Na twee maanden afwezigheid wegens ziekte leek Bert Anciaux politiek op zijn retour. Zijn populariteit was in vrije val. Vrijdag nam hij echter gezwind de hoogste horde van zijn ministerschap: hij vond miljoenen voor de kunstensector. Hoe speelde hij dat klaar?

Cultuurminister Bert Anciaux stond verrassend scherp toen hij vrijdagnamiddag de pers te woord stond op zijn spatieuze kabinet in de Brusselse Arenbergstraat. Hij wíst dan ook dat hij ging scoren zoals vanouds. Onder Leterme I leek hij die luxe niet te hebben. Of toch? ‘Ik ben een gelukkig man’, zei hij. ‘Ik heb mijn collega’s in de Vlaamse regering overtuigd om 10 miljoen extra in de kunstensector te pompen.’

Dat geld (samen met nog 6 miljoen interne verschuivingen op zijn eigen budget) was nodig om het gloednieuwe kunstendecreet te kunnen uitvoeren. De sector verwachtte daar enorm veel van: er kwamen maar liefst 313 aanvragen binnen, met een totaal prijskaartje van 161 miljoen euro. De beoordelingscommissies scheidden het kaf van het koren, maar hielden toch nog voor zo’n 112 miljoen euro over. Het leek nog steeds een mission impossible, aangezien het kunstenbudget slechts 88 miljoen euro bedroeg. Bij de start van de onderhandelingen over de meerjarenbegroting kreeg Anciaux te horen dat er voor cultuur een stijging van… 0 euro voorzien was tot 2008. En toch sleepte hij uiteindelijk 12 procent meer uit de brand. Ruim 180 organisaties en instellingen kunnen ermee worden gefinancierd en dan is er nog 4,3 miljoen euro over in de projectenpot. Bovendien bereikte hij een akkoord over extra geld voor het lokale cultuurbeleid, het socioculturele werk en een paar infrastructuurdossiers (het Museum aan de Stroom in Antwerpen, bijvoorbeeld).

Toen de persconferentie vrijdag naar haar einde liep, schoof Anciauxs kabinetschef Stefaan De Ruyck hem een briefje toe. Met een brede, triomfantelijke glimlach kondigde Anciaux zo plechtig als mogelijk aan dat ‘de Vlaamse Gemeenschap eigenaar geworden is van de Provo Car van Panamarenko’. De kers op de taart: een stroman had op een Londense veiling 200.000 euro geboden en het kunstwerk in Vlaanderen weten te houden. Een zuiver symbooldossier (Vlaanderen heeft ruim voldoende Panamarenko’s in openbaar bezit), maar wel een doelkans die Anciaux niet kon laten liggen. Genieten! De desastreuze peilingen waarin hij uit de top-20 was gedonderd, en zijn partij verschrompelde tot een statistische anomalie, waren in een klap vergeten.

Hoe doet hij het?

Die vraag brandde op de lippen van alle aanwezigen.

Anciaux (45) heeft bij velen het imago van een naïeve, wispelturige, manisch-depressieve emopoliticus. In feite is hij een van de meest ervaren én gehaaide onderhandelaars in de Wetstraat. Hij mag zich dan koesteren in een jongensachtig imago, hij draait al wel sinds 1992 mee op het hoogste niveau, toen hij voorzitter werd van de Volksunie.

Anciaux speelde het de laatste weken opnieuw erg slim. Van op zijn ziekbed (hij was ruim twee maanden buiten strijd met een hardnekkig cytomegalievirus) bewerkte hij zijn collega’s per telefoon. Ondertussen liet hij zijn kabinet een doemscenario opstellen: zonder extra geld konden er geen extra kunstorganisaties worden erkend, en moesten er zelfs meer dan 30 worden geschrapt. Naar verluidt had Anciaux de bedreigde gezelschappen zo gekozen dat ze geo-grafisch ‘gevoelig’ gespreid waren. Met de gemeenteraadsverkiezingen voor de deur zou dat overal in Vlaanderen gemor veroorzaken. Weinig politici dromen van een verkiezingscampagne die doorkruist wordt door hysterische petities van acteurs, intendanten, theaterdirecteurs of orkestleiders tegen de ‘cultuurbarbaren’ van de Wetstraat. De kunstensector is mondig en zeer bedreven in het opwekken van morele verontwaardiging bij het zichzelf weldenkend noemende deel van Vlaanderen. Het is een vorm van extraparlementaire oppositie die kandidaat-burgemeesters kunnen missen als kiespijn. Zelf wuift hij die analyse weg: ‘Ik ken weinig politici die zich profileren op cultuur’, bromt hij. Toch lijkt het – omgekeerd – weinig waarschijnlijk dat bijvoorbeeld Stefaan De Clerck of Patrick Janssens niet zullen proberen de extra kunstenmiljoenen niet electoraal te verzilveren.

