Schot in de roos

ANTONIO PAPPANO schuwt geen enkel risico. © GF

In de liveopname van Willem Tell drijft Antonio Pappano de intensiteit tot het uiterste.

Het zou een vraag voor Canvascrack kunnen zijn: hoe eindigt de opera De stomme van Portici, waarvan een opvoering in De Munt in 1830 zogezegd de opstand en onafhankelijkheid van België inluidde. A) Wordt de heldin geëlektrocuteerd? B) Wordt ze door paarden vertrappeld? C) Springt ze in de uitbarstende Vesuvius? Het antwoord is C. En dát verhaal zou een revolutie veroorzaakt hebben? Nee, als het een opvoering van Rossini’s Willem Tell was geweest, dan was het allemaal perfect te verklaren.

Waarom doe ik zelfs de moeite om u ervan te overtuigen naar een drieënhalf uur durende opera te luisteren en niet alleen naar de beroemde ouverture? Omdat de muziek onwaarschijnlijk mooi is. Omdat ik kan garanderen dat u, als u zonder binnenwegen tot het einde luistert, een sensatie zult beleven die u niet gauw zult vergeten. En vanwege de uitvoering.

Om met dat laatste te beginnen: Het Orchestra e coro dell’academia nazionale di Santa Cecilia van Antonio Pappano is een van de boeiendste gezelschappen van het moment. Vooral in liveconcerten drijft Pappano de intensiteit tot het uiterste door een grote technische beheersing die geen enkel risico schuwt. En dit is een liveopname, zij het wel samengesteld uit zes verschillende concerten. Je moet een hart van steen en oren van lood hebben om je niet te laten meeslepen. Zijn versie van de ouverture is ijzersterk, dankzij een subliem volumespel en haarscherpe violen.

Willem Tell (hier in de originele Franse versie) is een lang, maar direct verhaal zonder al te veel filosofische beschouwingen of cryptische referenties. Tell redt een herder die een soldaat van Gesler (vertegenwoordiger van de gehate Habsburgers) heeft gedood die zijn dochter verkrachtte. De opstand in het land groeit, uiteindelijk wordt Tell gevangen en Gessler dwingt hem om de fameuze appel van het hoofd van zijn zoon te schieten. Tell slaagt en ontsnapt, het volk (gesymboliseerd door het opvallend aanwezig koor) verjaagt de bezetter en Tell doodt Gesler met een pijl. Doorheen dat verhaal loopt een romance tussen Arnold, wiens vader door soldaten werd vermoord, en Mathilde, een Habsburgse prinses die uiteindelijk de kant van de opstandelingen kiest.

Goed, af en toe zit er wat storend podium- en zaalgeluid in de opname. Malin Burström als Mathilde heeft een prachtstem maar een beperkte coloratuur, en haar dictie is zwak. Gesler (Carli Cigni) komt soms niet helemaal door en heeft een licht Italiaans accent. Maar dat heeft niets te betekenen, vergeleken bij – ik zeg maar wat – de dramatische koorscène aan het eind van het eerste bedrijf, het fenomenale duet tussen Mathilde en Arnold als ze elkaar hun liefde bekennen, de pijnlijk aangrijpende uiting van wraak door Arnold of het ongemeen intense slot. Topklasse.

ANTONIO PAPPANO, ORCHESTRA E CORO DELL’ACADEMIA NAZIONALE DI SANTA CECILIA, WILLIAM TELL, EMI CLASSICS.

Peter Vandeweerdt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content