Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

‘Ik heb de indruk dat Verhoost meer gewaardeerd wordt in Afrika dan in België’, zegt de sportief manager van Sporting Lokeren St.-Niklaas Waasland over zichzelf. Na lectuur van onderstaand gesprek zal u geheel duidelijk zijn waarom.

Als bondscoach Robert Waseige nieuwe kandidaten voor de Rode Duivels zoekt, moet hij niet op Daknam zijn. Lokeren speelt doorgaans met tien buitenlanders en de Belg Chris Janssens. Sportief manager Willy Verhoost ziet maar één probleem: in één voetbalploeg is er te weinig plaats om al zijn uit Afrika geïmporteerd talent tevreden te stellen. Maar dat biedt dan weer het voordeel van de export. Willy Verhoost over ‘de zwarte takjes aan de blanke stam’.

Meneer Verhoost, hoe komt het dat er bij Lokeren maar één Belg meedoet?

Willy Verhoost: Ach, hoeveel clubs verkondigden voor het seizoen weer niet dat ze ‘Belgisch’ zouden kopen? Na enkele maanden constateren ze dat ze in degradatiegevaar raken en beginnen ze paniekaankopen te doen. Kijk maar eens: allemaal buitenlanders. Bij ons zit er tenminste een duidelijke visie achter ons beleid.

Is er dan met Belgen geen sterk elftal meer te vormen?

Verhoost: Ik zeg niet dat er geen goeie Belgen zijn, maar die zijn niet meer betaalbaar – wie er één heeft, legt hem meteen langdurig vast. In België moeten we weer gaan opleiden. Daar zijn we nu ook serieus mee bezig, maar wat stel je vast: alle talentrijke jeugdspelers worden je afgepakt door grote ploegen nog voor je een wettelijk contract mag aanbieden. Zelfs Anderlecht klaagt dat het zijn beste jeugd verliest aan buitenlandse clubs. Iedereen vraagt zich af of het nog wel de moeite loont om groot geld in jeugdopleiding te investeren. Zolang er geen nieuwe reglementering komt die ervoor zorgt dat spelers je niet meer kunnen worden afgenomen voor ze 16 of 18 zijn, vrees ik dat de jeugdwerking van de meeste clubs vooral een sociale functie zal hebben.

Dan ziet het er niet goed uit voor het Belgische voetbal.

Verhoost: Dat is helaas de realiteit. Hoeveel jeugdspelers stromen er door? Bij Moeskroen, met zijn geweldige infrastructuur van de overheid? Bij Anderlecht, dat met Franky Vercauteren nochtans over een van de beste opleiders beschikt? En breekt Lierse veel potten met zijn veelgeprezen jeugd? Iedereen koopt.

Probleem is ook dat jonge spelers tijd moeten krijgen in de eerste ploeg, maar dat die er niet is. Alles moet meteen renderen, want het gaat om overleven. Ik ben absoluut niet tegen Belgen, maar de mensen willen alles, nietwaar: we moeten ons budget respecteren en tegelijk resultaten behalen én spektakel brengen. Lokeren heeft met zijn vijf- à zesduizend toeschouwers jaarlijks een exploitatietekort van 20, 25 miljoen. Fusies zijn noodzakelijk, maar iedereen is er tegen, ook de gemeenten. Wat moet je dus doen? Zoveel mogelijk goeie en betaalbare spelers halen en er regelmatig één met een meerwaarde verkopen. Als je ambities hebt, ben je eenvoudigweg tot die politiek gedwongen.

Waarom vooral Afrikanen?

Verhoost: Het is de beste kwaliteit. Voetbal is het enige wat de Afrikaanse jeugd heeft. Van kleinsaf zijn ze daar met een bal bezig. Doorgaans zijn ze ook snel en conditioneel sterk. Vervoer is er bijna niet, behalve voor wie geld heeft, dus moet alles te voet gebeuren. In Afrika voetbalt iedereen, daar kies je uit 20 miljoen spelers. Hier moet je kiezen uit 20.000, tussen een Vlaming en een Waal dan nog. En dan nog moet je oppassen, want in Kortrijk mag het niemand van Antwerpen zijn. Waarmee ben je dan bezig? Is er in België eens een grote belofte, dan zit heel het land erop te kijken.

