Op 31 mei koos Montenegro een nieuw par- lement. In Kosovo gaan ondertussen zowel de gevechten als de onderhandelingen door. Manoeuvreert Milosevic zich in het nauw?

Begin mei verliet de CNN-cameraploeg Kosovo. Natuurlijk waren er nog dagelijks gevechten tussen het Kosovo Bevrijdingsleger (UCK) en de Servische politie, maar volgens de Amerikaanse journalisten was het “voorbij”.

De Amerikaanse gezanten Richard Holbrooke en Robert Gelbard hadden inmiddels hun pendeldiplomatie aangevat tussen de Servische hoofdstad Belgrado, de Kosovaarse hoofdstad Pristina en de Albanese tegenhanger Tirana. De gesprekken duurden drie dagen. Met de Joegoslavische president Slobodan Milosevic alleen al werd meer dan zeventien uur gepraat. Uit de bus kwam, tot algemene verrassing, dat Milosevic en de Kosovaarse leider Ibrahim Rugova elkaar officieel zouden ontmoeten op 15 mei. Daaruit concludeerde CNN dat een open oorlog in Kosovo vermeden was, en verloor de zender zijn belangstelling.

Op 15 mei gebeurde effectief wat voordien onmogelijk leek: Milosevic ontving de volksalbanese onderhandelaars onder leiding van Rugova in zijn officiële residentie, het Witte Paleis, vroeger eigendom van de koninklijke familie. Tv-beelden toonden een ontspannen groep en beide zijden bevestigden: de historische stap tussen Serviërs en Albanezen was vlot verlopen.

De Servische media gooiden daar nog een schepje bovenop: Milosevic had alweer gewonnen, niet alleen tegen Rugova, maar ook tegen de VS en heel Europa. Want op de ontmoetingen in Londen, Rome en Bonn had de Contactgroep voor ex-Joegoslavië – de VS, Rusland, Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk en Italië – aangedrongen op die onderhandelingen maar onder internationaal toezicht. De OVSE (Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) schoof zelfs al een kandidaat naar voren: de voormalige Spaanse premier Felipe Gonzalez, die in dienst van de OVSE Milosevic had kunnen overhalen om de resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen van 1996 te aanvaarden. Daarin verloor zijn partij vrijwel alle grote Servische steden.

Maar Milosevic zag geen brood in een nieuw ingrijpen van Gonzalez. Hij organiseerde een referendum in Servië en de overgrote meerderheid van de kiezers wees internationaal toezicht af. Daarop kondigde de Contactgroep begin mei nieuwe sancties af, en verbood buitenlandse investeringen in Servië en Montenegro, de twee republieken die de Federale Joegoslavische Republiek vormen. Dat moest Milosevic tot een keuze dwingen: meewerken of een economische chaos in Klein-Joegoslavië riskeren. Holbrooke en Gelbard hielpen daarbij een handje: Milosevic wilde wel een babbel met de persoonlijke afgezanten van de Amerikaanse president Bill Clinton. Plus: nu de Amerikanen betrokken waren, kon niemand zeggen dat er geen internationaal toezicht was. En kon Milosevic de toekomstige onderhandelingen tussen Serviërs en volksalbanezen rustig laten verlopen. Waarop de contactgroep bijeenkwam in Birmingham en weer investeringen toeliet.

WACHTEN TOT DE TIJD RIJP IS

Na die eerste ronde – en er komen er nog veel – poseerde Milosevic als de grote overwinnaar. Maar op lange termijn zal hij veel moeten toegeven. Gefluisterd wordt dat hij een akkoord sloot met Holbrooke om Kosovo een autonoom statuut te geven en dat de onderhandelingen zo lang gerekt zullen worden tot de tijd rijp is om dat ook mee te delen.

Na de eerste ontmoeting tussen Milosevic en Rugova nam het geweld in Kosovo af, al gingen de ongeregeldheden tussen Servische politie en UCK gewoon door.

De UCK begon als een groep van een paar honderd lichtbewapende mannen die wanhopig vochten voor de autonomie van Kosovo. Ondertussen is het tot een echt guerrillaleger aangezwollen, met zo’n paar duizend soldaten. Het smokkelt wapens binnen vanuit Albanië. De Albanese regering kan dat niet controleren, het Joegoslavische leger niet verhinderen. Elke dag wordt duidelijk hoe goed bewapend en getraind het UCK wel is.

De Contactgroep vraagt elke keer weer dat de Albanese leiders zich distantiëren van het UCK, maar daar is tot vandaag niets van gekomen. De Kosovaarse leiding veroordeelt alle geweld en terrorisme, maar vooral dat van de Servische politie. De UCK-leiders voelen zich nu zo sterk dat ze Rugova onder druk zetten en hem verwijten dat hij capituleerde voor Milosevic en het Servische regime.

