De luchtmacht oefent in Nevada.

Boven België moet de luchtmacht er niet aan denken om op lage hoogte te vliegen, door de geluidsmuur te knallen of echte bommen af te werpen. Dat kan wel met Red Flag, een geregeld door de Amerikaanse luchtmacht georganiseerde oefening op Nellis Air Force Base in Nevada. Daarvoor staat een range zo groot als België ter beschikking en er wordt zeer levensecht getraind, met inzet van een breed gamma aan wapentuig.

Van in 1984 neemt België deel aan Red Flag, sinds kort samen met de Nederlandse luchtmacht, in het kader van de door luitenant-kolonel Geert De Meyer geleide Deployed Air Task Force (DATF). Dat samenwerkingsverband participeert ook in de operatie Deny Flight, die het vliegverbod boven Bosnië controleert vanop de Italiaanse basis in Villafranca. Dit jaar kwam Red Flag wat te vroeg, want de Belgische luchtmacht beschikt nog niet over voldoende F-16’s die het Midlife Update Program (MLU) hebben ondergaan, waarbij de toestellen worden opgekalefaterd en een geheel nieuwe uitrusting krijgen. Uit DATF-solidariteit (want de Nederlanders beschikken wel al over MLU-F-16’s) stuurde de luchtmacht toch zeven F-16’s en 42 piloten naar Nellis. Prijs: 70 miljoen frank.

De normen om aan Red Flag te mogen meedoen, liggen hoog, maar de Belgische luchtmacht wil in de topcategorie blijven meespelen. De piloten leren er opdrachten uitvoeren in een erg dreigende context, samen met diverse andere luchtmachten, in gecompliceerde operaties met gesofisticeerd tuig als Awacs-radartoestellen, KC-135-tankers, met elektronica volgestouwde EC-130’s of zware tactische bommenwerpers als de B-1 en de B-52.

“Training is essentieel voor een moderne luchtmacht”, zegt generaal-majoor Victor Mardaga. Of gewoon maar: vliegen. “Toen een piloot indertijd maar 125 vluchturen per jaar mocht maken, kostte ons dat twee F-16-chrashes. Cost-effective is dat niet.”

Red Flag ontstond uit de Amerikaanse ervaringen in Korea en Vietnam. Toen bleek dat het risico om te worden neergeschoten het grootst was bij de eerste tien opdrachten. Vandaar de idee om die tien vluchten alvast “thuis” te vliegen, in zeer realistische oefeningen, teneinde meer ervaren piloten naar het front te sturen. Het realisme berust op de dreigingen die de deelnemers moeten overwinnen: de ex-Oostblok-tactieken die bij Red Flag worden nagebootst en nog altijd in zwang zijn bij potentiële tegenstanders als Irak.

Met aantoonbaar resultaat, zegt de Amerikaanse luitenant-kolonel Dale Burton. En hij toont een dia van wat overbleef van de vluchtende Iraakse bezettingstroepen, nadat ze bij het einde van de Golfoorlog door de Amerikaanse luchtmacht onder vuur waren genomen op de sindsdien als “snelweg des doods” bekend staande autostrade van Koeweit City naar de Iraakse grens.

Marc Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content