Het intuïtieve Afrikaanse voetbal is niet te vergelijken met het gerationaliseerde Europese. Schept dat geen moeilijkheden?

Verhoost: Inderdaad, tactisch staan die jongens nergens. Ze zijn een vrije rol gewoon, dat is het grote probleem als je ze hierheen haalt. De dag dat ze in Afrika over Europese toptrainers beschikken die hen met respect voor hun grote individuele kwaliteiten collectief kunnen laten functioneren, zul je wat meemaken. Europese trainers zijn er momenteel zeer gegeerd, maar het probleem is dat onze toptrainers niet naar Afrika gaan, wegens de slechte werkomstandigheden en de werkonzekerheid. Welke trainers gaan er naar Afrika?

Euh… vrijgezellen? Avonturiers? Zakkenvullers?

Verhoost: (lacht) Ik weet alleen wie mij allemaal belt en geld claimt op spelers die wij daar gaan halen. René Taelman bijvoorbeeld, die belde mij dat hij zoveel moest trekken van de transfer van Youla. Vergeet het. Natuurlijk is Verhoost dan de slechte.

Anderlecht betaalde 67 miljoen voor Aruna, Genk 43 voor Zokora. Hoeveel betaalt Verhoost voor zijn Afrikanen?

Verhoost: Aruna en Zokora komen van ASEC Abidjan. Ze zijn producten van de school van de Franse trainer Guilloux, die er al zes jaar met uitstekend resultaat gestructureerd werkt. Ik ga niet naar die absolute topploegen, en ik werk ook niet met makelaars en allerhande lui die veel te veel voor zichzelf vragen. Daar zit het ook een beetje. Aan alle spelers die Verhoost haalt, kan niemand iets verdienen, begrijp je.

Wij halen ze goedkoper hierheen dan Anderlecht. Lokeren kan zich niet permitteren meer dan tien miljoen te betalen voor een speler. Het kan ze goedkoper halen, omdat ik het voorbije anderhalf jaar vaak in Afrika ben geweest, veel contacten heb gelegd, de hele markt ken en we er ondertussen toch ook al flink wat hebben geïnvesteerd.

De snelle opgang van Youla is voor ons een zeer goeie zaak. Bangoura, die met hem in de nationale ploeg van Guinee speelt, wou direct komen. Zij weten dat ze bij Lokeren goed en correct behandeld worden, en dat de speel- en doorstromingskansen er groter zijn dan in een Frans centre de formation waar ze tot hun tweeëntwintigste als jeugdspeler worden beschouwd.

Lokeren werkt samen met FC Satellite Abidjan. Wat houdt die samenwerking in?

Verhoost: FC Satellite werd twee jaar geleden uit de grond gestampt door een voormalig bestuurslid van de topclub Afrika Sport. Ik leerde die man, een zakenman, kennen na de transfers van Dago en Aboua. Onze overeenkomst bestaat erin dat we elk jaar wat voor hem doen, voor wat materiaal zorgen en zo, en we ieder seizoen onder bepaalde condities hun beste speler mogen kiezen. Met de opbrengst rekruteren zij ginder.

Participeren ze in Afrika ook in de winst als Lokeren later één van hun spelers met een meerwaarde doorverkoopt, zoals Lokeren dat bij Anderlecht heeft bedongen voor de transfers van Koller en Youla?

Verhoost: (lacht) Denk vooral niet dat Afrikanen in business minder uitgeslapen zijn dan Europeanen. Ondertussen promoveerde FC Satellite naar eerste klasse, waar het meteen vierde werd. Als het dit seizoen derde kan eindigen, mag het meedoen voor de Afrikaanse beker. Het wordt dus duidelijk beter van onze samenwerking.

Wat staat er op de truitjes van FC Satellite? Banden Lambrecht en Plastics Deschacht Belgium?