Na de eerste ontmoeting tussen Milosevic en Rugova vroeg de leider van de volksalbanese sociaal-democraten, Luleta Pula Bequiri, om de politieke vleugel van het UCK bij de onderhandelingen te betrekken. De Servische autoriteiten van hun kant willen het UCK gewoon klein krijgen. Speciale politie-eenheden vallen de UCK-basissen aan en vernielen het netwerk. Waarnemers in Belgrado geloven dat de Contactgroep oogluikend laat begaan zolang de onderhandelingen doorgaan en zolang de Servische leiders bereid blijven om autonomie voor Kosovo te bespreken.

Natuurlijk is de ontmoeting tussen Milosevic en Rugova belangrijk. Voor het eerst gaven de Servische machthebbers openlijk toe dat er in Kosovo een probleem is waarover moet worden onderhandeld. Maar niemand verwacht snelle resultaten. Het beste scenario is dat de onderhandelingen het geweld in Kosovo blijvend verminderen én verhinderen dat ook het nabijgelegen Macedonië – waar nog meer volksalbanezen wonen dan in Servië – om onafhankelijkheid verzoekt.

DE HERVORMERS IN MONTENEGRO

Zo gauw Rugova het presidentiële paleis verlaten had, startte Milosevic een andere operatie op. Het kleine Montenegro moest – volgens hem – dringend tot de orde worden geroepen.

Twee weken voor de parlementsverkiezingen werd de federale premier Radoje Kontic gewipt na een motie van wantrouwen. Milosevic gaf daarover zijn zegen en stelde de Montenegrijn Momir Bulatovic als federaal premier aan. Dat is grondwettelijk correct. Als de president van klein-Joegoslavië een Serviër is, moet de premier uit Montenegro afstammen. Bulatovic is ex-president van Montenegro en leider van de grootste oppositiepartij daar.

Alles ging ineens bijzonder snel. Op maandag 25 mei duidde Milosevic de nieuwe premier aan. De woensdag daarop stelde Bulatovic zijn regering en regeringsprogramma voor in het parlement.

Officieel leidt de federale premier de republiek. De president vervult een louter protocollaire functie. Zo heeft Milosevic het uiteraard niet begrepen; hij wil zichzelf graag veel meer macht toekennen. Het is overduidelijk dat hij met Bulatovic iemand binnenhaalde, die graag een handje toesteekt om de partij van de Montenegrijnse president Milo Djukanovic van de verkiezingsoverwinning en dus van hervormingen af te houden.

Bulatovic verklaarde openlijk dat zijn regeringsprogramma is bedoeld om de Montenegrijnse hervormers te bevechten. De premier beschuldigde hen van zakelijk gesjoemel en van intimidatie van de kiezers. Hij gelooft dat hij kan winnen als hij de veiligheidstroepen centraliseert en de media in toom houdt. Daarmee kan hij inderdaad de partij van Djukanovic onder druk zetten, maar gezien de verkiezingen op 31 mei doorgingen, zat Bulatovic wel zeer krap in de tijd om Djukanovic helemaal weg te vegen.

Milosevic maakte zich dus grote zorgen over een mogelijke verkiezingswinst van Djukanovic. Bij een meerderheid kan diens partij, samen met de Servische oppositie in het parlement, voldoende druk uitoefenen om vervroegde federale verkiezingen te organiseren. En dan moet Milosevic nog bewijzen dat hij opnieuw president kan worden.

Kortom, voor de allereerste keer werd de schier onbeperkte macht van Milosevic de afgelopen weken wezenlijk bedreigd. Het wegsturen van een federale premier was dan ook maar de eerste stap van de president om aan de macht te blijven.

Aan het vertrek van Kontic waren ook nadelen verbonden. De stemming verliep namelijk onwettig. De afgevaardigden van Montenegro die door hun republiek waren gedesavoueerd, mochten meestemmen. En dus weigerde het Montenegrijnse parlement, waar Djukanovic en zijn coalitie in de meerderheid zijn, om de beslissing van het federale parlement te erkennen. Ze noemen het wegsturen van Kontic ongeldig, bijgevolg accepteren ze het gezag van de nieuwe regering en premier niet. Dat zal Milosevic niet tegenhouden om de federale regering (en de noodtoestand, als dat nodig is) te gebruiken om controle te krijgen over Montenegro.

In Belgrado doet het verhaal de ronde dat Milosevic binnenkort ook de stafchef van het Joegoslavische leger, generaal Momcilo Perisic, wil vervangen. Met het leger aan zijn kant, kan Milosevic mogelijke politieke moeilijkheden in Montenegro wel aan.

In Kosovo knallen de geweren ondertussen nog elke dag. Toch ziet het ernaar uit dat de toestand in Montenegro nu gevaarlijker is. Door de gesprekken tussen Serviërs en volksalbanezen werd de lont uit het kruitvat Kosovo gehaald. Met Montenegro wordt niet onderhandeld. Milosevic zal nooit onderhandelen over een beperking van zijn eigen macht. Niet met de Amerikanen. En zeker niet met zijn politieke tegenstanders in Montenegro. Misschien moet de cameraploeg van CNN straks nog op haar stappen terugkeren.

Branislav Milosevic

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content