De parlementsverkiezingen in juni zijn ongrondwettig. Maar de nieuwe leden van Kamer en Senaat zullen zonder verpinken beslissen dat ze geldig zijn. Politici als rechter en partij dus.

De regering-Leterme II is gevallen over de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (B-H-V). Die splitsing had een mouw moeten passen aan het arrest van mei 2003 van het Grondwettelijk Hof over de paars-groene verkiezingswet die in december 2002 overal provinciale kieskringen invoerde, behalve in Vlaams-Brabant. Daardoor stoomt het land nu op naar ongrondwettige verkiezingen in juni. Dat hebben ook Marc Bossuyt en Paul Martens als voorzitters van het Grondwettelijk Hof al meermaals verklaard. Maar die autoriteit lijkt de meeste politici en partijen, die zich al voluit in de lijstvorming en de campagne hebben gestort, niet te deren. ‘Beter ongrondwettige verkiezingen dan geen verkiezingen’, luidt het.

‘Zodra het parlement ontbonden is, moeten er binnen de 40 dagen verkiezingen georganiseerd worden. De artikelen 46 en 195 van de grondwet laten geen andere opties. Ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mensen (EVRM) zegt dat in de lidstaten van de Raad van Europa met redelijke tussenpozen vrije verkiezingen zullen worden gehouden’, zegt professor staatsrecht Hendrik Vuye (Universiteit Namen).

‘Dat mag dan zo zijn, maar er is een verschil tussen mogen en kunnen’, reageert advocaat en professor Matthias Storme (K.U.Leuven). ‘De gang van zaken rond het ontslag van de regering illustreert hoe scheefgegroeid onze parlementaire democratie is. Als een regering valt, hoeft het parlement helemaal niet ontbonden te worden. Als dat deze week gebeurt door de stemming over een verklaring tot grondwetherziening, is dat een ongrondwettige beslissing. Waarom? Omdat B-H-V moet opgelost worden alvorens nieuwe verkiezingen te houden. Door het parlement nu te ontbinden zonder het arrest van het Grondwettelijk Hof te volgen, wordt de grondwet ontdoken.’

Baron Von Münchhausen

Ondanks het arrest van het Grondwettelijk Hof van 2003 zullen de verkiezingen in juni toch verlopen op basis van de kieswet van 2002. Die heeft nog steeds rechtskracht. Hugo Vandenberghe, aftredend CD&V-senator en emeritus hoogleraar recht (K.U.Leuven): ‘Om dit te be-grijpen, moeten we terug naar die perio-de. Ik heb toen met een kort geding gedreigd om paars-groen te dwingen tot de publicatie van de wet in het Staatsblad, om ze vervolgens samen met anderen te kunnen aanvechten voor het Grondwettelijk Hof. Voor de verkiezingen van mei 2003 heeft dat hof eerst een hybride regeling voor Vlaams-Brabant – met het samentellen van de stemmen van de Nederlandstalige kiezers in B-H-V en Leuven – geschorst. Daardoor bleven daar de arrondissementele kieskringen bestaan. Goed twee weken na die verkiezingen heeft het Grondwettelijk Hof dan ten gronde gezegd dat het samengaan van de nieuwe kiesregels met het oude systeem in Vlaams-Brabant een schending van het gelijkheidsbeginsel vormt en dus ongrondwettig is. Tegelijk stelde het hof dat die situatie moest worden rechtgezet tegen het tijdstip van nieuwe parlementsverkiezingen in juni 2007.’

Storme: ‘Een uitspraak die de hele kieswet had vernietigd, zou de verkiezingen van 2003 meteen ongeldig gemaakt hebben. Die chaos heeft men willen vermijden. Het gevolg van het niet doorhakken van de B-H-V-knoop sindsdien is dat de komende stembusslag overal grondwettig zal zijn behalve in B-H-V, want het handhaven van die kieskring is in mei 2003 door het Grondwettelijk Hof omschreven als eenzijdig discriminerend.’

‘De uitspraak van het Grondwettelijk Hof was een politiek compromis’, zegt Vuye, die zeven jaar later nog andere kritische kanttekeningen maakt. ‘Een uitspraak van dat hof moet voor rechtszekerheid zorgen, maar door de verwerping van de kiesregeling voor Vlaams-Brabant te spreiden in de tijd is het tegendeel gebeurd. In feite is dit erg cynisch. Het Grondwettelijk Hof moet bijdragen tot een pacificatie in ons land. Maar door het arrest van 2003 heeft het net een bom onder België gelegd.’

De nieuwe parlementsverkiezingen in juni mogen dan al ongrondwettig zijn – die situatie zal uitmonden in boycotacties van de burgemeesters in de Vlaamse Rand en betwistingen bij kiesbureaus en rechtbanken – dat staat hun geldigverklaring nadien niet in de weg. Vuye: ‘Alleen Kamer en Senaat oordelen volgens artikel 48 van de grondwet over de geloofsbrieven van de gekozenen om na te gaan of ze voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden. Door die geloofsbrieven te aanvaarden, worden de verkiezingen zelf geldig verklaard. Daar bestaat geen rechtsmiddel tegen. Vaste rechtspraak van de Raad van State, het Hof van Cassatie en het Grondwettelijk Hof is ter zake duidelijk. Ze spreken zich niet uit over de regelmatigheid van verkiezingen. Overigens hebben we niet voor het eerst ongrondwettige verkiezingen. In 1919 werd het algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen toegepast, terwijl in de grondwet nog sprake was van meervoudig stemrecht. Pas in 1921 heeft het parlement dat rechtgezet.’