Verhoost: Hoe raad je het (lacht).

Uw rechtstreekse lijn, vernemen we, loopt via Patrice Zéré en zijn manager Alfred Raoul. Die zit in Afrika aan de bron en kent er ook goed de weg in ambassades en nationale bonden.

Verhoost: Nee nee, Raoul is de persoonlijke zakenman van Zéré, maar geen makelaar. Hij heeft in Parijs een commerciële functie in een of ander bedrijf. Wel begeleidt hij al onze Afrikanen in administratieve en financiële zaken. Zijn voordeel is dat hij van Afrikaanse afkomst is, maar van kindsaf al in Parijs verblijft.

Het is wel zo dat we het geluk hebben dat Youla via hem is gekomen, en dat Zéré hier is. Patrice is een beetje de vader van onze Afrikanen. Ik denk dat hij hen goeie raad geeft. Maar de grote man van heel het spel is Roger Lambrecht, onze voorzitter.

Hij die u te rechter tijd de nodige bankbiljetten meegeeft?

Verhoost: (lacht) Ja, een mens kan al eens twee, drie, vier miljoen nodig hebben om snel goeie zaken te kunnen doen, en hij kan ze op tafel leggen.

Zijn misbruiken u bekend? Onlangs nog dienden vijftien Afrikaanse voetballers bij de parketten van Antwerpen en Brussel klacht in tegen Belgische clubs en makelaars. Een aantal werd na een periode van vruchteloze testwedstrijden door hun makelaar in de steek gelaten en belandde in de illegaliteit. Zij die wel een contract kregen, werden zowel door de clubs als hun makelaars uitgebuit.

Verhoost: Misbruiken zijn mij zeker niet onbekend. Schandalig vind ik het hoe er soms geprofiteerd wordt van de misère van jonge mensen uit arme landen. Die jongens hebben niets en worden dan nog uitgebuit. Dat moet radicaal bestraft worden. Meestal gaat het om Afrikanen die in hun land nergens aangesloten zijn, of toch niet bij een ernstige club, jongens die ze daar ergens zien sjotten en met mooie beloftes mee naar België lokken. Lokeren haalt alleen internationals, mannen die al iets meegemaakt en bewezen hebben en niet hierheen komen om zich belachelijk te laten maken. In mijn beginperiode namen we er ook een stuk of vier, vijf via makelaars, maar wie nu bij ons komt, is van een heel ander niveau. Ze moeten meteen kunnen renderen, al hebben ze natuurlijk altijd een korte aanpassingsperiode nodig. Ik ben niet vergeten dat onze trainers mij na de eerste wedstrijd van Youla – met de reserven tegen Aalst – kwamen zeggen dat hij niet goed genoeg was. Had ik hem niet ter plaatse gezien, zijn achtergrond en reputatie niet gekend, dan was hij doorgestuurd.

Ik weet zeer goed wie er in het wereldje allemaal rondloopt, en ik weet nog beter wie er allemaal aankomt: we moeten dát hebben, voor de familie. Voor hun eigen zak, ja. Er zijn dit seizoen nog in een Belgische club zeven Nigerianen tegelijk afgezet, waarna er rondgebeld werd om ze de markt in te prijzen. Bij FC Roeselare heb ik ooit een Afrikaan weten testen die zaterdagmiddag in Zaventem was geland was en om 15.45 uur van de trainer te horen kreeg: te weinig, ik moet hem niet.

Klopt het dat Afrikaanse voetballers die in België niet aan de bak komen vaak uit schaamte niet durven terug te keren naar hun land en hier dan onderduiken?

Verhoost: Dat is zo. Als ze het vliegtuig naar Europa instappen, is het om te slagen en geld naar hun familie op te sturen. Ze móéten slagen, iedereen rekent erop. Er rust een grote maatschappelijke druk op die jongens. Niet slagen, wordt ervaren als een afgang. Je kunt je dan afvragen wat ze dán nog opsturen. Misschien zijn ze dan verplicht om geld te verdienen met euh… andere dingen.

