De G20 is het er alsnog niet over eens. Wat heeft de wereldeconomie eerst nodig: meer geld of meer regels?

In de eerste week van april gaat de internationale politiek in overdrive. Barack Obama maakt van zijn eerste bezoek aan Europa als president van de Verenigde Staten gebruik om in vier dagen tijd present te geven op drie topconferenties. Eerst vergaderen de staats- en regeringsleiders van de zogenaamde G20 in Londen. Vervolgens reist een aantal van die leiders naar Frankrijk en Duitsland voor de 60e verjaardag van de NAVO. Obama besluit de werkweek in Praag, met een ontmoeting met de leiders van de Europese Unie.

Van al dat plechtige gebabbel verdient vooral de G20 aandacht. Die brengt de traditionele club van de rijkste industrielanden samen met opkomende economische grootmachten zoals China, India, Brazilië en Zuid-Afrika. Die ‘nieuwe’ landen willen al langer meer inspraak in de financiële en economische gang van zaken in de wereld. De bijeenkomst van de G20 eind vorig jaar in Washington leverde niet veel meer op dan enkele welwillende intentieverklaringen. Dit keer is het menens. De top in Londen moet niet alleen een remedie vinden om de wereldeconomie uit het slop te trekken. De ambitie is om tegelijk nieuwe regels vast te leggen voor een betere internationale financiële samenwerking, en om de werking van banken transparanter te maken. Het bankgeheim ligt op het kapblok.

Om de zware agenda voor de leiders verteerbaar te maken, hielden de ministers van Financiën van de betrokken landen eind vorige week een voorbereidende vergadering. De Britten willen noch min noch meer een nieuw Bretton Woods, naar de plek in de VS waar in 1944 afspraken werden gemaakt over de oprichting van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank en de invoering van de goudstandaard. Premier Gordon Brown kan een opsteker gebruiken, in het vooruitzicht van de parlementsverkiezingen volgend jaar.

Of dat succes hem gegund is, blijft onzeker. De Britse minister van Financiën, Alistair, Darling zag lichtpunten, maar voor de vergadering lagen de standpunten mijlenver uiteen. De Amerikanen vragen dat de Europeanen hun relanceplan volgen: ze willen de economie laten aanslaan met veel brandstof voor de publieke sector. Nicolas Sarkozy en Angela Merkel werden het er samen over eens dat ze al genoeg hebben gegeven. Ze leggen de nadruk op nieuwe regels, die dergelijke crisissen in de toekomst moeten voorkomen. Zoals dat gaat, zijn de Amerikanen er beducht voor dat te veel nieuwe regels hun vrijheid van handelen beperken.

Daarmee loopt de trans-Atlantische waterscheiding merkwaardig genoeg langs dezelfde grens als ten tijde van de oorlog in Irak. Met Washington en Londen in het ene en Parijs en Berlijn in het andere kamp. Het is voor de eurolanden ook niet eenvoudig. De Europese Centrale Bank bepaalt wel de monetaire politiek van de eurozone, maar de fiscale politiek en het begrotingsbeleid blijven het voorrecht van de nationale regeringen. Daarom komt ook deze G20 alsnog niet veel verder dan wat meer middelen voor de oorlogskas van het IMF en enkele afspraken over protectionisme. Als het er echt op aankomt, blijft het hemd altijd nader dan de rok.

door Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content