door Dirk Holemans

Toen begin deze eeuw de partij van Pim Fortuyn als bij donderslag 26 Kamerzetels behaalde, stond Nederland op zijn kop. Nog nooit had een partij uit het niets zo’n electoraal succes geboekt. Nochtans had eerder onderzoek aangetoond dat de Nederlanders tevreden mensen waren. Op basis waarvan kon een populistische partij zulke hoge ogen gooien? In analyses kwam de volgende vaststelling naar boven: terwijl burgers hun koopkracht stevig hadden zien stijgen, was er ook sprake van een afbouw van de publieke diensten. Het onderwijs was een puinhoop en gezondheidszorg was onbetaalbaar. Men greep terug naar de bekende uitspraak van de econoom Kenneth Galbraith: publieke armoede en private rijkdom.

Sindsdien werd het populisme alleen maar sterker in Nederland, en ook wij ontsnappen er niet aan. Maar de analyse van onze noorderburen hebben we nog niet gemaakt. Toch hebben we er alle redenen toe. De voorbije dertig jaar steeg de gemiddelde koopkracht van de Vlaming met de helft, maar daar staat geen publieke rijkdom tegenover. De pensioenen worden onbetaalbaar en onze sociale zekerheid is niet langer het voorbeeld in Europa. Integendeel, de groeiende eigen bijdrage wordt hoe langer hoe meer cruciaal om goede zorg te kunnen krijgen. Willen we in ons land niet verder afglijden naar een stuitend populisme, dan zullen we hier lessen uit moeten trekken. Het valt niet te verenigen om aan de ene kant 15 miljard euro veil te hebben voor de redding van banken, en aan de andere kant de directeur van de Nationale Bank te horen verkondigen dat we om de 10 miljard euro te vinden voor de financiering van de pensioenen, we de broekriem moeten aanhalen en langer zullen moeten werken.

Als de staat weer zijn rol als behoeder van de verzorgingsstaat wil opnemen, zal hij de moed moeten hebben om de economie weer onder controle te krijgen. Zo is er nog altijd geen sprake van een echte regulering van de financiële sector. Mensen blijven bergen geld verdienen met speculatie, de fiscale fraude floreert terwijl het stil blijft over een vermogensbelasting. Nochtans zal zonder nieuwe inkomsten welke politiek dan ook eindigen in een sociaal bloedbad. Tegelijk zal de overheid de herverdeling in handen moeten nemen. En dan kunnen we niet voorbij aan het responsabiliseren van de koopkrachtige burger. Die is steeds meer gaan consumeren, terwijl hij voor noodzakelijke maatschappelijke veranderingen steevast de kant van de overheid opkijkt. Die zal wel via subsidieregelingen de veranderingen subsidiëren – denk aan het isoleren van huizen of de aankoop van milieuvriendelijke auto’s.

Hierbij hebben begrippen als het algemeen belang en publieke goederen aan betekenis verloren. Zelfs een liberale denker als de Nederlander Frank Ankersmit beseft nu dat het zo niet verder kan. Hij stelt terecht de noodzaak centraal dat de burger ook rekening houdt met het algemene en publieke belang, en niet alleen naar zichzelf kijkt. Alleen zo zullen we populisten onder en boven de Moerdijk kunnen bestrijden.

DIRK HOLEMANS EN MARC HEUGHEBAERT ZIJN REDACTIELEDEN VAN OIKOS. TIJDSCHRIFT VOOR SOCIAAL-ECOLOGISCHE VERANDERING.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content