Vorig jaar is de wet in België aangepast. De procedure om ze te halen is verstrengd, er moet onder andere een tenlasteneming ondertekend worden, de minimumleeftijd is tot 18 jaar opgetrokken, het netto minimumloon verdubbeld tot 95.000 frank. Dat moet voor Afrikanen een goeie zaak zijn?

Verhoost: Dat is zeker een grote vooruitgang, maar voor Lokeren maakt het weinig uit. Wij zijn altijd correct geweest. Charles Dago moest na één wedstrijd, een vriendschappelijke dan nog, al een operatie ondergaan waarvan we zeker wisten dat hij een half jaar inactief zou zijn. Dan zijn er veel die zeggen: hij mag vertrekken, we moeten hem niet meer. Wij lieten Charles opereren door dokter Martens. Bapo Bola ook.

Weet je, ik heb de indruk dat Verhoost meer gewaardeerd wordt in Afrika dan in België. Als Verhoost naar Afrika gaat, is het om zoveel mogelijk matchen te bekijken, en Verhoost kent ook alle families van de spelers die naar hier zijn gekomen. Overal ga ik bij die mensen thuis. Als je die mensen kent, respecteer je ze en behandel je ze correct. Je bent blij als je ze gelukkig kunt maken. Daar ga je niet binnen met lege handen, je neemt altijd iets mee.

Een bos bloemen, voedselpakketten, autobanden, bouwmaterialen?

Verhoost: Veel, heel veel soms, en dat komt niet in de gazet, hé. Ik kan je dankbrieven tonen. Verhoost weet hoe de moeder en de vader van Bagura leven, en hoe die van Youla leven. Binnenkort ga ik weer naar Guinee. Stel dat ik hen dan geen goeiedag ga zeggen en ze te weten komen dat ik er geweest ben, dan zouden ze boos op mij zijn. De vader van Youla heeft twee vrouwen, en als ik er ben, gaat hij ze alletwee halen.

Pour monsieur Verhoost, le grand patron.

Verhoost: Jongen toch, het contact dat ik met die mensen heb, is mijn grootste plezier. Wat je voor die mensen doet, krijg je tien keer terug. Als ik daar aankom, moet ik mee-eten. Uit respect voor die mensen zal ik niet beschrijven in welke omstandigheden zij leven, maar ik zweer het je: zuiver uit respect voor hen doe je een inspanning om te eten wat ze je voorschotelen. Zie je dat een Belgische topmanager al doen? Ik zal eens cru zijn: zie je Michel Verschueren daar al rondlopen met een korte broek, een grote bril en een domme klak op zijn hoofd?

Eigenlijk niet, nee.

Verhoost: Het is het Koninklijk Paleis niet, ’t is Mathilde niet, hè. Ach, jongen, Lokeren heeft in Afrika een fantastische naam, bij de spelers én de familie. Vorige week nog gaf ik Olufade twee wintervesten waar ik ben uitgegroeid.

Het loont ook?

Verhoost: Zoundi testte twee keer in Anderlecht. Patrick Zoundi. Onthou die naam. 15 miljoen moest hij kosten – zijn landgenoot Traore kostte Anderlecht destijds 9 miljoen. Vijftien miljoen? Ik zeg tegen mezelf, trek het je allemaal niet aan, ga naar die ouders. Ik ben die moeder en die vader gaan opzoeken, en ze schonken mij hun vertrouwen. Zoundi ís hier. Vijftien miljoen? (Schiet in een lach) Ik betaal die ouders, begrijp je, niet allerhande figuren die er alleen maar op uit zijn om miljoenen te verdienen op de kap van die mensen. Tussen kerstdag en nieuwjaar kreeg ik telefoon van die moeder. Bescherm mijn zoon. Iedere dag bidt ze voor mij. Zelfs al heb je géén hart, dan nog zul je het vertrouwen van die mensen niet beschamen. Ik leef voor die mensen. Zelf kom ik ook uit een nest van twaalf, vergeet dat niet.

