin om de federale regering een helpende hand te bieden. Zelfs voormalig vicepremier Johan Vande Lanotte (SP.A), tot voor kort een van de voorstanders van regeringsdeelname in zijn partij, voelt niets meer voor een tripartite. ‘Wat moeten wij daar?’ vraagt Vande Lanotte zich af. ‘We hebben altijd gezegd dat we een goede staatshervorming vanuit de oppositie zullen steunen, of vanuit een institutionele dialoog onder leiding van Kris Peeters en Rudy Demotte.’

Ook Leuvens burgemeester Louis Tobback (SP.A) gelooft niet dat zijn partij warm kan worden gemaakt voor federale regeringsdeelname. Zelf is hij zacht uitgedrukt geen fan van Yves Leterme. Tobback: ‘Yves Leterme wordt niet alleen de doodgraver van dit regime, maar ook van zijn eigen partij als de pepmiddeltjes – je weet wel: zijn slogans over vijf minuten politieke moed – zijn uitgewerkt.’ CD&V zal geen vervroegde verkiezingen aandurven, denkt Tobback. ‘Met Leterme die niets klaarspeelt en naderend economisch onweer zou de publieke opinie zich weleens tegen hen kunnen keren. De bevolking is heus niet bereid haar pensioen te offeren op het altaar van Brussel-Halle-Vilvoorde.’

Volgens Johan Vande Lanotte heeft premier Leterme eigenhandig een communautair akkoord met de Franstaligen verknoeid. ‘Vóór de federale verkiezingen kon je in de coulissen goed aanvoelen dat de splitsing van de arbeidsmarkt een haalbare kaart was. Maar Yves Leterme en zijn methode, of liever het totale gebrek eraan, hebben die splitsing verder af gebracht in plaats van dichterbij.’

Komt daarbij: wie resultaten wil behalen, moet zich daar voor de volle 100 procent voor inspannen. Maar Johan Vande Lanotte ziet iets anders. ‘De eerste minister is volop campagne aan het voeren, dezelfde non-campagne als tijdens het laatste jaar van zijn Vlaams minister-presidentschap. Hij duikt overal op, op televisie en op sportmanifestaties, maar nooit om over politiek te praten. Ik ben jaren vicepremier geweest, en ik weet dus uit ervaring dat wie echt met zijn beleid bezig is, geen tijd heeft voor dergelijke onzin.’

3 GEEN CENTRAAL AKKOORD IN HET NAJAAR?

Geen enkele regering heeft vat op de economie, zeker niet op de onophoudelijke stroom negatieve conjunctuurberichten. Maar toch, precies in economische crisissituaties moet een regering daadkrachtig kunnen optreden. De regering-Leterme is daar niet toe in staat, en lijkt niet geïnteresseerd in sociaaleconomische maatregelen. Ingrijpende maatregelen op sociaaleconomisch vlak zijn dan ook niet in zicht. Nochtans staat de regering, hoe zwak ze ook is, voor een paar cruciale beslissingsrondes. Enerzijds tikt de tijdbom van de vergrijzing. ‘Dit is de laatste regeerperiode voordat de pensioenkosten beginnen door te wegen’, waarschuwt Luc Coene, vicegouverneur van de Nationale Bank van België.

Bovendien zijn er de bijzonder zware sociale onderhandelingen. ‘Met de loonnorm, die uniek is voor ons land, is het sowieso moeilijk om tot een akkoord te komen’, zegt Marc De Vos, directeur van de denktank Itinera. ‘Elke onderhandelingsronde is een nieuwe, lange paringsdans, waarbij de regering doorgaans met snoepgoed over de brug komt, zoals lastenverlagingen of sectorvoordelen in verband met overuren. Vandaag heeft de regering geen geld en geen daadkracht om wat dan ook te doen. Ze is niet in staat om het centraal akkoord te oliën. En dat zal een akkoord alleen nog meer bemoeilijken.’

Bovendien is deze onderhandelingsronde ‘de zwaarste test voor de loonnorm ooit, sinds zijn ontstaan in 1996’, aldus De Vos. ‘De loonnorm heeft tot doel de loonkosten in ons land parallel te laten evolueren met de loonkosten bij onze voornaamste handelspartners (Duitsland, Frankrijk en Nederland). Maar anders dan onze buurlanden kennen wij een automatische indexering, die door de hoge inflatie voor de derde keer dit jaar zal worden doorgevoerd. Dat betekent dat onze lonen sneller stijgen, en dat het moeilijk wordt om de loonevolutie nog verder te koppelen.’ Sinds 1996 liep de inflatie nog nooit zo hoog op.

‘De loonnorm, de maximale loonmarge, die eind oktober, begin november zal worden voorgesteld, is wellicht al volledig door de inflatie opgevreten.’ Voor loonsverhogingen biedt dat geen enkele ruimte. ‘Er zal dan ook een aardig robbertje gevochten worden. Het zal van de creativiteit van de sociale partners afhangen of en hoe ze eruit zullen komen.’

‘Het zullen geen gemakkelijke onderhandelingen worden’, geeft ACV-voorzitter Luc Cortebeeck toe. ‘Maar we moeten hoe dan ook tot een akkoord komen. Want als wij daar niet in slagen, zal ook de regering geen oplossing weten aan te reiken. Het zou intern in de regering zelfs tot een ware crisis kunnen leiden. Als er geen akkoord komt, moeten we de sectoren laten onderhandelen. En dat is in het voordeel van de sterkere, maar nadelig voor de zwakkere sectoren.’

Half september hoopt Cortebeeck alvast een overeenkomst te bereiken over de welvaartvastheid en de verhoging van de sociale uitkeringen, een beslissing van de vorige regering. ‘De contouren zijn bekend. Als dat lukt, is het een goed begin.’ Zo niet zou het de sfeer aan de onderhandelingstafel nog meer kunnen verzuren.

