Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

In Untitled laat performancekunstenaar Sarah Vanhee mensen vertellen over hun dierbaarste kunstobject.

Vanaf volgende week bezet het Kunstenfestivaldesarts een maand lang Brussel met indrukwekkende internationale voorstellingen in al even indrukwekkende theaterzalen. Enkele kunstenaars gaan ook de straat op. Zoals performancekunstenaar Sarah Vanhee. Zij trekt met haar voorstelling – wandeling is eigenlijk een beter woord – Untitled naar inkomhalletjes, huiskamers, badkamers, keukens en zelfs toiletten in Vorst.

Wat hebt u daar te zoeken, mevrouw Vanhee?

SARAH VANHEE: Kunst! Of beter: mensen die op de een of andere manier van kunst houden. Het idee ontstond door na te denken over de relatie tussen kunst en theorie én het feit dat kunst door veel mensen nog als elitair wordt beschouwd. Ik woonde toen in Nederland waar ik de zin ‘kunst is een linkse hobby’ hoorde. Dus ontwikkelde ik dit project waarin mensen vertellen in hun eigen woorden over wat een object voor hen tot kunst maakt.

Wie zijn die mensen?

VANHEE: Gewone buurtbewoners van Wiels (Centrum voor hedendaagse kunst in Vorst, nvdr). Met brieven, posters en zelfs van deur tot deur maakten we zo veel mogelijk buren warm om te vertellen over hun dierbaarste kunstobject. Dat kon echt alles zijn. Zelfs hun lichaam. De enige voorwaarde was dat men zelf geen kunstenaar is.

En, topwerken ontdekt?

VANHEE: Voorlopig niet. De bedoeling is ook niet dat we kunstschatten vinden, wel dat we mensen aan het woord laten over wat voor hen kunst is. Door hun persoonlijk verhaal krijg je waardering voor het kunstwerk dat ze hebben gekozen. Ik selecteerde zestien gezinnen en interviewde hen over hun kunstwerk. Dat interview was een soort ‘repetitie’, want ik schreef voor niemand een monoloog uit, regisseer niets en breng geen wijzigingen in de woningen aan.

Wat doet u dan wel?

VANHEE: Ik zorg dat er een ontmoeting tussen mensen plaatsvindt. De gezinnen ontvangen telkens drie of vier personen die van huis naar huis wandelen. Door die kleinschaligheid kan er iets moois gebeuren tussen de soep, de patatten en de wasmanden vol strijk. De toeschouwers moeten het veilige kader van het kunstinstituut – een museum of een theaterzaal – verlaten waar een vreemd ons-kent-onsgevoel heerst. Dus nodig ik hen uit om in huizen binnen te gaan en er een andere manier van leven te ervaren. Ze gaan bij de buren op bezoek en babbelen er over kunst en daardoor misschien over het leven.

Van welke babbel bent u het meest onder de indruk?

VANHEE: Een van de ontroerendste verhalen hoorde ik in een gezin dat bestaat uit een Marokkaanse man en een Franse vrouw. Ze wonen nog maar net samen en houden elk van een ander soort werk. De man houdt van ambachtelijke werken die hij op de rommelmarkt vindt terwijl zijn vrouw van meer traditionele schilderkunst houdt. Terwijl ze elk vertellen over hun favo- riete werkje hoor je hoe ze hun best doen om in hun compleet tegenovergestelde smaken toch overeenkomsten te vinden. Is er een mooier voorbeeld van hoe kunst mensen kan verenigen?

www.kfda.be, www.sarahvanhee.com

Els Van Steenberghe

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content