Op oefenkamp in Spanje verjaarde Olufade. 21 jaar. Ik zeg tegen de voorzitter: laten we het vieren met champagne voor heel de groep. Waarop iedereen : happy birthday to you! Hij weende, die jongen.

Tijdens de winterstop belde Youla mij iedere dag. Oudejaarsnacht belde de ene speler na de andere om mij een gelukkig nieuwjaar te wensen. Niet ’s ochtends, hé, maar kort na middernacht. Dat doet ook plezier. Ze weten dat ze op mij kunnen rekenen. Verhoost heeft een grote mond, maar een klein hartje. Iedereen die mij kent, weet dat de zwarten mijn lievelingen zijn.

Tussen kerst en nieuwjaar nam Verhoost drie spelers die niet naar hun land konden mee naar huis. Olufade, Zoundi en Maiga. Mijn vrouw heeft iedere dag voor hen gekookt, ze van ’s ochtends tot ’s avonds onderhouden. Verhoost is nooit met z’n eigen kinderen naar de indoorkermis in Kortrijk geweest, maar wel met die drie jongens. Zo’n kermis hadden ze nog nooit gezien. De eerste molen waar ze opkropen, zijn ze niet meer afgekomen. Tot ze een spel met een wijzer waar je ballen naar moet trappen in de gaten kregen. Honderd frank voor drie ballen. Eén keer volstond: elk een fles schuimwijn. Vraagt Olufade: wat is zo’n fles waard? Als het meer dan 100 frank is, zegt hij, kunnen we ze beter allemaal meepakken, dan verdienen we er nog wat aan. Denk vooral maar niet dat Afrikanen niet commercieel zijn aangelegd.

Met altijd wel een tiental Afrikanen samen, kunnen ze in Lokeren in hun eigen cultuur voortleven. Bemoeilijkt dat niet hun aanpassing aan professioneel voetbal en hun integratie in een maatschappij die volledig op concurrentie is gebaseerd?

Verhoost: Dat is zo, maar je mag niet vergeten dat ze allemaal Frans of Engels spreken. Je mag Afrikanen ook niet allemaal over dezelfde kam scheren. Uit Congo, Ivoorkust, Burkina Faso of Togo afkomstig, hebben ze elk hun specifieke cultuureigenschappen, verschillen zoals die er ook onder Europeanen, zelfs tussen een Belg en een Hollander zijn. Ik vind ook dat je hun cultuur moet respecteren. Als je ze helemaal wilt veranderen, laat je ze beter waar ze zijn. Uiteraard vergt het veel begeleiding, maar ik ben er dan ook alle dagen mee bezig. Als je er niet naar omkijkt, lukt het niet.

Is het niet beter als ze de hele dag op de club kunnen zijn?

Verhoost: Ja. Bij ons is dat nog niet zo, en dat is niet goed. In Afrika zijn ze van ’s morgens tot ’s avonds bezig met voetbal, wel niet zo intensief, maar toch. Een vrije dag, vrije namiddagen, dat kennen ze daar niet. Ik zag het programma van de nationale ploeg van Guinee: drie trainingen per dag. Bij ASEC Abidjan ook. We moeten er toe komen dat ze de hele dag op de club zijn, en dat ze altijd op de club eten ook. Want als ze niet op de club eten, eten ze niet. Ja, chips met cola.

‘Stappen’ doen ze alleen als het warm is; is het koud, dan slapen ze. Dat stappen valt wel mee, denk ik. Het probleem is dat er al snel illegalen een goeiedag komen zeggen én – laten we eerlijk zijn – dat ze allemaal meisjes hebben tot over hun oren. Ook voor Belgische vrouwen zijn ze om de een of andere reden blijkbaar goeie minnaars, ja (lacht). Je kent ze natuurlijk ook wel, je weet wie er intelligent is en wie minder, en daar hou je rekening mee. Maar jongens die rechtstreeks uit de brousse komen, die hebben we niet.

Als je ze jong hierheen haalt, tussen de leeftijd van 18 en 20 jaar, is een groot appartement of huis, met een kamer of zes, zeven en een conciërge wel het beste. Daar zijn we nu ook mee bezig.

