JA

De Vlaamse regering installeerde een basismobiliteit-voor-iedereen, met een bushalte om de paar honderd meter. Qua basisprincipe ben ik het daarmee eens: iedereen heeft recht op mobiliteit en De Lijn heeft een belangrijke sociale taak te vervullen. Maar staat de geleverde dienst nog wel in verhouding tot wat we als gemeenschap betalen, en wordt ons belastinggeld wel goed besteed? Dat is een vraag die politiek veel te weinig gesteld wordt.

Onlangs plande men over het hele land nieuwe busroutes. Door straten die twintig jaar rustig waren, dendert nu driemaal per uur een bus die dan ook nog vaak leeg is. Dat is verkwisting van belastinggeld, en het veroorzaakt overlast in rustige woonwijken. Ik vang daar veel klachten over op, en ik vind niet dat minister Kathleen Van Brempt (SP.A) die zomaar onder de mat mag schuiven. Als je in een bepaalde streek de bussen niet gevuld krijgt, kies dan voor kleinere vervoersmodi, of werk beter samen met de taxisector.

Vroeger was Koning Auto oppermachtig, en het openbaar vervoer had een inhaalmanoeuvre nodig. Maar de balans is nu doorgeslagen naar de andere kant: de heerschappij van Koning Bus is aangebroken. Als ik zie dat men op drukke verkeersaders rijvakken offert voor aparte busbanen, die vaak slechts enkele keren per uur gebruikt worden… Dat is niet meer logisch, en volgens mij bestaat er ook geen maatschappelijk draagvlak voor. Als het openbaar vervoer dan toch een aparte rijstrook nodig heeft, maak er dan één zonder capaciteitsverlies voor het wagenverkeer, bijvoorbeeld op de pechstrook.’

NEE

‘Onlangs gooide Annick De Ridder een fotoreeks vol lege bussen in de media. Daarmee wou ze staven dat De Lijn haar middelen verkeerd inzet, en in een beweging ook dat het budget dan maar naar beneden moet. Op die manier aan politiek doen is natuurlijk gemakkelijk. Ik kan vandaag nog een collage maken van foto’s met volle bussen. Bewijs ik dan dat De Lijn met een groot capaciteitstekort kampt? Natuurlijk niet. De Lijn verdient het niet om zo door mevrouw De Ridder in een kwaad daglicht te worden geplaatst. Het busbedrijf heeft de laatste jaren met succes gewerkt aan een betere frequentie, een grotere stiptheid en een klantvriendelijk imago. En met succes, uit ieder reizigersonderzoek blijkt dat de mensen tevreden zijn over De Lijn. Die kant van de medaille mag toch ook eens getoond worden.

Natuurlijk is er nog ruimte voor verbetering. Ik vind bijvoorbeeld dat De Lijn dringend haar huidige invulling van het begrip ‘basismobiliteit’ kwijt moet, en moet durven kiezen voor een beleid dat meer op de reële vraag is afgestemd. Waar de vraag zeer klein is, en dus regelmatig vrijwel lege bussen rijden, moet De Lijn op zoek gaan naar alternatieven, zoals belbussen. Soms mis ik realisme in het mobiliteitsbeleid – alsof de beleidsmakers zich van de dagelijkse praktijk niets aantrekken. Het openbaar vervoer is een socialistische fetisj geworden die men niet kritisch mag benaderen. Terwijl ik vind: als je beleid op een aantal plaatsen niet werkt, en je stelt vast dat de bussen leeg blijven, heb dan ook de moed om die lijn te schrappen. En over moed gesproken: wordt het ook niet stilaan tijd om de tarieven te verhogen? De mensen zijn volgens mij best bereid om meer te betalen voor de verbeterde dienstverlening. Dat zou meteen de argumenten onderuithalen van degenen die De Lijn altijd graag voorstellen als een grote verkwister van belastinggeld.’

Opgetekend door Jef Van Baelen

‘De heerschappij van Koning Bus is aangebroken.’

‘Reizigers zijn tevreden over De Lijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content