Anciauxs collega’s draaiden uiteindelijk bij. Hier en daar waren er nog persoonlijke desiderata (zo wou Frank Vandenbroucke naar verluidt dat het Leuvense kunstencentrum STUK even veel zou krijgen als het Brusselse Kaaitheater), maar vrijdagochtend was de kogel door de kerk.

Toch verklaart deze uitgekiende onderhandelingstactiek niet helemaal waarom Anciaux zo veel geld kon loskrijgen van zijn collega’s terwijl er eigenlijk geen geld is. Om dat goed in te schatten, moeten we terug naar 11 juni en zijn opmerkelijke comebackinterview in De Morgen. Daarin verklaart hij Paars klinisch dood en belijdt hij openlijk zijn liefde voor CD&V. ‘Ik zie een positieve evolutie bij CD&V.’ Hij pleit zelfs voor een federale coalitie met CD&V in 2007, als de VLD verder gaat op de (ultra)liberale weg.

In Knack van vorige week wijst Spirit-voorzitter Geert Lambert zijn minister terecht: ‘Ik eis van Bert Anciaux dat hij zijn job doet in de Vlaamse regering.’ Versta: hou u met Leterme I bezig en niet met Verhofstadt II. Hij herinnert Anciaux er ook aan dat Spirit een links-liberale partij is, goed wetende dat Anciaux met de dag meer moeite heeft met het woord ná dat koppelteken.

De berisping maakt weinig indruk. Daags nadien publiceert Anciaux voor het eerst sinds 17 mei opnieuw een bericht op zijn weblog. ‘Zijn’ Spirit mag dan al met scherp geschoten hebben op de homoadoptie-bocht van CD&V, Anciaux looft doodleuk ‘de moed’ van Jo Vandeurzen in dit dossier. En passant laat hij collega Inge Vervotte (CD&V) delen in de glorie, wanneer hij aankondigt dat jeugd- en sportkampen voort-aan fiscaal aftrekbaar zijn. Dit allemaal daags voor de cruciale onderhandelingen in de schoot van de Vlaamse regering.

‘Ik heb een uitstekende relatie met Yves Leterme’, zegt Anciaux. ‘We kunnen zeer goed met elkaar opschieten en op de ministerraad zitten we vaak samen te lachen.’

De cynische uitleg voor die toenadering is de volgende: Leterme is blij dat Spirit op federaal niveau het voorakkoord over Brussel-Halle-Vilvoorde heeft afgeschoten. Zijn kartel met de N-VA zou ongetwijfeld zwaar onder druk zijn gekomen als er toch een halfbakken splitsingsakkoord was goedgekeurd. Anciaux wil daar niet van horen. ‘Als je zo redeneert, word je gek in de Wetstraat. Ik ga ervan uit dat Leterme vriendelijk is omdat hij mij waardeert en vertrouwt.’

Systeem-Vanoudenhoven

Of het vooral het charmeoffensief van Anciaux naar Leterme is geweest dat de kunstenjackpot heeft doen rinkelen is plausibel, maar kan niet spijkerhard bewezen worden. De aanpak is wel typisch voor de manier waarop Anciaux aan politiek doet.

Anciaux is de Rob Vanoudenhoven van de Wetstraat. Showpresentator Vanoudenhoven is een product van de VRT-stal en een openbare-omroepman in hart en nieren. Hij was lange tijd goeie maatjes met zowel Wouter Vandenhaute (Woestijnvis) als met VRT-strateeg Aimé Van Hecke. Tot hij niet meer mag meespelen en van het scherm dreigt te verdwijnen. Dan laat hij zich uitlenen aan een ander productiehuis om toch nog op het scherm te kunnen blijven, waarna hij overstapt naar VTM. Alle liefdesverklaringen aan de VRT en Woestijnvis zijn vergeten, evenals de herhaalde sneren richting Vilvoorde. Maar zijn carrière is gered. Hij blijft een vedette.

Of nog een metafoor. Anciaux is een spits die graag scoort. Maar om te scoren moet je in de ploeg staan en dat kan alleen als je kopjes geeft aan de trainer. Voor Anciaux is dat zelfs bittere noodzaak, want hij heeft geen machtige partij achter zich die kan dienen als hefboom.