Hoeveel ze ook verdienen, veel Afrikaanse voetballers komen altijd geld te kort, gaf de voorzitter al eens aan. Moet Lokeren hen niet leren budgetteren?

Verhoost: Dat doen we ook, maar je kunt er natuurlijk nooit Belgen van maken. Voor hen dient geld om te verteren. Charles Dago is een intellectueel – hij ging naar de universiteit – en zijn motto is: als er geen geld is, leven we toch; we hebben ons hele leven al geen geld gehad. Al zijn ze ook niet allemaal zo. Zéré is een van die anderen. Die is in Abidjan al eigenaar van een aantal appartementsblokken.

Het gebeurt dat ze bij mij komen: we hebben het moeilijk, heb je niet een beetje geld. Je geeft dan wat, en ’s anderendaags staan ze voor je met een nieuwe riem van Versace en een hemd van Armani. Dan zeg je: spaar toch een beetje, hoe is dat in godsnaam toch mogelijk. Ja maar, antwoorden ze dan, geld is toch niet gemaakt om te sparen, maar om uit te geven. Ze leven van dag tot dag, ze zeggen heel eenvoudig: als we geld hebben, verteren we het; hebben we er geen, dan verteren we niets, tot we er weer een beetje hebben.

Materiële luxe is voor hen natuurlijk ook een teken van welstand waar ze in Afrika veel aanzien mee verwerven. In het begin zijn ze tevreden met gewone dingen, maar dat verandert als ze drie maanden later bij Youla in Anderlecht zijn geweest. Dan hebben ze zijn appartement gezien, zijn gsm, zijn gouden ketting.

Wie tussen kerst en nieuwjaar naar zijn land vertrekt, gaat zich de dag ervoor in Brussel nieuwe kleren kopen. Zonder uitzondering. Een mooie riem, een mooie broek, gouden kettingen. Dan kunnen ze trots naar huis, waar ze als helden worden onthaald.

En al moesten ze er het eten voor uit hun mond sparen, als bewijs dat ze in Europa geslaagd zijn, sturen ze iedere maand geld op. Daarvoor zijn ze hier. Soms genieten daar veertig, vijftig mensen van; ik zou bijna zeggen een hele stam. Iedereen in hun familie is al wel een keer geholpen geweest door iemand – en dat wordt dan op die manier beloond. Daar kunnen we nog wat van leren, vind ik, want hier is het doorgaans ieder voor zich.

Wat is er geworden van de Afrikanen die het in Lokeren niet maakten?

Verhoost: Ha, noem ze een keer. Dat vind ik nu eens interessant.

Mamale, bijvoorbeeld.

Verhoost: Mamale?! Daar noem je er nu ook één. Die stuurden we weg. De beste speler van Afrika, beter dan Pélé vinden ze daar, maar een ramp in België. Tijdens een tactische bespreking ging die gewoon weg. Gaan plassen. Een andere keer haalde hij een hamburger en een cola uit zijn tas, en voor de wedstrijd plakte hij telkens tape op zijn achterhoofd. Een fantastische voetballer, in Afrika lopen de stadions voor hem vol en kan hij haast niet op straat komen, maar hier kun je er helemaal niks mee aanvangen. Hij is knettergek, bezeten van de duivel – voodoo, hekserij en zo, weet je wel.

Wat is er verder geworden van Moumoumio Quattara, Muzinga-Camille, Kimoto, Sam Aboua, Kidoda, Issankoy, Mutombo, Bamba en zo ?

Verhoost: Allemaal zijn ze goed terechtgekomen. Een paar in Turkije, één in China. Twee ook in onze tweede klasse, en kijk maandag maar in de krant: Issankoy in Strombeek en Bamba in Denderleeuw behoren iedere week bij de uitblinkers. Twijfel er niet aan dat deze jongens een mooie toekomst wacht. En Dago is vorige week met zeer veel goesting naar de Arabische Emiraten vertrokken.