‘Het centraal akkoord van deze herfst wordt een harde noot om te kraken’, weet ook Rudy De Leeuw, voorzitter van het ABVV. ‘Door de politieke instabiliteit zal de onderhandelingsbereidheid moeilijker liggen dan ooit.’

Paul De Grauwe, economieprofessor aan de KU Leuven, houdt alvast zijn hart vast als er géén akkoord komt. ‘In de huidige economische context zijn beslissingen meer dan ooit fundamenteel. De hoge inflatie en de loonindexering dreigen ons in een gevaarlijke spiraal te storten. België is aan het ontsporen. Als we de lonen nog meer laten stijgen, zullen we zwaar aan concurrentiekracht inboeten. We zullen terechtkomen in een situatie die op korte termijn nog moeilijk te corrigeren valt, en we zullen gedwongen worden om aan deflatie te doen. Dat betekent: looninlevering en een vermindering van de koopkracht gedurende jaren. Een heel pijnlijke oefening.’

En zoals bekend: op snoepgoed van de regering kunnen we, zeker vandaag, niet rekenen.

4 ZIJN VERVROEGDE VERKIEZINGEN ONGRONDWETTELIJK?

Het voorstel is al vaker geopperd: Leterme legt er het bijltje bij neer en stuurt aan op vervroegde verkiezingen, die al dan niet samenvallen met de regionale verkiezingen van juni 2009. Maar kan dat volgens de grondwet wel?

‘Dat ze ongrondwettelijk zijn, is evident’, zegt de uitgesproken Vlaamsgezinde jurist Matthias Storme (KU Leuven). ‘Het is niet uitgesloten dat ze er komen – wie houdt dit vol tot 2011? Als men maar weet dat men zich met vervroegde verkiezingen een berg problemen op de hals haalt. Het protest zal hevig zijn. Verkiezingen organiseren, vraagt tal van administratieve en andere stappen. Elke stap kan op meer dan één manier aangevochten worden. Ik acht het zeer waarschijnlijk dat burgemeesters of andere burgers dat ook zullen doen.’

Bovendien zal België zich met onwettige verkiezingen op internationaal vlak belachelijk maken, aldus Storme. ‘Vervroegde verkiezingen zouden erop neerkomen dat degenen die verkozen zijn enkel en alleen voor zichzelf beslissen dat ze als volksvertegenwoordigers verkozen zijn, want de uitslag is ongrondwettelijk.’

Voor grondwetsspecialist Paul Van Orshoven kunnen vervroegde verkiezingen wél op een wettige manier. ‘Enerzijds is het zeker zo dat het Grondwettelijk Hof geoordeeld heeft dat de actueel geldende kieswetgeving, die zegt dat Brussel-Halle-Vilvoorde een uitzondering vormt op de regel dat kieskringen samenvallen met de provincies, strijdig is met het gelijkheidsbeginsel’, aldus Van Orshoven. En dat betekent dat verkiezingen in principe nietig zijn zolang B-H-V niet is gesplitst.

‘Maar tegelijk voorziet de grondwet in de mogelijkheid om verkiezingen te organiseren. Dat betekent dat verkiezingen na een regeerperiode van vier jaar – de meest voor de hand liggende mogelijkheid – mogelijk móéten zijn. Het is een argument ex absurdo, maar als verkiezingen onmogelijk zouden zijn, kan het parlement zichzelf bij wijze van spreken voor de komende honderd jaar in het zadel houden. Ze past de huidige kieswetgeving niet aan, en precies omdat die in strijd is met de grondwet komen er geen verkiezingen!’

Verkiezingen organiseren, is dus een grondrecht. ‘Ook bij een voortijdige ontbinding van de Kamer, bijvoorbeeld na een constructieve motie van wantrouwen die aanvaard is, of na een motie van vertrouwen die verworpen is, moeten verkiezingen georganiseerd kunnen worden. De grondwettelijke mogelijkheid van verkiezingen heeft voorrang op de ongrondwettelijkheid van de kieswet.’

‘Nieuwe verkiezingen zouden niets oplossen’, zegt politoloog Wilfried Dewachter, emeritus professor van de KU Leuven. ‘Maar als men toch beslist om ze te organiseren, dan kan geen enkele instantie in België dat verhinderen. Desnoods roept men het precedent van 1919 in. De verkiezingen waren toen wel zeer ongrondwettelijk. De grondwet schreef voor dat het meervoudig algemeen stemrecht voor mannen moest worden toegepast. Maar onder impuls van de toenmalige koning, Albert I, werd het enkelvoudig algemeen stemrecht toegepast. De grondwet werd pas gewijzigd ná de verkiezingen. Het is een van de vele voorbeelden waaruit blijkt dat de grondwet in België nog weinig houvast biedt. Herman De Croo en Johan Vande Lanotte hebben dan ook gelijk als ze zeggen dat verkiezingen perfect mogelijk zijn. Het is nog al gebeurd dat een parlement op een ongrondwettelijke manier is verkozen, zoals in 1919, maar ook bij de verkiezingen van 2007. Die werden twee weken voor de deadline voor een oplossing van het probleem-B-H-V, die was opgelegd door het Grondwettelijk Hof, georganiseerd. Naar de geest waren ze al even ongrondwettelijk.’

Dewachter besluit: ‘Fundamenteel gaat het om het feit dat België een heel nieuwe grondwet zou moeten uittekenen, als het als een federale en daadkrachtige staat wil blijven voortbestaan.’

DOOR HAN RENARD EN INGRID VAN DAELE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content