Deze Vanoudenhoven-strategie gaat terug tot 1991. Toen was Anciaux schepen in Brussel, en werkte hij voorbeeldig samen met… Paul Vanden Boeynants. Sinds 1996 is er echt sprake van een systeem. Anciaux had de Volksunie een jaar voordien bijna eigenhandig uit het moeras getrokken, maar toch besefte hij dat zijn partij op sterven na dood was. De zaak-Dutroux en de totale ontreddering die daarop volgde, sloegen al zijn zekerheden aan diggelen. Anciaux geloofde niet meer in partijen, wel in netwerken, in bewegingen en in allianties. De Zaal F-gesprekken met Johan Van Hecke, Guy Verhofstadt en Jos Geysels mislukken en in 1998 sticht Anciaux ID21. Hij geeft zichzelf negen maanden tijd om met de VLD en Agalev een stembusakkoord te sluiten. Dat mislukt. Opvallend is de afkeer die Anciaux dan koestert voor de CVP van Jean-Luc Dehaene en vooral voor de door Agusta besmeurde SP. Louis Tobback krijgt zelfs de koosnaam ‘Stalinosaurus rex’. Anciauxs discours uit die periode sluit naadloos aan bij dat van de ‘Burgermanifesten’ van Verhofstadt.

‘De macht van de belangengroepen neemt stilletjes toe via de sluipweg van het lobbywerk.’Dit schreef Bert Anciaux in Kinderen van de hoop in 1997.

Postideologisch netwerk

Na de dioxinecrisis rolt Anciaux in een paars-groene regering. Zijn liefde voor Patrick Dewael is haast aandoenlijk. In maart 2002 spreken ze in een dubbelinterview zelfs van een openlijk stembusakkoord voor 2004. En dan, twee maanden later, op 14 mei, verklaart hij plots de liefde aan de SP.A. De historische breuk tussen het socialisme en het Vlaams-nationalisme is hersteld, klinkt het ronkend. De rest is geschiedenis: een kartel met de SP.A, een klinkende verkiezingsoverwinning in 2003, en een federale ministerportefeuille. De keuze van Anciaux voor de SP.A is vooral een keuze voor zielsverwant Steve Stevaert. Beiden behoren tot hetzelfde politieke ras: ogenschijnlijk trouw aan de partij en de ideologie, maar in de realiteit ongeleide projectielen die perfect passen in wat Vincent Van Quickenborne in 1998 al het ‘postideologisch netwerkmodel’ noemde.

Nu Steve Stevaert zichzelf begraven heeft in Limburg wordt het riskant voor Anciaux. De toekomst van de SP.A is onzeker en zijn Spirit dreigt bij de gemeenteraadsverkiezingen met lege handen achter te blijven. De nieuwe kieswet is nadelig voor kleine kartelpartners omdat er geen verkiesbare plaatsen meer kunnen worden gegarandeerd. De vraag is of het kartel standhoudt tot de volgende federale verkiezingen van 2007. Om alle kansen gaaf te houden zoekt Anciaux blijkbaar opnieuw toenadering tot de voorman van de sterkst groeiende politieke formatie. Anno 1999 was dat Verhofstadt, in 2003 Stevaert, en nu is dat Leterme.

Anciaux werpt op dat hij vroeger ook al affiniteiten had met de christen-democratie. Zo kon hij zich wel vinden in de breuklijn die Johan Van Hecke destijds ontwaarde in de politiek: enerzijds de partijen die het materiële verdedigen (VLD en SP) en anderzijds de partijen die het immateriële belangrijk vinden (CVP, Agalev en Volksunie). Vrijdag wees Anciaux zijn kartelgenoot en collega-minister Frank Vandenbroucke terecht in termen die aan die oude dichotomie doen denken: ‘We moeten het totaalverhaal van de Vlaamse regering in het oog houden. Dat is niet alleen een verhaal van investeren in het sociaal-economische, maar ook investeren in de levende, creatieve samenleving.’ Vandenbroucke had diezelfde ochtend de budgettaire meevaller opgeëist voor onderwijs en werk.

De steeds wisselende buddy’s van Anciaux mogen hem dan wel maximaal politiek rendement opleveren (‘Er zijn weinig politici die al zo lang meedraaien als ik’, zegt hij), ze zijn levensgevaarlijk voor zijn eigen partij. Toen Anciaux in 2003 zijn locomotief aan de denderende Stevaert-trein haakte, leidde dat tot de leegloop van het kersverse Spirit. ‘We moeten hem voortdurend intomen en diets maken dat wij niet elke keer van de ene trein op de andere willen springen’, verzucht een Spirit-parlementslid. ‘Ik besef dat ik voorzichtig moet blijven met mijn liefdesverklaringen aan politieke vrienden’, bloost Anciaux. ‘Maar ik heb maar één levensverzekering: mijn populariteit. Bij de kiezer én bij mijn politieke vrienden.’

Door Karl van den Broeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content