Wacht eens: u haalt ze hierheen, biedt ze langdurige contracten aan en verkoopt ze voor ze transfervrij zijn aan een club naar uw keuze. Waar is na het Bosman-arrest dan het zelfbeschikkingsrecht van de speler?

Verhoost: Luister eens, wie om de een of andere reden niet in de ploeg staat, is ongelukkig en wil weg. Want wie hier niet speelt, komt ook niet meer in aanmerking voor de nationale ploeg – en aan selecties voor zijn land hecht een Afrikaan zeer veel belang. Zijn waarde daalt bovendien enzoverder.

Vergeet ook niet dat de mobiliteit van een Afrikaan veel groter is dan van een Belg. Stefaan Staelens moet ik niet vragen of hij naar China wil. Afrikanen gaan graag, eender waar naartoe, als ze maar goed geld kunnen verdienen om hun familie te onderhouden.

Haalt u toch niet een klein beetje te veel Afrikanen hierheen?

Verhoost: Het probleem is dat ik iedere keer weer betere kan halen. De kwaliteit verbetert almaar. Ik moet ook telkens andere halen. Als Youla naar Anderlecht vertrekt, zijn onze supporters boos, dus moet ik nieuwe klaar hebben staan. En waarom wou Youla absoluut naar Anderlecht? Omdat hij wist wat hij daar kon verdienen. Die mannen zijn lang niet van gisteren, hoor. Die internationals zijn zelfstandig, geëmancipeerd en weten zeer goed wat er te koop is.

Hoelang kunnen we Bangoura nog houden? Iedere week gaat hij erop vooruit. Dat wordt een hele grote, zo goed als Koller. Als er nog wat meer met Seyfo gewerkt wordt, is die straks zo goed als Vierra. Marcel Mbayo was vorige week in Congo-Ghana de beste man op het veld. Klein, maar een grote patron, en zeer slim, Marcelleke. We zullen sneller moeten verkopen dan we dachten, dus ook sneller voor vervangers moeten zorgen.

Neigt die hele constructie toch niet wat naar platte commercie?

Verhoost: Welnee, clubs én spelers worden er altijd beter van, dat moet je nu toch allang duidelijk zijn. Onze filosofie is gewoon: de ploeg sterker maken, de spelers opwaarderen en met de verkoop van jongens die om sportieve en/of financiële redenen niet meer te houden zijn ons exploitatietekort overbruggen. Zeg mij eens, welke voetbalclub probeert dat niet? Vergeet niet dat toen we Koller verkochten de voorzitter al 80 miljoen in Lokeren had gestoken. De kosten in en rond het stadion, gemaakt met het oog op een betere commerciële exploitatie, worden allemaal gedragen door de club, want de stad Lokeren beschikt ook niet over al te grote middelen.

Bij Lokeren zullen altijd vier, vijf Afrikanen in de ploeg staan, en reken voor A- en B-kern samen maar op een tiental. Georges Leekens heeft gelijk als hij zegt dat de stam van het elftal blank moet zijn, omdat daar toch wat meer discipline in zit, maar de takjes zullen altijd zwart zijn. Nooit zal Lokeren nog een blanke spits kopen. Behalve jongens die we zelf kunnen opleiden, zal er voor het aanvallende compartiment altijd op de zwarte markt rondgekeken worden. Onze bedoeling is ook om op korte termijn al een Europese trainer in FC Satellite te steken.

Ach, iedereen gaat naar Afrika. Ajax heeft er een school, Feyenoord ook, Engelse clubs proberen er samenwerkingsverbanden te sluiten, Duitse ploegen zoeken contacten. Trouwens, hoeveel kleurlingen spelen er niet bij de invallers van Anderlecht, en bij de beloften van Moeskroen? Dat is gewoon de evolutie. En: wat na de nieuwe transferreglementering waar de Europese Commissie op aanstuurt? Wat zodra zoals in België nergens nog een beperking op het aantal niet-Europeanen zal toegelaten zijn?

Wel wel, laat ze maar lachen met Verhoost (schudt ons de hand, betaalt de rekening en verlaat grinnikend het etablissement).

Christian Vandenabeele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content