Storme: ‘Dit doet in elk geval sterk denken aan het verhaal van baron Von Münchhausen, die aan zijn eigen haren trok om zichzelf met zijn paard uit een moeras te redden. Op die manier wordt een fundamenteel rechtsprincipe geschonden dat niemand tegelijk rechter en partij kan zijn.’

Een wiel af

Dat laatste wordt bevestigd door een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in maart dit jaar over een klacht van Mircea Grosaru, een lid van de Italiaanse minderheid in Roemenië. Grosaru nam in november 2000 deel aan parlementsverkiezingen. Hij haalde genoeg stemmen, maar zijn mandaat werd door een nationale verkiezingscommissie van magistraten en partijvertegenwoordigers aan een andere kandidaat van de Italiaanse minderheid toegewezen.

Omdat hij tegen die beslissing in Roemenië geen (juridisch) verweer meer had, trok Grosaru naar Straatsburg en daar kreeg hij gelijk van het EHRM. Dat oordeelde dat de Roemeense staat zowel het recht op een effectief rechtsmiddel (artikel 13 van het EHRM) als een artikel over vrije verkiezingen uit een aanvullend protocol bij dat verdrag geschonden had. Het EHRM steunde ook op het werk van de zogenaamde Commissie van Venetië, waaruit blijkt dat van de 47 landen van de Raad van Europa alleen Italië, Luxemburg en België nog geen rechterlijke controle op de geldigheid van een verkiezingsuitslag kennen.

Het EHRM laat aan de Europese landen weliswaar veel ruimte om de regelmatigheid van verkiezingen te controleren, maar heeft het Grosaru-arrest mogelijk gevolgen voor ons land? Vuye: ‘Het EHRM heeft in de zaak Grosaru twee punten in rekening gebracht: de onduidelijke kieswetgeving in Roemenië in 2000 en de partijdige samenstelling van de verkiezingscommissie. Het heeft vastgesteld dat de rechten van Grosaru geschonden waren en hem een schadevergoeding toegekend, maar zonder zich uit te spreken over de geldigheid van de Roemeense verkiezingen en dus zonder te zeggen dat Grosaru zijn mandaat moest krijgen.’

‘Het arrest van het EHRM heeft geen automatische gevolgen voor België. Persoonlijk volg ik trouwens de benadering van het Duitse Grondwettelijk Hof, dat de Duitse grondwet laat voorgaan op het Europees recht. Maar dat het EHRM, zoals sommigen beweren, niets zou zeggen over België en dat het Grosaru-arrest dus helemaal niet van toepassing zou zijn op ons land, is niet juist’, zegt Storme. Hij is op dit ogenblik ook advocaat van een vijftal mensen die met soortgelijke grieven als Grosaru naar het EHRM zijn gestapt na een veroordeling omdat ze in 2007 door het uitblijven van de splitsing van B-H-V weigerden te zetelen in een stem- of telbureau. ‘Als het EHRM met een arrest van gelijke teneur komt, moet ons land de grondwet aanpassen. Doet het dat niet, dan moeten we niet langer hypocriet zijn en opstappen als lid van de Raad van Europa.’

Voor Vandenberghe primeert het Europees recht op de Belgische grondwet. ‘Met die grondwet wordt Belgische roulette gespeeld. In zijn Russische variant heb je tenminste nog een kans om te overleven, bij ons is het een aanwijzing voor het verval van de politieke cultuur. Op een of andere dag loopt er institutioneel echt een wiel af. Door een arrest van het EHRM, dat de strekking van het Grosaru-dossier zou volgen, kunnen we in een situatie belanden dat alle wetten van een ongrondwettig samengesteld parlement ongeldig zijn.’

Zo ver wil Vuye niet gaan: ‘Door een wet mee te ondertekenen en af te kondigen, bevestigt de koning de authenticiteit van die wet. Hij zal daarbij steunen op het feit dat het parlement zijn eigen rechtsgeldige samenstelling heeft goedgekeurd en dat het Grondwettelijk Hof zich niet bevoegd acht om dit te controleren en evenmin om de totstandkoming van een wet te boordelen.’

Ook Storme vindt de redenering van Vandenberghe te zwart-wit, maar verbindt er wel een politieke conclusie aan.’N-VA-voorzitter Bart De Wever heeft gezegd dat Vlaanderen zich eigenlijk niet meer hoeft te houden aan de grondwet, als de komende ongrondwettige verkiezingen leiden tot een parlement dat niet legitiem is samengesteld. Op dat ogenblik heeft het Vlaams Parlement wel nog legitimiteit en het federale niet meer. Maar dan zitten we uiteraard helemaal in een revolutionair klimaat.’

DOOR PATRICK MARTENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content